te is. Als mogelijke redenen voert hij aan het gure
weer, het nog koude water en de aanwezigheid
van een ontsnapte valkeniersvalk voorzien van
leertjes, die prima in staat blijkt zelfstandig te kun
nen jagen. Die leegheid gaat nog even door. Op 19
april mailt Fred Schenk dat 'terwijl dankzij IJs
landse aswolken het luchtruim boven Noordwest-
Europa helemaal leeg is, het luchtruim boven de
Hooge Platen door maar liefst vier Slechtvalken
onveilig wordt gemaakt'. Op 23 april een grote
omslag, ondanks aanhoudend guur weer. Tegen
schemer zijn er zo'n 3000 Grote Sterns, waarvan al
600 op de broedplaats. Bij Zeebrugge is het mi
neur, ondanks dat Eric Stienen zich lovend uitlaat
over het aanbrengen van een vossenproofhek.
Maar Kokmeeuwen noch Grote Sterns. Op 18 mei
meldt hij wel enkele tientallen Dwergsterns en
zo'n 400Visdieven.
Met uitzondering van Texel komen de rappor
teurs in het Waddengebied in april tot weinig
mails. Op 7 april arriveert Date Lutterop op
Griend. Ruim twee weken later, op 23 april, vindt
hij zowel het eerste kokmeeuwenei als eentje van
een Grote Stern. Van de laatste zijn er dan nog niet
meer dan 1000. Een Bruine Kiekendief, een on
volwassen Slechtvalk en een Velduil brengen
voortdurend paniek onder sterns en Kokmeeu
wen. De eerste Visdieven en Noordse Sterns zijn
bezig zich te vestigen, vaak op de plaatsen die ze al
jaren bezet houden. De meeste waddenmails
gaan over Texel. Van dat eiland is dan ook veel te
melden.
De Petten op Texel
Bij de research voor zijn boek over De Beer
kwam Ed Buijsman vaak het woord 'Grote Stern'
tegen. Hem viel op dat er steeds veel was te doen
om deze vogels te beschermen. Toen de familie
memorabele zaken had te vieren, besloot het
echtpaar Buijsman eventuele attenties te regisse
ren naar een gift voor het welzijn van Grote
Sterns. Dat gebaar werd de aanschaf van 10m3
schelpen, bestemd voor de restauratie en uitbrei
ding van de schelpeneilandjes in De Petten, ooit
een reservaat van Vogelbescherming Nederland
dat, toen de vereniging circa 20 jaar geleden haar
reservaten afstootte, overging naar Natuurmonu
menten (NM). Eerder bracht NM in De Petten en
ook elders op Texel schelpenbanken aan in reser
vaten. De resultaten waren en zijn bemoedigend,
met als grootste succes de bescheiden vestiging
van Grote Sterns in De Petten in 2004. Op 6 maart
2010 gaan vogelwerkgroepleden en NM in De
Petten aan de slag, met als doel uitbreiding van het
schelpenareaal. Een paar weken later verschijnen
de eerste Grote Sterns. In april en mei neemt de
kolonie voortdurend in omvang toe. Op 12 mei
rapporteert Eric Menkveld circa 1100 paren, ver
deeld over vier eilandjes, met al volop eieren. Na
dien annexeert de groeiende kolonie steeds meer
ruimte, zodat tien dagen later Adriaan Dijksen
rond mailt dat de aanvankelijk nog solo broeden
de Kokmeeuwen omstuwd raken door Grote
Sterns.'ze zien een witte muur op zich afkomen'.
Een precieze telling blijft dan achterwege, maar
Texelse vogelaars zijn het erover eens dat er half
mei zeker 1500 paren present zijn. De vestiging
doet het adagium 'Texel Vogeleiland' alle eer aan.
De rand van de kolonie ligt zo'n 40 meter uit het
Molwerk, zodat het publiek ruimschoots gelegen
heid heeft het familieleven van de sterns op zich te
laten inwerken. Van de belangstelling trekken de
vogels zich ogenschijnlijk niets aan. Op 19 juni
meldt Adriaan al veel grote jongen. Een Zilver
meeuw komt er regelmatig eentje halen. Van de in
de buurt 5 paren broedende Bruine Kiekendie
ven zullen stellig ook wel eens vogels langsgeko
men zijn. Adriaan stelt drie voedselroutes vast,
twee in de richting Marsdiep en Noorderhaaks en
een derde richting noordwesten, naar het Noord
zeestrand. Langs die route komt hij bij tweemaal 5
minuten tellen 's ochtends op 114 respectievelijk
57 individuen. In de laatste dagen van juni voert
Natuurmonumenten de nalegtelling uit. Men
komt uit op 2400 paren, met 2500 jongen. Dat is
een prima broedresultaat. Een week eerder zijn
de maximaal 20 paren Dwergsterns op de Hors
weggespoeld. Die vloed overspoelt op de Schor
ren een paar lepelaarbroedsels, maar de bulk van
de vestiging van circa 80 nesten redt het. Nadat re
creanten op de Hors een dag lang vlakbij een
strandplevierennest een hut van juthout bouwen,
laten de vogels het nest in de steek. Droef! Adri
aan meldt nog dat in de polder veel meer jonge
Scholeksters zijn groot gekomen dan in voor-
gaandejaren.
Eerste telling
Nadat duidelijk wordt dat er een afwijkend en
wellicht mager broedseizoen voor de deur staat,
6