zier. Viooltjes en klaprozen zijn dan ook favoriet. Ze passen ook in het romatisch beeld van vroege re graanvelden met klaprozen, Korenbloem en kamille. Bij een enkele 'vuulen' boer zag je in het verleden nog wel eens een graanveld dat rood was van de klaprozen omdat de bespuiting mislukte. Andere kleurige planten zijn uit de bloemen tuin ontsnapt of uit vlinderbloemenmengsels die zichzelf uitzaaien (Akelei, Ruig klokje, Ridder spoor, Slangenkruid). Sommigen werden ooit een keer gezaaid of uitgeplant en wisten zich sinds dien in de moestuin (Grote kaardebol, Zege- kruid, Mottenkruid) of in het gazon (Draadere prijs, Madelief) te handhaven. Van anderen is onduidelijk hoe ze er komen, omdat deze soorten ook in nabije tuinen en de duinen gevonden wor den (Vingerhoedskruid, Middelste teunisbloem, Koningskaars). Een soort die spontaan opdook is de Oosterse karmozijnbes. Een bijzondere plant die paars- zwarte vruchten krijgt. Deze worden door Merels graag gegeten, wat onder andere bleek uit het feit dat ze niet alleen bij mijmaar ook bij verschillen de buren verschenen. Worden echter forse plan ten die vanwege een dikke diepgaande wortel niet eenvoudig te verwijderen zijn. Dan wordt de lief de al minder groot. Andere woekeraars als Witte munt en Stijve zonnebloem werden fanatiek ver volgd en uitgeroeid. Sommige groenten en kruiden die in het zaad komen zaaien zich spontaan uit. Tegenwoordig verschijnt er overal Peterselie in mijn tuin en ook met de her en der opduikende Rucola ben ik erg blij. In feite zijn er twee plantensoorten die als"ru- cola" in gemengde salades wordt gebruikt. Het gaat daarbij om Raketsla Eruca sativa en Grote zandkool Diplotaxis tenuifolia, die wel wilde ru cola wordt genoemd. Laatstgenoemde heeft meer smaak en is bij ons ook in de duinen te vinden. Zo is er een grote groeiplaats langs het spoor van de stoomtram op de Punt bij Ouddorp. Taaie rakkers Soorten die snel en veel zaad zetten zoals Straatgras zijn bijzonder lastig, maar in de catego rie wortelonkruiden zitten ook een stel taaie rak kers die zich niet zo maar gewonnen geven. In mijn tuin gaat het daarbij om Zevenblad, Haag winde, Heermoes en Japanse duizendknoop. Wortelonkruiden zijn vooral lastig op plaatsen waar de grond niet omgespit kan worden, zoals onder kleinfruit en andere vaste planten. Om het Zevenblad uit een hoekje met stinsenplanten als Lenteklokje,sleutelbloem,Bosanemoon en Ster hyacint weg te krijgen hebben we op den duur onze toevlucht genomen tot het aanstippen met Round-up, een bestrijdingsmiddel dat binnen kort niet meer in de tuin gebruikt mag worden. Dat hielp, al kregen aangrenzende planten via wortelcontact ook een tik mee. Heermoes was vroeger niet aanwezig, maar sinds de tuin van een bijziende buurman er helemaal onder liep, dook het vanonder de heg steeds vaker bij ons op. On danks het feit dat ik er boven op zit, weet het zich te handhaven en langzaam verder te verspreiden. Plezier Aan veel van die algemene onkruiden worden allerlei geneeskrachtige eigenschappen toege schreven. Altijd leuk om er over te lezen en wat meer over vroeger gebruik en ecologie te weten te komen. Die planten gaan dan toch meer voor je leven. Zo blijft het wieden van onkruid geen saaie bezigheid. Bij het verwijderen van Herderstasjes op het pad naast het huis, viel op dat deze geen hartvormige vruchtjes (de tasjes) hadden, maar langwerpige hauwtjes. Bleek dat het Zandraket was. Wat zaden en plantjes opgestuurd naar Wagenin- gen, waar men onderzoek doet naar de invloed van de omgeving op de erfelijke eigenschappen van deze soort. Vanwege het geringe aantal chro mosomen is dat bij Zandraket betrekkelijk een voudig. Voor de tuinman blijft het werk, maar al doende kun je ook genieten van vogels, insecten en bloe men of een praatje maken met de buren. Prachtig is het fluiten van Merels in de avondschemering of het zien van Huiszwaluwen aan het verzamelen voor de trek en zich bij tientallen verdringend voor een zitplaatsje in het topje van een berk waar de zon nog net op schijnt. De dagelijkse drukte van Kauwtj es rond de kerktoren klinkt gezellig en jammer, dat dartele witte vlindertje boven de jonge koolplanten is dan weer minder leuk. Ach ja, het is niet altijd rozengeur en manenschijn in het land van eten en gegeten worden. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2011 | | pagina 16