Marlies Hennie Figuur 1. Verloop aantal vlindersoorten dat per week geteld is in de tuin van Marlies Jongejan en Hennie Ravesteijn. Op de onderste as staan de weeknummers. kwaliteit van het omringend natuurgebied is te danken. De eerste vlinders noteerden beide tuinvlin- dertellers in de tweede week van maart en de laat ste in de eerste week van november. Hoewel het aantal soorten in beide tuinen hoog is, valt bij het doornemen van de hoogst getelde aantallen per week op, dat er wel erg veel 1-tjes staan. Ook deze tuinen waren een stuk minder vlinderrijk dan in voorgaande jaren. Het verloop van het aantal soorten per week in hun tuin vind u in de bijge voegde figuur. Voorkomen in 2011 Hieronder per soort enkele opmerkingen over het voor komen in 2011Een beetje te hooi en te gras. Zwartsprietdikkopje - voorheen zeer algemene soort van ruige grasvegetaties, tegenwoordig een stuk schaarser, nog wel op veel plaatsen maar vrijwel ner gens grote aantallen. Geelspriet dikkopje - het blijft een zeldzame soort, in 2011 alleen door Marlies Jongej an gemeld. Groot dikkopje - in 2011 verspreid waargenomen, lijkt iets toe te nemen. Icarusblauwtje - vrij talrijke soort van bloemrijke gras landen, minder een tuinbezoeker al worden ze daar wel gezien; in 2011 kleinere generaties vanwege voortdu rende droogte waardoor de belangrijkste waardplan- ten (rolklavers en Rode klaver) minder goed ontwik kelden.. Boomblauwtje - soort die langzaam toeneemt op locaties met bos, struweel of groene bebouwde omgeving. Vuurvlindertje- laatste jaren geen grote aantallen, regel matig een enkele; soort van schrale open vegetaties met onder andere Schapenzuring. Bruin blauwtje- lijkt het iets beter te doen, warme open vegetaties met ooievaarsbekken zijn favoriet. Klein geaderd witje- over het algemeen vrij stabiel;grote aantallen in het bos op de Kabbelaarsbank dit voorjaar (vele 100-en). Klein koolwitje- iets minder; nog al eens massale ver plaatsingen die nu weinig zijn waargenomen. Groot koolwitje - regelmatig, maar minder waargeno men dan gewoonlijk; in de nazomer nog flink wat ei eren gelegd op koolrabi in mijn moestuin. Resultaat: rupsenmoes. Citroenvlinder - dit jaar duidelijk minder waargenomen en waar wel, vaak maar een enkel exemplaar. Koninginnepage - slechts 2 waarnemingen van Schou- wen-Duiveland (Plompe toren en Inlaag Ouwerkerk; neemt elders in het land toe (zuiden/oosten). luzernevlinders- alleen Hennie Ravesteijn meldt 1 Oran je luzernevlinder uit zijn tuin in Haamstede. Kleine vos - wat meerverspreid vooral landelij k gebied, lijkt steeds minder een tuinvlinder. Grote vos-zwervermet 1 mogelijke waarnemingin Oud dorp; deze soort werd landelijk vaker gezien dan ge woonlijk. Dagpauwoog - zelfde beeld als de laatste jaren, een min der algemene soort met een grote spreiding maar be perkte aantallen; in 2011 hoogste aantallen in het voor jaar (vlinders die overwinterd hebben). Gehakkelde aurelia - verspreid, lage aantallen iets min der dan gewoonlijk, tegenwoordig op veel plaatsen vaker te zien dan Dagpauwoog. Atalanta- al vroeg in het jaar waargenomen, geen grote aantallen; nazomer begin herfst de meeste Distelvlinder- beperkt aanwezig. Landkaartje - zelf niet gezien; enkele ex. in tuin H. Ra- vensteijn, verder van Schouwen dit jaar niet gemeld;op Goeree-Overflakkee iets meer aanwezig; verspreid een aantal meldingen (o.a. Kwade Hoek, Kiekgat, Stellen dam, Ooltgensplaat). Bont zandoogje - min of meer gelijkblijvend. Zeer ver spreid, veelal kleine aantallen in bosachtige of be schutte omgeving zoals tuinen. Hooibeestje - na sterke terugval begin negentiger jaren, weer langzaam hersteld. Bruin zandoogje - doorgaans talrijk, ook wel mindere jaren; landelijk is er sprake van afname; had in 2011 duidelijk een minder goed jaar; soms grote tot zeer grote aantallen, ondermeer in luzerneveld Stolpweg en Koudekerkse Inlaag, Slikken van Flakkee-Zuid (vele 100-en). Oranje zandoogje - vanouds goed vertegenwoordigd in Zeeland en op Goeree-Overflakkee; lijkt enigszins af te nemen, aantallen in 2011 lager dan gewoonlijk. Argusvlinder-aantallen sinds negentiger jaren sterk te ruggelopen; is een schaarse soort geworden in het bui tengebied vooral langs dij ken en bermen. Komt zelden in tuinen. In 2011 maar enkele waarnemingen (o.a Kre- kengebied Ouwerkerk, Dijkwater, polder tussen Zie- rikzee en Nieuwerkerk). Koevinkje - komt plaatselijk voor bij Schuddebeurs en 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2011 | | pagina 12