bood het weeltje weer de aanblik die het in de
jaren van Vijverberg wellicht ook leverde. Naast
de genoemde soorten werden op het hoogtepunt
minstens elf paar broedende Kokmeeuwen geteld
en vijf broedende Kluten. Kers op de taart vorm
de half april de verschijning van een Kleine Ple
vier. Al snel erna bleek dat een paartje zich had ge
vestigd. Voor zover ik kon nagaan heeft
Vijverberg die vogelsoort nooit vermeld als
broedvogel van het weeltj e. Hij vermeldt wel twee
legsels van de Strandplevier in 1952 maar er is
geen enkele reden om aan die waarneming te twij -
felen. Het uiteindelijke broedresultaat van de
Kokmeeuwen en Kluten in 2011 was moeilijk vast
te stellen: nesten werden verlaten en nieuwe nes
ten verschenen. Feit is dat er jongen werden
grootgebracht, maar dat helaas het paartje Kleine
Plevier daar niet in slaagde.
Laten we wederom hoopvol uitkijken naar het
volgende broedseizoen en waarom zouden we dat
niet ter plekke doen in gezelschap van (het beeld
van) Johannes Vijverberg, die nu gewapend met
fototoestel en verrekijker de kerk van het Noord-
gouwe in de gaten houdt. Veel verder dan de om
een plekje vechtende Kauwen op de kerktoren,
afnemende aantallen Gierzwaluwen en nog te
weinig Huiszwaluwen komt Johannes daar niet.
Ter herinnering aan de honderdste geboorte
dag van de dorpsonderwijzer, vogelfotograaf en
publicist bracht de Natuur- en Vogelwacht in 1980
met een speciale uitgave van Sterna onder de titel
"J. Vijverberg en de vogels van de zuidkust van
Schouwen" een eerbetoon aan "die veugel vint
uut Noordgouwe". In zijn bijdrage "Ontmoetin
gen met Vijverberg en de vogelwereld van zijn
tijd" schrij ft J. P.C. Boot in het Vijverbergnummer:
"Vlak achter z'n (Vijverberg dus) woning lag zelfs
een unieke boomwei, met eraan grenzend een
moerasachtig stuk weide, dat bij de verkaveling
gelukkig gespaard bleef." Onlangs, ruim dertig
jaar later, schonk Stichting Renesse aan Noord-
gouwe een standbeeld van Vij verberg. Zelf had hij
waarschijnlijk liever uitgekeken op de weel met
daarachter zijn voormalig woonhuis.
De Kleine Plevier houdt van slikrandjes en droogvallende oevers nabij zoet water. Foto: Henk Harmsen.
83