J mm Kunnen we er wat aan doen? In Engeland worden momenteel pogingen gedaan om de zomertortel binnenboord te houden. Daar zijn goede redenen voor: als de huidige Britse trend zich voortzet zal de soort er over maximaal 20 jaar verdwenen zijn. De eerste resultaten van het Turtle Dove Project wijzen uit dat zomertortels vooral broeden in gebieden met flinke heggen en struwelen met veel doornstruiken. Nog belangrijker wellicht zijn testen die op een aantal landbouwbedrijven zijn gedaan met het inzaaien van speciaal op de soort gerichte stroken. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar zaden die in de vestigingsfase van de vogels beschikbaar komen. De eerste resultaten wijzen uit dat zomertortels wat meer zijn gaan broeden nabij enkele van deze gebieden en er ook jongen produceren. Binnen het kader van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer zijn er wellicht mogelijkheden om deze proef ook in onze regio uit te voeren. Op Schouwen-Duiveland zou een dergelijke proef kun nen slagen nabij de duinzoom, maar ook elders in het agrarisch gebied nabij kreekbossen of flinke heggen (bijv. Kijkuitsedijk Brouwershaven) lijkt dit beslist de moeite waard. Het beheer van delen van het Schouwse duingebied is reeds gericht op het terugbrengen van kruidenrijke kortgrazige vegetaties. In combinatie met aandacht voor goed broedhabitat zou dat de zomertortel in de kaart moeten spelen. Het duinbeheer op Goeree kan wat dat betreft wellicht als voorbeeld dienen: een integrale broedvogelkartering in 2011 leverde hier 45 territoria op, waarmee dit gebied beslist een van de laatste bolwerken voor de zomertortel in Nederland is (Sovon 2012). Verder is het natuurlijk belangrijk om geregeld broedvogeltellingen uit te blijven voeren, zodat de verdere populatieontwikkeling van de zomertortel in de gaten gehouden kan worden. Specifiek onderzoek naar het voedsel en de foerageerlocaties van onze tortelduiven zou daarnaast bijzonder welkom zijn. Dat het écht mis kan gaan met een heel gewone vogel bewees de plotse teloorgang van de Amerikaanse trekduif, waarvan er midden negentiende eeuw nog honderden miljoenen over het Amerikaanse continent trokken, maar die driekwarteeuw later, in 1914, door een combinatie van waanzinnige overbe- jaging en habitatvernietiging uitstierf. In Afrika werden recent nog meer dan een miljoen zomertortels gezien op een belang rijke trekroute. Je bent dan geneigd te denken dat zo'n talrijke vogel wel een stootje kan hebben. Dat is natuurlijk zo, maar het ongelofelijke, waar gebeurde verhaal van die andere trek duif toont aan hoe snel het mis kan gaan. Aan de slag dus, voor het behoud van onze zomertortel! Ik dank alle broedvogeltellers en in het bijzonder de tot de telgroep Zeepe Slotbos behorende leden van de vogelwerk groep. Dank ook aan de Provincie Zeeland en Staatsbosbeheer, die een aantal professionele karteringen op het eiland mogelijk maakten. Literatuur/websites RSPB Turtle Dove Project: http://www.rspb.org.uk/ourwork/pro- jects/details/256862-turtle-dove-monitoring Vergeer J.W. 2010. Beleidsmonitoring broedvogels EHS en beheergebieden in Zeeland 2006-2009, met een overzicht van trends sinds 1990. Sovon Monitoringrapport 2010/02. Zwarts L., Bijlsma R.G., van der Kamp Wymenga E. 2009. Living on the Edge, Wetlands and birds in a changing Sahel. KNNV Uitgeverij, Zeist. Slaterus xxx. Goeree 2011Sovon 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2012 | | pagina 19