V 17
A
\*J I
Door Gijs van den Ende
Het veldwerk werd uitgevoerd volgens de methode van
het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van SOVON Vo-
gelonderzoek Nederland. Deze houdt, heel in het kort,
in, dat in een plot tijdens het broedseizoen, minimaal
6 keer, alle aanwezige broedvogels gekarteerd wor
den. De gegevens van deze karteringen worden online
ingevoerd op de site van SOVON. Aan het eind van de
onderzoeksperiode worden ze bewerkt met een door
SOVON ontwikkeld zogenaamd autoclusterprogramma
om zo tot een gestandaardiseerde vaststelling van het
aanwezige aantal broedparen per onderzoeksgebied te
komen. Van alle verzamelde gegevens werd door Mark
Hoekstein een rapport opgesteld en dit presenteerde
hij eind vorig jaar, onder de titel: "Broedvogels van de
Zuidkust van Schouwen in 2012. Een inventarisatie van
objecten van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer."
In dit rapport werd ook gebruik gemaakt van gegevens
van kustbroedvogels verzameld door DPM (Delta Project
Management) en tijdreeksen van de inventarisaties door
de Vogelwerkgroep van onze Natuur- en Vogelwacht.
Het zeer uitvoerige rapport begint met een beschrijving
van het onderzoeksgebied, de onderzoeksmethode, de
weersomstandigheden tijdens de onderzoeksperiode en
geeft een overzicht van alle tijdens het veldwerk verza
melde gegevens in de vorm van soortbesprekingen, ta
bellen, grafieken en zg. stippenkaarten. In totaal werden
in het onderzoeksgebied 5250 territoria van 76 soorten
broedvogels vastgesteld, 22 daarvan staan op de Rode
Lijst van bedreigde vogelsoorten (SOVON Vogelbe
scherming Nederland). Natuurlijk worden in het rapport
ook conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Een
aantal daarvan bespreek ik hieronder.
De verwachtingen wat betreft de effecten van de nieuw
aangelegde natuur op de populatie kustbroedvogels wer
den ruimschoots overtroffen. Vanaf 1979 worden soor
ten als kokmeeuw, kluut, visdief, zilvermeeuw en grote
stern jaarlijks, eerst door Rijkswaterstaat en later door
Delta Project Management (DPM), in het hele Deltagebied
geteld. Meteen na het inrichten van de eerste gebieden
langs de Zuidkust werd hier van deze soorten een spec
taculaire toename vastgesteld (zie figuur 1). Tot ieders
verbazing kwam in 2004 zelfs de grote stern, voor het
eerst sinds half jaren zestig van de vorige eeuw, weer
binnendijks (Flaauwers Inlaag) tot broeden. Ook de an
dere, schaarsere kustbroedvogelsoorten zoals plevieren,
noordse stern, dwergstern, en een aantal meeuwensoor
ten, profiteerden van deze nieuwe broedhabitat. Opval
lend is dat kustbroedvogels direct na de inrichting van
een gebied daar eerst een aantal jaren in hoge aantallen
aanwezig zijn. Na ongeveer 6 jaar dalen die aantallen en
stabiliseren op een lager niveau (zie figuur 2).
Fig.l. Alg. kustbroedvogels van de Zuidkust 1979-2012
Fig.2. Plevieren en kleine en grote mantelmeeuw van de
Zuidkust 1979-2012
Minder rooskleurig is het gesteld met de stand van
de weidevogelpopulatie langs de Zuidkust. Landelijk
is hiervan de trend sterk dalend. In de door de Vogel
werkgroep verzamelde tijdreeksen van twee plots in het
Prunjegebied is die trend ook zichtbaar (zie figuur 3).
Opvallend is echter dat de stand van de scholekster min
of meer stabiel blijft. Het vermoeden bestaat dat nieuwe
natuurgebieden een aanzuigende werking hebben op
soorten die in het omliggende weide- en akkergebied
geen geschikt broed- en foerageerhabitat meer kunnen
vinden. In natuurgebieden zijn de condities dan altijd
nog beter. Bij de scholekster is in beide plots vastge
steld dat het broedsucces onvoldoende groot is om de
huidige populatiegrootte in stand te houden. Dit zou
ook kunnen gelden voor de andere weidevogelsoorten.
Fig.3. Trends weidevogels in BMP-plots Prunje Noord en
Zuid 2000-2012
33
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
-♦-Kluut
Kokmeeuw
Zilvermeeuw
-♦-GroteStem
a A
I O) O) 05 05 c
C5 05 05 O O C
O O O O
I O O O O c
I CM CM CM CN CM
Weidevogels BMP-plots
Prunje Noord Zuid
Scholekster
Grutto
Veldleeuwerik
Gele Kwikstaart
Kievit
Turelu
Graspieper
-■-Kleine Plevier
Bontbekplevier
Strandplevier
Kleine
Mantelmeeuw
Grote
Mantelmeeuw