Overwinterende ganzen en hoe vergaat het ze? (Deel 3 en slot) Ganzen en zwanen Schouwen-Duiveland Dit artikel is gebaseerd op de jaarlijkse rapportages over de ganzen- en zwanentellingen in Zeeland, die jaarlijks voor de tellers worden gemaakt. Nadat in de twee voorafgaande artike len de zwanen en grijze ganzen anserwerden besproken, geef ik in dit afsluitende verhaal inzicht in het voorkomen van de zwarte ganzen brantaDe belangrijkste ontwikkelingen uit de periode 2006/07 - 2010/11 worden per soort op een rij gezet. Zeldzame soorten bleven steeds buiten beschouwing en ik besteed dus in dit deel geen aandacht aan de wel ieder jaar op Schouwen-Duiveland gesignaleerde roodhalsgans. Grote Canadese gans Algemeen Nazaten van ontsnapte of uitgezette Canadese ganzen zijn zich in delen van Noordwest-Europa in rap tempo tot een gewone broedvogel aan het ontwikkelen. Het westen van Nederland lijkt daarbij inmiddels koploper te zijn. De Nederlandse wintcrpopulatie neemt al sinds begin jaren tachtig jaarlijks met gemiddeld 27 procent toe en bedroeg in oktober 2010 minstens 27.000 vogels. Het betreft voornamelijk eigen kweek aangevuld met Duitse broedvogels. Het noordelijk Deltagebied is een van de belangrijkste regio's voor de soort in ons land. Zeeland kent een relatief kleine, maar groeiende broedpopulatie, met een accent op Zeeuws-Vlaanderen. Hier worden ook buiten de broedtijd de meeste grote Canadese ganzen gemeld. Voorkomen Op Schouwen-Duiveland is de grote Canadese gans nog altijd schaars, maar ook hier is sprake van een geleide lijke toename. De sterke voorkeur van de soort voor zoet water speelt hem echter parten. Vooralsnog zijn tota len van enkele tientallen exemplaren al heel wat op het eiland, maar gezien de ontwikkelingen in de omliggende gebieden ligt een verdere stijging voor de hand. Ook de sluipende toename als broedvogel (in duinen en natte natuurgebieden) wijst in die richting. De hoogste aantal len bereiken grote Canadese ganzen in de Delta trouwens in de nazomer. Dan kunnen er met name bij de Plaat van de Vliet in het Krammer-Volkerak concentraties van meer dan 1000 ruiende ganzen aanwezig zijn, hetgeen een veelvoud is van het aantal dat tot nu op het slechts en kele kilometers verwijderde Schouwen-Duiveland geteld wordt. Brandgans Algemeen Al eeuwen overwinteren er uit Arctisch Rusland afkom stige brandganzen in ons land. Deze populatie is recent fors toegenomen. Momenteel gaat het om meer dan 300.000 exemplaren, die grotendeels in Nederland over winteren. In de jaren zeventig ontstond op eilanden in het op de trekroute gelegen Baltische gebied een broed populatie. Die nu uit enkele duizenden paren bestaande populatie verblijft 's winters ook goeddeels in Nederland. Begin jaren tachtig begonnen brandganzen ook in Neder land te broeden en inmiddels gaat het al om circa 6800 paar. Het zwaartepunt van deze populatie bevindt zich in de noordelijke en oostelijke Delta. De Nederlandse broedvogels vermengen zich 's winters met de Russische en Baltische gasten, waardoor er uitwisseling tussen deze populaties plaatsvindt. Brandganzen voeden zich in Nederland vooral met kortgrazige vegetaties, zowel binnen- als buitendijks. Akkers met oogstresten en opko mende wintergranen kunnen lokaal van belang zijn. De Nederlandse winterpopulatie bestaat de laatste jaren uit 350.000 - 650.000 exemplaren. Voorkomen 2006/2011 De opkomst van de brandgans is een van meest opvallen de natuurverschijnselen van de laatste decennia. Van een zeldzaam arctisch gansje naar een jaarrond aanwezige "standaard"-vogel: dat is nogal wat! In de hier besproken periode nam de brandgans op Schouwen niet alleen sterk toe in het winterhalfjaar, maar ook de broedpopulatie in de duinen en in de natte natuurgebieden is groeiende. Toch hebben de recordaantallen van 2009/10 en 2010/11 vooral van doen met de barre weersomstandigheden in noordelijker gelegen overwinteringsgebieden. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2013 | | pagina 10