Opvanggebieden De aantalsstijging van ganzen in Nederland leidde tot toenemende conflicten tussen ganzen en agrariërs, die vaak niet blij zijn met ganzenvraat aan hun voor het vee bedoelde gras en hun opkomende akkergewassen. Om aan de belangen van beide kanten tegemoet te komen heeft de overheid het ganzengedoogbeleid ontwikkeld, dat met name gericht is op grauwe gans, kol- en brand- gans. Kern van dit beleid is dat de ganzen in een aantal natuur- en aangrenzende landbouwgebieden met rust worden gelaten; boeren krijgen binnen deze gebieden compensatie betaald voor aantoonbare ganzenschade. Buiten deze gebieden zijn de mogelijkheden om gan zen te ver- en deels te bejagen juist verruimd. Op Schouwen-Duiveland zijn (na overleg met onder meer de ganzentellers) drie gedooggebieden aangewezen: Dijk- water, Maire/Geule Oosterland en Zuidkust Schouwen (Zierikzee-Serooskerke). In de jaarlijkse rapporten van de Ganzenwerkgroep Zeeland zijn de percentages per opvanggebied terug te vinden. Dankzij de maandelijkse ganzentellingen hebben we een goed beeld van de mate waarin het beleid hier effectief is. Omdat de gedoog gebieden hier op slimme locaties zijn gerealiseerd, valt dat niet tegen: met name Zuidkust Schouwen scoort erg goed. Helaas zijn de gedooggebieden niet in alle pro vincies op goede locaties verwezenlijkt. Gevolg hiervan is dat het beleid op landelijke schaal minder effectief is en alweer op de helling gaat. Hoe precies, is nog niet bekend. Conclusies Schouwen-Duiveland is een belangrijke regio voor kleine zwanen en diverse soorten ganzen. De meeste soorten gaat het momenteel voor de wind: gevoed door stijgende wereldpopulaties nemen de aantallen op het eiland toe. Bij ons speelt de combinatie van beschikbare voedsel bronnen op agrarische gronden en rust en voedsel in de open natuurgebieden een positieve rol. Sommige soorten zijn nu dermate succesvol dat conflicten met agrariërs kunnen optreden. Veel boeren zien ganzen niet graag komen en ageren ertegen; onder meer via die onlangs in de Sterna besproken plaatsing van oude auto's en caravans midden op hun land. Voor de meeste soorten speelt het foerageren op oogstresten de voor naamste rol om van akkerland gebruik te maken. Geluk kig levert dat over het algemeen minder problemen op voor de boer. Natuurlijk moeten problemen van boeren serieus genomen worden. Daartegenover staat het grote inter nationale belang van Schouwen-Duiveland en de rest van Laag-Nederland voor veel soorten ganzen, vooral de in de Arctis broedende soorten. Hopelijk lukt het de komende jaren weer om een modus te vinden waarbij beide belangen tot hun recht komen. Dankwoord Dit artikel had niet geschreven kunnen worden zonder de inzet van alle ganzentellers op en rond het eiland. Een woord van dank aan de bekwame, in opdracht van RWS opererende professionele, tellers is op zijn plaats. Van groot belang zijn daarnaast de door vrijwilligers uitgevoerde tellingen. Aan het begin van de hier bespro ken periode werden die nog geheel uitgevoerd door Cor Berrevoets, die decennialang een betrouwbaar beeld van de Schouwse ganzenbevolking bij elkaar telde. Cor: hartelijk dank voor je eminente bijdrage in al die jaren! Gelukkig heeft de Vogelwerkgroep onder de bezielende leiding van Gabrielle Gaiser ervoor gezorgd dat er geen gaten in de tellingen zijn gevallen. Fijn dat zoveel VWG'ers hun belangeloze medewerking verlenen! De provinciale coördinatie van de tellingen berust bij Sovon en wordt uitgevoerd door mijzelf. Sovon organiseert sinds kort twee maal in het winter halfjaar slaapplaatstellingen van ganzen en zwanen. Ook deze tellingen, die bijzonder veel nuttige kennis opleveren, worden grotendeels uitgevoerd door vrijwil lige vogelaars. Meer weten over ganzen en zwanen en/of belangstelling om mee te doen aan de dag- of slaapplaatstellingen? Stuur een mailtje aan ian-wilIem.vergeer@sovon.nl. Literatuur SOVON-informatierapporten 2011/06, 2012/02 en 2012/35. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen Madsen J., Cracknell G. Fox A.D (des). 1999. Goose po pulations of the Western Palearctic. A review of status and distribution. Wetlands International Publ. No.48. Wageningen. Strucker, R.C.W. Arts F.A. Lilipaly S. 2012. Water vogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta, 2010/2011. Rapport RWS Waterdienst BM12.07. Rijkswaterstaat/ Delta Project Management, Vlissingen/Culemborg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2013 | | pagina 13