Er zal nog heel wat tijd voorbij gaan voordat alle neu
zen dezelfde kant op staan. Het behoud van de lepelaar
en de ooievaar en de terugkeer van de zilverreigers en
de kraanvogel wordt echter nu al allerwegen toegejuicht.
Deze vogels worden als een duidelijke verrijking van
onze natuurlijke omgeving gevoeld. Negatieve effecten
ten opzichte van mensen en hun activiteiten, andere
dieren of andere leefgemeenschappen zijn niet bekend.
Zij verspreiden zich maar langzaam en iedereen heeft
dus volop de tijd om aan hun aanwezigheid gewend te
raken. Maar hoe zou er gedacht worden over de terug
keer van de pelikaan, een vogelsoort die hier 2000 jaar
geleden inheems was? Waarschijnlijk zou een spontane
hervestiging door de meeste mensen (behalve de be
roepsvissers) wel aardig gevonden worden. Maar om nu
actief deze vogel hier te introduceren? Daar moet nog
maar eens uitvoerig over worden nagedacht! En wat te
zeggen over de mogelijke terugkeer van de 4000 jaar
geleden hier nog levende grote flamingo?
Hé, maar wacht even. Er leven hier nu toch al flamingo's
in het wild?! Al meer dan veertig jaar leeft er een kleine
populatie in West-Europa. In de zomer hebben ze een
kleine broedkolonie in het Duitse natuurreservaat het
Zwillbrocker Venn. In de winter verblijven de vogels in
het grensgebied tussen Zeeland en Zuid-Holland: op het
Grevelingenmeer en in het Krammer-Volkerak.
Waarom wordt in iedere discussie over spontane of
door mensen geïndiceerde hervestiging van dieren in
ons land altijd zo terughoudend gedaan om de flamingo
zelfs maar te noemen? Zou dat misschien zijn omdat
iedereen die daarvan iets te vinden heeft, een afkeer
heeft van Chileense flamingo's, de meeste leden van
de flamingopopulatie? Gebiedsvreemde vogels dus. De
dichter Hans Warren verwoordde die afkeer als volgt:
Milieuvervuiling
Gore plastic zakken, fladderend, vastgehaakt
aan stokken in een tochtsloot ergens op Schouwen
zo'n lichtloze middag tussen Sint en Kerst:
Chileense flamingo's.
Ooit fantaseerde ik een zwoel moeraswoud
vol orchideeën, roepen, slingers baardmos
en spiegelend onder smaragden waaierkruinen
Chileense flamingo's.
Afgezien van het feit dat Chileense flamingo's van na
ture niet in moeraswouden leven, maar op kale, koude,
voor mensen uitermate onaangename hoogvlakten in
het Andesgebergte leven, wordt met het negeren van
het feit dat een derde van de populatie bestaat uit grote
flamingo's, de in Europa inheemse flamingosoort, deze
vogels toch wel een groot onrecht aangedaan. Nadat in
de vorige eeuw de broedkolonies van grote flamingo's
in de Camargue en ten noorden van Malaga volledige be
scherming kregen, en er steeds minder op flamingo's ge
schoten werd, begon het aantal flamingo's in het westen
rond de Middellandse Zee te groeien. In Italië en Spanje
ontstonden aan het einde van de vorige eeuw diverse
nieuwe broedkolonies, en ook voormalige broedgebie
den in Tunesië, Algerije en Marokko zijn tegenwoordig
weer in trek bij de flamingo's. In Nederland zijn in de
laatste jaren verschillende malen jonge grote flamingo's
waargenomen, waarvan de herkomst onbekend was. Ze
kwamen zeker niet in het Zwillbrocker Venn uit het ei.
Wordt er niet iets te gemakkelijk beweerd dat alle grote
flamingo's die hier gezien worden, uit gevangenschap
ontsnapte vogels zijn, zonder daarbij een spoor van
bewijs aan te dragen?
11
23