Wordt de grote
in Nederlandse
flamingo een blijvend nieuwe soort
wateren?
vervolg
Geeft de plotselinge aanwezigheid van 13 grote fla
mingo's (alle niet geringd en niet geleewiekt!) in de
broedkolonie in het Zwillbrocker Venn in 1993 niet
te denken? Het is toch bekend dat in de afgelopen
honderd jaar in Nederland meerdere malen vage-
bonderende grote flamingo's werden waargenomen
en we mogen aannemen dat dat ook in de eeuwen
daarvóór het geval was. Waarom verzet men zich zo
tegen de gedachte dat de grote flamingo op eigen
houtje de weg naar Nederland weer kan hebben
gevonden? De zilverreigers, de kraanvogel en de zee
arend hebben dat toch ook gedaan toen de leefom
standigheden hier geschikter voor ze waren gewor
den. En kan het niet zo zijn dat de aanwezigheid
van de Chileense flamingo's, die ruim veertig jaar
geleden plotseling in een groep in de Nederlandse
Delta opdoken, de zo nu en dan in deze richting af
dwalende grote flamingo's ertoe verleid heeft zich bij
hun familieleden aan te sluiten en ook in dit gebied
te blijven? Het grote gevaar van de aanwezigheid
van Chileense flamingo's in West-Europa ligt er nu in
dat zich in hetzelfde gebied na 1985 ook permanent
grote flamingo's ophouden. Chileense en grote fla
mingo's zijn genetisch zeer nauw aan elkaar verwant.
Ze herkennen elkaar als familie en vormen hetero
gene leefgroepen. Soms ontstaan gemengde paren
en worden er hybride jongen geproduceerd. Aan
de ene kant hebben de Chileense flamingo's er dus
mogelijk voor gezorgd dat na meer dan 2000 jaar er
weer grote flamingo's leven in West-Europa, aan de
andere kant vormt hun aanwezigheid een bedreiging
voor de soortzuiverheid van de grote flamingo's. De
Chileense flamingo's hebben in de loop van veertig
jaar een schat aan kennis opgebouwd betreffende ge
schikte broed-, foerageer- en overwinteringsgebieden
in West-Europa.
Zij hebben die kennis aan elkaar en ook aan de grote
flamingo's in hun leefgroep overgedragen. Wanneer
Chileense flamingo's die kennis kunnen overdragen
aan ruim 10 grote flamingo's, dan kunnen en zullen
ze dit ook doen aan nog meer grote flamingo's wan
neer die zich aansluiten bij de populatie. De ervaring
is echter dat de aangroei van het aantal grote fla
mingo's in de huidige populatie uitermate langzaam
verloopt. Enerzijds omdat nog maar weinig nieuwe
vogels zich blijvend aansluiten, anderzijds omdat het
door het lage aantal toch al geringe voortplantings-
potentieel van de grote flamingo's in de populatie
deels verloren gaat door de vorming van mengparen.
Op dit punt zouden mensen een sturende rol kun
nen gaan spelen. Door in meerdere jaren telkens van
buitenaf groepjes grote flamingo's aan de populatie
toe te voegen, zou het aantal "geïnstrueerde" vogels
van deze soort stijgen, hetgeen de kans op perma
nente vestiging flink zou vergroten. Op welke manier
nieuwe vogels in de groep geïntroduceerd kunnen
worden, is een zaak van nader onderzoek en over
leg. Na enige tijd zou dan actief begonnen kunnen
worden het aandeel Chileense flamingo's in de groep
terug te brengen door het wegnemen van eieren uit
nesten van Chileense flamingoparen in de broedkolo
nie, of door de uit het ei gekomen Chileense kuikens
naar dierenparken over te brengen. Het "Chileense
gevaar" verdwijnt zo uiteindelijk. West-Europa is dan
blijvend een nieuwe interessante vogelsoort rijker.
Op de site www.flamingosinnederland.info vindt de
lezer nog meer informatie over flamingo's.
Literatuur
Hans Warren (1921-2001) Uit: Verzamelde Gedichten,
Uitgeverij: Bert Bakker 2002