De oude zeedijk van de
Zuidhoekinlagen
Landschapsfoto
Door Frans Beekman
Op het middenblad van Sterna wordt
telkens een bijzonder landschap van
Schouwen-Duiveland of Goeree-Overflak-
kee getoond. Frans Beekman belicht de
historisch-geografische aspecten van dat
landschap.
Wie veel van de Nederlandse kust heeft gezien en deze landschapsfoto bekijkt, zegt: 'Dat
moet ergens bij laagwater langs de Oosterschelde zijn'. In de toelichting probeer ik duide
lijk te maken wat deze dijk zo bijzonder maakt: de steenbekleding, de perkoenpaaltjes en
ook de begroeiing.
Vlakbij de Zeelandbrug ligt in westelijke richting de
zeedijk van de Zuidhoek, het deel van Schouwen dat
door de aanleg van het Havenkanaal van Zierikzee vlak
voor 1600 apart kwam te liggen. Bij het dijkrestant
Kurkenol links op de foto is de Oosterschelde meer dan
20 meter diep. De geul Roompot veroorzaakt al eeuwen
een sterke uitschuring. Gevolg was dat het waterschap
steeds een reserve- of inlaagdijk achter de zeedijk
moest aanleggen. Toen de dijk uit het midden van
de 16e eeuw dreigde te bezwijken, werd in 1721 een
inlaagdijk gemaakt, die al snel de nieuwe zeedijk werd.
In 1763 kwam er een nieuwe inlaagdijk die er nog ligt.
In het begin van de 18e eeuw werd hier land prijsgege
ven. Het overgebleven 'meijland' met schor vormde een
natuurlijke buffer. Verdere kustafslag werd voorkomen
door het leggen van zinkstukken van rijshout ver
zwaard met natuursteen in de vooroever. Dat moest het
afglijden van de dijk (dijkval) voorkomen.
Al in de 19e eeuw bekleedde men de Schouwse dijken
met basaltblokken aangevoerd uit de Eifel. De gestorte
steen ervoor heet de kreukelberm, want daar kan je
alikruiken ('krukels') rapen. Hoger op de dijk werd
Vilvoordse zandsteen gebruikt, later ingewassen met
een soort gietbeton. De bocht van de dijk is vermoede
lijk veroorzaakt door een oeverafglijding. Bovenop de
dijk zien we stenen dijkpaadjes en takken die te maken
hebben met oriëntatie vanaf het water.
Ook de perkoenpalen geven een kenmerkend beeld.
In het midden van de 18e eeuw begon het waterschap
met het plaatsen van die palenrijen, aanvankelijk van
eik, later van den. Die palen moesten de golven breken
die aldus niet ver de dijk opliepen. Zo was een dijk
verhoging niet nodig, die immers ook zou leiden tot
een kostbare dijkverbreding.Verder hielden de palen
de stenen op hun plaats. Achter sommige palenrijen
ligt aanspoelsel of veek. Het is duidelijk dat de oude
zeedijk bij de Zuidhoekinlagen er wat opgelapt bij ligt
en daarom zijn er dijkverbeteringswerken langs de
Oosterschelde begonnen. Ter voorbereiding werd de
cultuurhistorische betekenis van de dijken door een
adviesbureau onderzocht. In hun rapport van 117 blad
zijden werden de perkoenpalen helaas niet beschreven
en niet in de waardering meegenomen. Dit houten
erfgoed met een traditie van 250 jaar verdwijnt nu in
hoog tempo. Het is goed dat Juliette Timmerman veel
palen op de dijken rond Schouwen-Duiveland heeft
gefotografeerd voor het mooie boek 'Schoonheid langs
de Oosterschelde. Ode aan de perkoenpaaltjes' (2011).
Naast de perkoenpaaltjes staan verschillende zoutplan-
ten, zoals zeeaster, zeealsem, hertshoornweegbree,
spiesbladmelde en melkkruid. Op de zaden van deze
planten komen veel vogels af. Ook kan de natuurlief
hebber er naar zeldzaamheden als zeekool, zeevenkel
of strandbiet zoeken.