Een ontmoeting met f-aé?,:!,: Iflfe Natuurmensen irfn% r..*»V JNfc J ..>-£ Goeree-Overflakkee (tÉi^jTv'gjjaW-1 JhV' r»4 .-S 'Sp,V :j Vf j ^4' M !|p j t; Juf k.' V* Wat een uitzicht en wat een ruimte! Die ruimte herinner ik me ook uit mijn jeugd. Ik ben in 1946 geboren, het ouderlijk huis stond tussen Monster en Loosduinen. Als je er nu komt, zou je dat beeld niet herkennen. Alles is nu volgebouwd met kassen, maar toen kon je aan de ene kant van de weg zo de duinen in en aan de andere kant hoefde je maar met een plank de sloot over en was je in de weilanden. Die ruimte, dat waardeer ik erg. Ik kom uit een groot tuinders gezin. Er was geen plek voor ons allen in het bedrijf, dus de meesten van ons zijn uitgevlogen. Wel heb ik een tuinbouwopleiding gedaan. Het vak van tuinbouw- voorlichter sprak mij toentertijd aan. Ik zag wat een invloed de tuinbouwvoorlichter had en hoeveel waarde hij toevoegde tijdens zijn bezoeken. Dat wilde ik ook. En na je studie kwam je naar Flakkee? Ik werkte een paar jaar als arbeidsanalist en in 1972 begon ik bij TNO Milieuonderzoek. Ginjaar was direc teur (op het eind van mijn periode bij TNO werd hij Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne). We hebben als milieuafdeling binnen TNO nog bijgedra gen aan de vertaling van het Rapport van de Club van Rome. Ik werkte er o.a. aan een fosfaatbalans voor Nederland. Je kon stellen dat, globaal, de helft van het fosfaatprobleem werd veroorzaakt door wasmiddelen, de andere helft door de land- en tuinbouw. Dat was middelenprobleem is al lang opgelost, maar het wrange is dat het probleem in de landbouw nog steeds bestaat. In die TNO jaren ontstond bij mij de overtuiging dat we met z'n allen een andere weg in moesten slaan. vC r/ los vrtüi; dë Sluiskreek van Oude Tonge 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2013 | | pagina 20