In 1939 veranderde er veel. Meneer Jochems verkocht
al zijn bezittingen inclusief de eendenkooi aan F.A.L.C.
Baron Schimmelpenninck van der Öye uit Wassenaar. De
Baron was ook een fervente vogelliefhebber. Hij bezat
al de eendenkooi in Oosterland. Verder bleek toch alles
z 'n gewone gang te gaan. De zomer van 1939 was een
prachtige zomer, maar er was steeds meer onrust. Op
1 september was mijn onbezorgde kinderlijke leventje
voorbij. Nazi Duitsland was Polen binnengevallen, er
kwam mobilisatie, je zag buren en bekenden in slecht
zittende uniformen met plunjezakken naar de tram
gaan. Was er tot dan toe het gezellige brommende ge
luid van de "Douglas" die van Rotterdam naar Haamste
de vloog, van de éne op de andere dag was alles anders.
In plaats van de DC 2 of 3, nu Fokkers en Koolhovens
die oefenden boven Schouwen. De oorlog met Engeland
speelde zich nog hoofdzakelijk op zee af, het zware
gedreun van het scheepsgeschut en af en toe zwarte
rookwolken was erg verontrustend.
In de strenge winter van 1939-40 was mn vader
s nachts druk in de weer om met een bijl en een grote
zaag wakken voor de staleenden in de kooiplas open te
houden, heel zwaar en ook gevaarlijk werk.
Kun je wat vertellen over hoe de Prunje er vergeleken
met de inrichting van Plan Tureluur toen uitzag?
Het landschap was veel kleinschaliger, op de wat betere
perceeltjes werden voederbieten en gerst geteeld, ook
waren er hooiweitjes en werd er een koe gestald die niet
hoefde te worden uitgerasterd want eromheen waren er
lagere stukken met water en veen in een grillig patroon,
de eeuwenoude verkaveling die is gebaseerd op het
ontstaan van het gebied vóór de bedijking. De hoogte
verschillen waren op kleine schaal groter dan thans als
gevolg van verschillen in de ondergrond met wisselend
zand, derrie en klei. Dat zal in Plan Tureluur ook gaan
gebeuren maar deze landschapsvormende processen
kosten nu eenmaal tijd en het landschap uit mijn jeugd
jaren had daar 800 jaar de tijd voor gehad!
Vlak voor de oorlog zijn jullie verhuisd naar de eenden
kooi van Oosterland, waarom dat?
In het voorjaar "verzocht" Baron Schimmelpeninck mijn
vader met z 'n gezin te verhuizen naar de verwaarloosde
kooi in Oosterland. M n moeder wilde dan wel een
aantal verbeteringen aan het huis, dat is ook gebeurd, al
was de Baron niet erg toeschietelijk.
Zo verhuisden we op 1 mei 1940 naar Oosterland. Wat
meteen opviel was de mooie, groene omgeving, heel
anders dan het toch kale Schouwen. Mijn vader had
van tevoren al een plan gemaakt voor verandering en
aanpassing van de kooi, er werd direct met de uitvoe
ring begonnen, onder andere werd het veel te dichte bos
uitgedund. Op 10 mei 1940 vlogen er vliegtuigen laag
over en er werd ergens geschoten. De schilder die nog
bezig was, raakte in paniek en riep dat we alle mannen
in de kelder moesten laten gaan, want hij was bang voor
gifgas. Oosterland was een heel andere wereld, mede
ook door de oorlog. De gevangen eenden moesten aan
de Duitse Wehrmacht worden geleverd, zo kwam majoor
Von Bredow, de officier voor de jacht en de visserij
mededelen. Aanvankelijk een streng heer, maar later
maakte hij duidelijk niet erg gelukkig te zijn met het
huidige regime. Mijn vader was in Ellemeet al "Onbe
zoldigd Rijksveldwachter", om tegen stroperij op te
kunnen treden. Bij het uitbreken van de oorlog verviel
dit uiteraard, maar niet lang daarna gaf majoor Von
Bredow mijn vader opdracht zo n beetje datzelfde werk
te doen. Duitse officieren jaagden met buitgemaakte
jachtgeweren en kwamen ook wel eens in de buurt van
het afpalingsgebied van de eendenkooi. Als mijn vader
ze daar opmerkzaam op maakte, verontschuldigden de
meesten zich en hielden er rekening mee.
Teun en oom Gera
een van de pijpen
De oorlog ging verder met al zijn ongemakken en
schaarste. De Duitse militairen die op Viane gelegerd
waren, fietsten elke dag langs en kwamen af en toe bij
ons aan, ze waren erg in de eendenkooi geïnteresseerd,
lieten hun geweren in de keuken achter en gingen met
mijn vader de kooi in. De bonenkaffee die mijn moeder
nog had, was ook zeer in trek, dat kenden ze in hun
vaderland allang niet meer. Voor mij was er van alles
te ontdekken. Achter de eendenkooi liep de Geule van
Oosterland naar de spuiboezem bij het gemaal Viane.
Met de grote roeiboot verkende ik het hele gebied. Ook
ontdekte ik nieuwe planten in de bermen, zoals smeer-
wortel, die hadden we in Ellemeet niet. Met mijn vader
ging ik op zondagmorgen naar de Rampaartsedijk, daar
groeide de hele wilde flora, de Flora van Heinsius en
Thijsse mee, want Heimans mocht in die tijd niet meer
genoemd worden!
18