Rijke dijken en getij denpoelen
Getij denpoelen
Schouwen-Duiveland
Foto: Peter Metnmger
Mede in het kader van het project 'Rijke dijken' zijn langs de zeedijken van de Oosterschelde
bij wijze van proef getijdenpoelen aangelegd, met als doel het ecologisch functioneren van
de dijk te vergroten. Sommige poelen hebben ook een recreatieve/educatieve functie. Tot nu
toe was vrijwel onbekend hoe deze poelen functioneren.
Onderzocht werd of de poelen een ecologische meer
waarde opleveren. De concrete vraag was: welke dier
soorten maken gebruik van deze poelen en op welke
wijze (voortplantingsgebied, kinderkamer etc.) doen ze
dat? De volgende poelen werden in het late voorjaar en
in de zomer één tot drie maal bezocht: nabij Flaauwers
Inlaag, Betonbakken Ouwerkerk, Koude- en Kaarspolder,
Kattendijkse Dijk (vier poelen) en Goese Sas. Het onder
zoek bestond uit een inspectie van de poelen, waarbij
stenen gekeerd werden en actief met behulp van schep
en sleepnetten werd gevist. Van alle herkenbare dieren,
planten en andere organismen is een lijst per poel opge
steld en een schatting gemaakt van de talrijkheid.
Ecologische meerwaarde
Getijdenpoelen hebben een ecologische meerwaarde
omdat ze van nature altijd in een delta aanwezig zijn
op plaatsen waar water in kleiachtige kommen bij eb
niet kan wegstromen. De aanleg van de zeedijken heeft
veel van dit soort plekken met hun leefgemeenschappen
doen verdwijnen. De aanleg van nieuwe poelen biedt
slechts gedeeltelijk een vervanging voor deze natuurlij
ke poelen en hun leefgemeenschappen, omdat ze veelal
opgebouwd zijn uit hard substraat en hierdoor vaak een
ander, weliswaar soortenrijker, habitat vormen. Ook zijn
ze veelal op gelijke hoogte in de getijdenzone aange
bracht, waardoor de hiermee gepaard gaande natuurlijke
soortendiversiteit 'beperkt' blijft. Wel verzachten de
nieuwe getijdenpoelen de harde en monotone grens
tussen land en stromend water die zeedijken tegenwoor
dig vormen. Gezien het uiteenlopende karakter van de
aangelegde poelen is het ecologisch effect variabel. Een
kleine betonnen waterbak van enkele kubieke meters
(Ouwerkerk) is van een geheel ander karakter dan een
uitgestrekte laaggelegen poel met slikkerige bodem
(Flaauwers Inlaag).
De soortenrijkdom blijkt in veel van de poelen erg hoog
te zijn. Dat geldt voor veel soortgroepen. Steekproefs
gewijs is ook in de directe omgeving van de poelen
gekeken en meestal was daar een vergelijkbare hoeveel
heid soorten aanwezig. Voor enkele soortgroepen zijn
de poelen iets soortenrijker dan de directe omgeving.
Dat geldt voor de wieren, anemonen en garnalen. In een
aantal van de grotere poelen zijn flinke scholen jonge
vis aangetroffen. De indruk bestaat dat ze een functie
vervullen als kraamkamer. Omdat de poelen vaak een
gering oppervlakte hebben, zal het effect op popula
tieniveau beperkt zijn. Dit neemt niet weg dat bij een
flinke uitbreiding van de poelen het effect wel dienover
eenkomstig vergroot zal worden. Omdat hard substraat
in de delta van nature niet aanwezig is, is het aandeel
exotische soorten er ongekend hoog. De instroom van
nieuwe soorten gaat onverminderd door.
4