Een ontmoeting met Dirk van Straalen Natuurmensen Goeree-Overflakkee Donderdagavond kan ik wel, schreef hij. Om zeven uur stap ik binnen bij Dirk van Straalen, jong, enthou siast, natuurmens, veldeco- loog, een jongen met meer energie dan een middelgro te windmolen op de Noord zee levert. Zo'n anderhalf uur later ben ik weer bui ten, genoeg gehoord om een nummer van Sterna he lemaal vol te schrijven. En Dirk is klaar om een potje voetbal te kijken. Want als hij even niet buiten is, dan kan hij ook op de bank hangen en met voetbal de accu weer opladen. Sï&i" Biesbosch, 2014, onderzoek grote modderkruipers. Dirk, hoe begon het allemaal? 'Ik ben geboren in Zoetermeer in 1983. Van thuis heb ik veel meegekregen met betrekking tot de natuur, en mijn opa was jager, ook een natuurmens. Op dertienja rige leeftijd ben ik met mijn ouders meeverhuisd naar Ooltgensplaat, dicht aan de buitendijk tegen de Hel legatsplaten. Mijn vader had een rozenkwekerij en was uitgekocht voor de aanleg van de HSL en een nieuwe woonwijk. In Ooltgensplaat ontstond pas echt de pas sie voor vogels. Met een verrekijkertje ging ik de Hel legatsplaten op, vlak achter ons huis'. En dan, kijken, nog eens kijken, het gidsje er nog eens bij, ziet hij een waaierstaartrietzanger (nu graszanger geheten). Hij meldt het op de vogellijn van Dutch Birding en binnen de kortste keren staat er een legertje vogelaars onder aan de dijk. Daar wil hij meer van. Eerst de middelbare school in Middelharnis, daarna de opleiding Bos- en Natuurbeheer in Velp. Hij loopt stage bij Natuurmonumenten op Tiengemeten en bij Leo Lin- nartz voor Stichting Ark. 'Ik begon te geloven dat ik meer in mijn mars had. Na zoeken werd het uiteindelijk Delft; ecologie, biodiversiteit en watermanagement.' Als afronding van zijn studie in Delft is er weer een stage op een eiland, dit keer voor een half jaar op Bonaire bij Stinapa in het Washington Slagbaai Nationaal Park. Hij ontwikkelt een onderzoeksmethodiek voor endemi sche reptielen, toegesneden op de situatie op Bonaire. Blauwstaarthagedissen, Bonairiaanse anolissen en groene leguanen zijn het onderwerp. Onderzoek was wel no dig, want in de weekenden stond het park open voor bezoekers met barbecues en dan werden de leguanen in flinke aantallen opgegeten. Bovendien had de begrazing door geiten en ezels een negatief effect op de inheemse vegetatie. 'Daarnaast was ik bezig met shorebird tellin gen, grotten in kaart brengen, vleermuizenonderzoek met mistnetten. Veel verschillende dingen, maar alles met de Antilliaanse gemoedelijkheid. Afgelopen zomer ben ik weer terug geweest, het blijft een fantastisch eiland. Eigenlijk wilde ik best blijven in 2009 maar dat was moeilijk te realiseren. Trouwens, ondertussen worden daar leuke resulaten geboekt, met terugmeldingen van geringde vleermuizen uit Curagao en Venezuela.' De studie afgerond, en dan? Terug in Nederland wordt hij gebeld door DPM, de aan Bureau Waardenburg gelieerde detacheerder, om daarna al gauw bij Waardenburg zelf aan de slag te gaan bij de afdeling Natuur en Landschap. Hij is veel betrokken bij onderzoeken naar vogels, vissen, vleermuizen, reptielen en kleine zoogdieren. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 14