Willen we wel getij in de Grevelingen? Grevelingen Schouwen-Duiveland ■1 -r Het is bijna tien jaar geleden dat op initiatief van de destijds pas aangetreden beheerder Groenservice Zuid-Holland (GZ-H) in samenwerking met partijen als Staatsbosbeheer, Rijks- aterstaat, Delta NV een toekomstvisie voor de Grevelingen werd gelanceerd: Zicht op de Grevelingen. De Grevelingen moest weer een dynamisch gebied worden met meer leven in de brouwerij. De kwaliteit van het water voor wat betreft het zuurstofgehalte in de diepere delen sukkelde geleidelijk verder achteruit en de helderheid was minder geworden. De boel verstofte. Voor de recreatie gold hetzelfde, die kon wel een flinke oppepper gebruiken, was men van menmg. Zeekraalvegetatie Slikken Flakkee-Midden Onder het motto: Eco2 Economie Ecologie werd de nieuwe visie met verve aan de man gebracht. Speerpunt in de visie was een getijdencentrale in het noordelijk deel van de Brouwersdam, die dankzij het in- en uitlaten van water tussen Noordzee en Grevelingen de omgeving van duurzaam opgewekte energie zou voorzien. In het spoor daarvan werden futuristische plaatjes geschetst van aan te leggen energie-eilanden, waar met behulp van wind en zon nog meer stroom geproduceerd werd. Dat alles zou uiteraard veel toeristen trekken, waarvoor nieuwe pretparkachtige verblijfsaccommodaties met havenfaciliteiten langs de dam werden voorzien. Om de getijdencentrale tenminste enigszins rendabel te laten zijn, moest het getijverschil in de Grevelingen minimaal een meter zijn. Het water in de Grevelingen zou door de grotere uitwisseling en daardoor ontstane stroming ook op grotere diepte meer zuurstof gaan bevatten en dank zij het gedempt getij kunnen er tijdens laag water weer delen droogvallen waar steltlopers en meeuwen foerageren. Daarnaast zou getij gunstig zijn voor be houd van zilte vegetaties en zouden er nieuwe mogelijk heden voor kustbroedvogels ontstaan. Tussen droom en daad De politiek reageerde over het algemeen enthousiast, al vormden de honderden miljoenen die uitvoering van de plannen zou gaan kosten nog een fikse hinder paal. Bovendien moest er nog het een en ander worden uitgezocht ten aanzien van de effecten van het getij op de huidige infrastructuur, de onderwaterbodem, de oeverbescherming etc. Trouwens, een centrale met visvriendelijke turbines is ook nog niet uitgevonden. Uit onderzoek elders bleek dat dit ware gehaktmolens kun nen zijn. Het getijverschil van 1 meter bleek toch een stap te ver, dat gaf problemen op Port Zélande en van de natuureilanden bleef niet veel over.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2014 | | pagina 4