Tekst en foto's: Kees de Kraker
Voor het zuurstofgehalte van het water werd door
Rijkwaterstaat een curve geschetst waaruit bleek dat
het verschil in oppervlak van de Grevelingen met
weinig zuurstof bij een getij van 50 cm vergeleken
met dat van lmeter, zeer gering was. In optimisti
sche berekeningen ging men vervolgens uit van een
rendabele getijdencentrale bij een getijslag van 50
cm, al bleven de oppervlakten intergetijdengebied en
verwachte stroomopbrengst die bij het plaatje met 1
meter getij hoorden, nog lang rondzingen.
Natuurwaarden
Los van de periodieke zuurstoftekorten in de diepere
delen van de Grevelingen ontwikkelden de droogge
vallen platen en slikken zich in de loop der jaren tot
natuurgebieden met bijzondere kwaliteiten en blijkt
het water in de ondiepere delen nog altijd aantrekke
lijk voor visjes als grondels. Het zijn deze kwaliteiten
die bij de aanwijzing van de Grevelingen tot Natu-
ra2000-gebied een belangrijke rol hebben gespeeld.
Daarbij gaat het om zaken als foerageergebied voor
visetende vogels (fuut, geoorde fuut, middelste
zaagbek), broedgebied voor kustvogels (strandplevier,
grote stern, dwergstern), schrale zoete vegetaties op
een kalkrijke ondergrond als in duinvalleien met par-
nassia, duizendguldenkruiden en tal van orchideeën.
Speciale bescherming geniet de zeldzame groenknol-
orchis waarvan momenteel op de Veermansplaat de
grootste populatie van Europa voorkomt. Bijzonder
zijn ook de grote populaties van harlekijn, herfst-
schroeforchis en slanke gentiaan op de Hompelvoet.
Maar ook zilte vegetaties komen nog steeds op grote
schaal voor. Daarbij gaat het niet alleen om uitge
strekte zeekraalvlaktes, maar ook allerlei overgangen
naar meer brakke vegetaties zijn rijkelijk vertegen
woordigd.
Van internationaal belang is verder het voorkomen
van de noordse woelmuis, die in de Grevelingen op
veel plaatsen te vinden is en op de Slikken van Flak-
kee een bolwerk heeft.
De populatie zeehonden in de Grevelingen groeit jaar
lijks en ligt momenteel rond de 50 exemplaren. De
gewone zeehond plant zich hier ook voort.
Getij en huidige waarden
Een belangrijk deel van de bovengenoemde waarden
is geconcentreerd in de laagst gelegen delen van het
gebied. Zo kwamen de legsels van de grote sterns
die op het hoogste deel van Markenje broeden, een
eilandje bij Ouddorp, in 2013 na veel neerslag in het
water te liggen. Dit ondanks het voor de kustvogels
aangepaste peilbeheer waarbij de waterstand gedu
rende het broedseizoen wat lager wordt gehouden. Bij
een getijslag van de beoogde 50 cm komen de kust-
broedvogels op alle huidige locaties in de problemen.
Een stukje opschuiven is vrijwel nergens mogelijk
en nieuwe veilige broedplaatsen zullen niet vanzelf
ontstaan.
Groenknolorchis op de Veermansplaat
Pst®
Herfstschroeforchis op de Hompelvoet.
Moeraskartelblad op de Stampersplaat. Een groot deel van dit
soort vegetaties zal verdwijnen bij ingebruikname van een
getijdencentrale.