De duinvallei Vlierendal
Landschapsfoto
Door Frans Beekman
Op het middenblad van Sterna wordt
telkens een bijzonder landschap van
Schouwen-Duiveland of Goeree-Overflak-
kee getoond. Frans Beekman belicht de
historisch-geografische aspecten van dat
landschap.
In het Vlierendal ten noorden van de boswachterij is de geschiedenis van de Kop van
Schouwen goed af te lezen. Dankzij gevonden potscherven zijn in deze duinvallei de Oude
en Jonge Duinen in de tijd te plaatsen.
Rondom in de wand van de uitgestoven duinvallei zien
we een donkere band van humeus zand. Erboven liggen
de reliëfrijke Jonge Duinen begroeid met helm, duin
doorn en vlier. Het Vlierendal is een deel van de grote
Westerse Laagte tussen de zeereep en Teunesseshil.
Onder de donkere band ligt het witte, uitgeloogde
oudere duinzand dat steeds dieper wordt uitgeblazen.
Wanneer deze uitstuiving het grondwater nadert, raakt
het vochtige zand begroeid en dan stopt de erosie.
Bekijken we de donkere band wat beter dan blijkt die
te bestaan uit licht humeuze zandlagen afgewisseld
met dunne lagen lichtgekleurd zand van een tijdelijke
overstuiving. De donkere laag ligt onder alle reliëfrijke
duinen van Schouwen en is ontstaan op de genivel
leerde Oude Duinen. De wat vastere bodemlaag remt de
winderosie een tijdlang, maar wordt op den duur door
blazen. In het Vlierendal is door de plaatselijk verschil
lende winderosie een grillig kleurenpatroon te zien.
Het duintje midden op de foto is bijzonder. Daar stond
een vlierstruik met een diep wortelstelsel, die het
strandzand onder de Oude Duinen vasthield. De hierin
gevonden schelpjes zijn gedateerd op ca. 1800 jaar
voor Chr. Door de wind verdween het omliggende zand
en bleef de duinbuit met de vlierpruik over. In de geo
logie heet zoiets een 'getuigenberg'. Wanneer de struik
geheel is verteerd en omgevallen, blijft een 'ijsbergje'
Op de venige plek aan de rechterkant van de foto
werden honderden scherven uit de Midden Ijzertijd
gevonden, vergezeld van verweerde botten. Uit labo
ratoriumonderzoek bleken de botten van koeien en
schapen 2100 a 2200 jaar oud, ongeveer net zo oud
als de potscherven. De scherven en botten waren afval
van een boerderij. Bijzonder was de vondst van een
stuk edelhertgewei en een mantelspeld uit de Romeinse
tijd. Deze laatste vondsten dateren uit de eerste eeuw
na Chr. Uit een hogere laag was een beperkt aantal
scherven uit de 10de en 1 1de eeuw, de begintijd van de
Jonge Duinen, tussen de oudere scherven terechtgeko
men.
Het gevolg van de winderosie is dat materiaal uit alle
tijden naar beneden zakt. Op de bodem van het stuifgat
ligt het bij elkaar. In de geologie heet dat een keien
vloertje of 'desert pavement'. Om de oorspronkelijke
ligging van de diverse opeenvolgende zandlagen te ach
terhalen is vaak een duinwand in de buurt, waar ze in
oorspronkelijk verband zichtbaar zijn. De verwachting
is dat het Vlierendal door de huidige kustdynamiek in
contact zal komen met het windgat bij strandpaal 14.
Dit was mijn laatste bijdrage voor Sterna. Sinds 1972
stonden er 120 kleine en grote artikelen over het land
schap in dit tijdschrift. Ik hoop dat de lezer ze met net
zoveel plezier heeft gelezen, als ik ze heb geschreven.