schittering van zonlicht drijft
op de ebstroom naar zee
de boot wacht voor de brug
verbinding tussen overkanten
vroeger was hier een veer
de meerpaal een herinnering
- - •-
-
"H'
weringen heeft in 2010 het dijktalud bij de Val opge
hoogd en een nieuwe bekleding met betonzuilen aange
bracht. De met steenslag opgevulde kieren daartussen
vormen een goed kiemingsmilieu voor allerlei planten.
Aan de bovenkant van het talud was er een ruigte die
voor een deel uit wouw bleek te bestaan. Wouw, een
plantensoort uit de resedafamilie, is een forse één- tot
tweejarige plant waarvan de stengels eeuwenlang wer
den gebruikt om wol, linnen en zijde van gele of groene
kleuren te voorzien. De verfplant komt oorspronkelijk
voor in het Middellandse Zeegebied en is door de Romei
nen hier gebracht. Als teelt heeft de soort het in Neder
land nooit gemaakt en is in dat opzicht dan ook niet te
vergelijken met meekrap dat voor rode kleuren werd
gebruikt. Het hier gebruikte verfmateriaal werd vooral
geïmporteerd uit Frankrijk. Omdat de verfstof met name
voor de lakenhandel op de Levant (het gebied ten oosten
van de Middellandse Zee) onmisbaar werd geacht, wilde
men de teelt daarvan in ons land bevorderen.
Zo werden er door een voorloper van de ZLM, de Maat
schappij van Landbouw, premies gegeven aan telers die
een verslag inleverden over het verloop van de teelt en
de behaalde opbrengsten. Dat leidde tot mooie versla
gen en lovende woorden van de ververs over de prima
kwaliteit van de Hollandse wouw (beter dan de Franse),
maar de teelt bleek weinig lucratief en stierf een stille
dood. Toch is er in dat opzicht tegenwoordig weer enig
leven in de brouwerij, want na het opstarten van de teelt
van meekrap, wordt er nu ook weer wat wouw verbouwd
op Tholen en in West-Brabant, die door het bedrijf Rubia
als natuurlijke verfstof verder wordt verwerkt. Hoe
wel de teelt niet aansloeg, wist wouw zich wel in onze
omgeving te vestigen. De soort komt voor in het oos
ten van het land en in de duinen op kalkrijke, zandige
grond. Daarmee is het toch een blijvertje geworden, in
tegenstelling tot meekrap die zich na afloop van de teelt
niet heeft kunnen handhaven, al wordt er soms nog een
doodenkel plantje gevonden.
15