Duitse vogelbeschermers kregen het in Nordrhein-West- falen van de deelstaatautoriteiten gedaan dat de jacht op kollen op plekken waar ook dwergganzen pleisteren zou worden gesloten. Echter, dan moesten die locaties eerst wel worden gevonden. Nadat vangpogingen om vogels te zenderen in Zweden en bij Petten in Nederland mislukten, wist Gerard Muskens zomer 2014 bij Hudiks- vall in Zweden vijf exemplaren te vangen. Hij voorzag ze van GPS-trackers. Van deze vijf bevonden zich begin januari 2015 vier exemplaren in Duitsland en had eentje de Engelse oostkust bereikt. Deze keerde na drie dagen terug naar het continent en wel naar België. In Nederland is de situatie evenmin vrij van zorgen. Na dat de hier overwinterende dwergjes aanvankelijk meer pleisterplaatsen aandeden waaronder Anjum, resteren er voorzover bekend thans slechts twee, Strijen en Pet ten. Hopelijk krijgen meer vogels GPS-trackers, zodat dan nog andere locaties worden gevonden. In ieder geval kan dan via die zenders duidelijk worden waar de dwergganzen heengaan tijdens streng winterweer. Ze zijn dan soms weken foetsie. Incidenteel komen er dan waarnemingen van Noord-Beveland en/of de Alblasser- waard. Zowel het Oude Land van Strijen als Petten zijn Natura 2000-gebieden, aanwijzingen waarbij de aanwe zigheid van de dwergganzen doorslaggevend was. Het is verbazingwekkend om niet te zeggen ergerlijk dat in Zuid-Holland de Omgevingsdienst Haaglanden ogen schijnlijk achteloos omspringt met het afgeven van ont heffingen, zodat in Natura 2000-gebied het Oude Land van Strijen hazen en ganzen kunnen worden bejaagd. Alleen al de verontrusting kan fnuikend zijn voor een vogelsoort waarvan - laten we dat wel bedenken - de hele Europese populatie overwintert op enkele percelen grasland. En dat in een reservaatgebied! De Zweden zijn nu 35 jaar bezig met hun dwergganzen- project. Schrijver erkent dat aan het project ethische as pecten zijn verbonden en dat menigeen bij kennisname van de manipulaties die men uitvoert om een soort als broedvogel te behouden, reden heeft tot wenkbrauwge- frons. Bovendien zijn de resultaten na 35 jaar zwoegen geenszins moedgevend. Aan de andere kant hebben de dwergganzen zich in Zweden en langs hun trekroute naar en in hun beide winterkwartieren in Nederland een grote schare supporters verworven. De komende jaren staan de Zweden voor de vraag: stoppen of doorgaan? Wordt vervolgd dus. Noot van de redactie: Op Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee worden vrijwel iedere winter dwergganzen gezien. Het betreft bijna altijd solitaire exemplaren. In januari 2013 daar entegen bevond zich een groepje van vijf dwergganzen bij Haamstede en in 2010 een groep van negen.jbron: waarneming.nl) Ook in de vogelwereld is grootte een relatief begrip. Op deze foto lijkt de grauwe gans een reus, waarbij de afgebeelde dwerg ganzen hun naam eer aan doen. Toch geeft Lars Jonsson in zijn gids voor de grootte van de grauwe gans aan 75-90 cm en voor de dwerggans 53-66 cm. Dus zoveel scheelt dat ook weer niet. Zeker bij gebruik van een teleobjectief zoals bij het maken van deze foto kan door de afstand van de individuele vogel(s) tot de fotograaf op de foto de grootte misleidend zijn. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 20