Door Gerard Ouweneel
Men had mogen verwachten dat deze beschikbaar zou
zijn geweest vóór de sluiting van de Philipsdam in 1987.
Maar goed, het stuk was er.
Destijds, bij het doorlezen van het bewuste Flevobericht
nr. 310, stortte ik bijna van m'n stoel. Lepelaars, grote
zilverreigers en ralreigers zouden het KV gaan bevol
ken. Ook zwarte sterns, dwergmeeuwen en, we zouden
er niet opkomen, kroeskoppelikanen! Verder oehoes,
visarenden en natuurlijk de obligate zeearend. En dan,
houdt u vast, aan zoogdieren werden verwacht edelher
ten, wilde zwijnen, visotters, bevers, ja zelfs elanden. De
samenstellers van de Beheersvisie verbonden wel voor
waarden aan de komst van die klinkende namen. Voor
iedere opsomming van een rijtje glanssoorten stond 'als
dit, als dat...'. Maar toch! Nu dienden (en dienen!) deze
ruim met verleidelijke soortnamen opgetuigde rap
porten vooral om 'beleid' te verkopen. Indien een paar
decennia later de realiteit anders uitpakt, dan zijn de
opstellers óf gepensioneerd óf zelfs in hun hiernamaals.
Nog even terug naar het Haringvliet en daarna op
nieuw het KV. Het fantasiepanorama dat het 'nieuwe
Haringvliet' van kleur en smaak voorzag, heb ik door
een vergrootglas begluurd. Boven de Scheelhoek, die
is ingetekend conform de plannen van destijds van
Deltanatuur, vliegt een visarend. Bij Hellevoetsluis ver
plaatst zich een groep brandganzen en we zien verder
lepelaars en grote zilverreigers. Rustende zeehonden
op de Slijkplaat, die op zijn westpunt een uitkijktoren
a la De Prunje heeft staan. Er legt juist een elektrische
aqualiner aan om dagjesmensen te ontschepen, bezoe
kers die dus komen 'uitwaaien'. De in het vooruitzicht
gestelde vogelobservatiekoepel is geschetst op een
van de Scheelhoekeilanden. Langs de noordrand van
Overflakkee zien we vanaf die Scheelhoekarchipel tot
en met de Westplaat buitendijks een brede strook van
rietgebieden, slikken en geulen. Op de schets ziet dat er
aantrekkelijk uit, maar waar eindigen de grenzen van de
fantasie, nietwaar?
Veel recreatie, dat ook. We zien kitesurfers, een vloot
zeilers, kanoërs en een beroepsvisser die het voorzien
zal hebben op de zalmen, steuren en palingen die de
kier gaan gebruiken om op en neer te pendelen. Ook
zullen witsnuitdolfijnen en bruinvissen zich door die
kier gaan wurmen.
Natuurlijk waren de natuur- en recreatieschappen Gre-
velingen en Haringvliet op de hoogte van de komende
gebeurtenissen. Najaar 2014 sorteerden beide schappen
hierop voor door te fuseren tot een nieuw lichaam met
de naam 'Zuidwestelijke Delta'. Geen natuur in het toen
uitgegeven perscommuniqué maar recreatie. We lazen:
'aantrekkelijk voor toerisme en recreatie zoals bijvoor
beeld Tiengemeten' en 'een recreatief aantrekkelijk land
schap met voorwaarden die aansluiten bij de behoeften
van toeristen en recreanten'.
De toevoeging 'versterking van de natuurwaarden' kon
er niet af, maar wel zocht men ondernemers die van
het Haringvliet iets moois willen maken. In de negen
tig pagina's tellende Beheersvisie voor het KV van een
kwarteeuw geleden waren er slechts drie gewijd aan
recreatie. Niet vrij van symboliek is dat anno heden wel
anders. Dus een teken des tijds!
Op de 'artists impression' van het nieuwe Haringvliet
ontbreken windturbines. Komen die er niet en worden
de bestaande verwijderd? Of wilde de tekenaar de door
hem geschetste droom niet verstoren? Bekend is dat de
Provincie Zuid-Holland handenwrijvend naar de noorde
lijke Delta kijkt om de fraaie open ruimte vol te zetten
met die dingen. Zo vol dat een vriend smalend schreef
te voorzien dat de noordelijke Delta zou gaan bestaan
uit recreatiepiassen omzoomd door formaties van 150
nieter hoge turbines.
Maar goed, leve het nieuwe Haringvliet. Schrijf 2018 in
de agenda en, natuurclubs rond het Haringvliet, wees
waakzaam dat de op die Postcodeloterij gala-avond van
26 januari jl. gedane beloftes worden ingevuld.
Terug naar het KV waarvoor evenzeer waakzaamheid
is geboden. Als het al niet te laat is! Na de versnelde
verzoeting in 1987 liep de milieuontwikkeling in het
nieuwe KV binnen enkele jaren vast in een 'groene soep',
hetgeen de klinkende namen in de Beheersvisie van 1989
in een extra schril kader zette. Maar de grote aantallen
(water)vogels die thans het KV het jaar rond bevolken,
laten zien dat die het er best naar hun zin hebben. En
bij dat gevarieerde palet bevinden zich soorten waarvan
de namen in de RWS-beheervisie van een kwarteeuw
terug de wenkbrauwen deden fronsen. Quaggamossels
zouden zegenend werk hebben verricht om de 'groene
soep' te doen verdwijnen. Toch zint RWS nu op een
ander regiem, een optie die in ieder geval ingrijpt in de
huidige veelbelovende natuurontwikkeling in het KV en
bovendien een inmiddels voor de regio om diverse re
denen kostbaar zoetwaterreservoir om zeep helpt. Toen
ik tijdens een van de triomfantelijke informatiedagen
waarop van het 'nieuwe Haringvliet' kond werd gedaan,
informeerde naar de plannen met het KV, bleef reactie
uit. Later, tijdens de lunch, verklaarde een ambtenaar
desgevraagd 'we weten niet wat die quaggamossels gaan
doen'.
Gelet op het succes van het huidige KV voor een scala
aan zoogdier- en vogelsoorten neemt het departement
een grote verantwoordelijkheid jegens natuurbescher-
mend Nederland op zich om opnieuw aan het KV te
gaan sleutelen. Wat zijn de beweegredenen? Die 'groene
soep?' Dat lijkt achterhaald. Dus op zijn minst is een vi
sie nodig, een nieuwe Beheersvisie dus. En niet achteraf,
zoals die van een kwarteeuw geleden, toen de maatre
gelen al waren geëffectueerd, maar van tevoren. Want
achteraf zou opnieuw een 'déja vu' zijn.