Tekst en foto's: Jos Hendriks De grond bleek afkomstig van funderingswerken van een groot bedrijf uit Nieuwe Tonge. Op de presentatie bijeenkomst van het nieuwe College van B&W op eind maart 2013, te Ooltgensplaat, toch maar de nieuwe wethouder van de Gemeente Goeree-Overflakkee aange sproken. Hij zou de melding bekijken en reageren. Maar dat liet zeer lang op zich wachten. Daarna werden we van het kastje (NVWA) naar de muur (Afdeling Flora en Fauna van de Dienst Regelingen) en weer naar het kastje (NVWA) gestuurd. Een Kafka-gevoel begint te ontstaan. Ten langen leste, of misschien beter gezegd ten einde raad, op eind april 2013, de Inspectie Leefomgeving en Transport, via meldingsformulier op internet, benaderd. Automatisch antwoord ontvangen dat meestal binnen twee, maar maximaal binnen vijf dagen op een melding zal worden geantwoord. Half juni 2013 komt er een bevestiging van ILT van een melding via Internet ILT Handhaving: bijna twee maanden na onze melding! Ook in juni wordt er nog grond gestort. Eind juni rea geert de wethouder, via een vraag van een raadslid. De wethouder was verbaasd dat de zaak nog niet was afge handeld. Op 1 juli komt er een inspecteur van ILT op lo catie onze melding bekijken. De inspecteur maakt foto's van de situatie en zal verder eerst de eventuele, achter liggende stukken opzoeken: vergunning voor depot aan het Waterschap, vergunning voor grondstort daarna, etc. Verder gaat hij na wat bekend is over de kwaliteit van de gestorte grond als er toestemming zou zijn, dan moet die kwaliteit ook bemonsterd zijn. Ook zal hij nagaan wie, in welke hoedanigheid, verantwoordelijk is voor wat is gepasseerd. Vooralsnog lijkt een en ander in te druisen tegen het geldende bestemmingsplan en zou dus toch de Gemeente de eerste verantwoordelijke zijn voor het al dan niet toestaan van alle handelingen. Half juli 2013 komt de wethouder toch in actie. Via het eerdergenoemde raadslid laat hij weten dat hij iemand van de afdeling Handhaving zal langs sturen om te beginnen met het maken van foto's, om de handhaving te starten. Het blijkt dat inderdaad de Gemeente de handhavende partij moet zijn. Een jaar na de eerste melding moeten we constateren dat wij het dus bij het rechte eind had den. Het had een hoop ellende gescheeld als direct was opgetreden. Begin september 2013 meldt een (andere) jurist van de Gemeente, dat de Gemeente overgaat tot handhaving. De procedure wordt dan echter als volgt: de eigenaar van het perceel wordt, op basis van de Omge vingswetgeving, in de gelegenheid gesteld om een Omge vingsvergunning aan te vragen, teneinde de illegale stort te legaliseren! Zo werkt de Omgevingswetgeving. Eind oktober 2013 hebben we een gesprek met de jurist van de Gemeente, op diens verzoek. De gemeente wil van NLGO weten hoe NLGO denkt dat een herstel van het perceel het beste zou kunnen worden aangepakt. Wij hebben voorgesteld om een plan op te stellen om het gebied, voorzichtig, af te graven tot op de organische mulchlaag van de 'oorspronkelijke' begroeiing. En dit te doen met lichte apparatuur (op rupsbanden). Het door de eigenaar zelf uit laten voeren, lijkt ons hierbij geen goed idee. De jurist wil ons voorstel met de eigenaar van het perceel en het Waterschap bespreken. Hij hoopt binnen vijf weken tot een plan van aanpak te kunnen komen. Begin november meldt zich een milieuadviesbu reau met een verzoek voor een gesprek met de Gemeen te en de eigenaar van het perceel, om een herstelplan te bespreken. We hebben het bureau het zelfde voorgesteld als we gedaan hadden aan de jurist van de Gemeente. Aangezien een herstel, zoals wij dat voor ogen hebben, niet acceptabel is voor de eigenaar, gaat het gesprek niet door. Half november 2013 hebben we een afspraak met de wethouder. Helaas ziet hij alles wat er is gebeurd vóór zijn aantreden niet als behorend tot zijn verantwoor delijkheid. Op zich begrijpelijk, maar zo werkt het niet in de politiek. We hebben de wethouder, die ook be leidsverantwoordelijke is voor erfgoedlijnen op Goeree- Overflakkee, gewezen op het belang van de erfgoedlijn Sluiskreek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 7