Hoewel de schaalhoren stevig vastzit op de steen, zijn ze niet zoals zeepokken ermee vergroeid. Wanneer de stenen met opkomend tij onderlopen, begint de slak aan een ommetje voor de maaltijd van algen die van de stenen worden geschraapt. Voordat het weer laag water wordt, is de schaalhoren teruggekeerd naar zijn vaste plekje op de steen. De onderkant van de schelp is zo gegroeid dat deze precies aansluit op de onregelmatigheden van de steen. Verkassen doet een schaalhoren dan ook niet gauw! Dat de schaalhoren zo is toegenomen heeft twee oorzaken. Allereerst het warmere klimaat van de afgelopen decen nia en daarnaast de enorme hoeveelheid steen die met de realisatie van de Stormvloedkering in de monding van de Oosterschelde is gestort. Evenals de schaalhoren hebben veel andere zuidelijke soorten en soorten van rotskusten daarvan geprofiteerd. Vogels als kuifaalscholver en grote aalscholver zijn broedvogel geworden, planten als hoorn papaver, zeevenkel en zeekool vestigden zich op het aan spoelsel tussen de stenen. Voor deze planten bleek Neeltje Jans een belangrijke motor voor verdere verspreiding. Zeehond Aan de binnenkant van de dijk bij de Mattenhaven stui ten we bij de wandeling op een korte fuik met daarin een verdronken zeehondje. De via de zeehondenopvang A seal bij Stellendam gewaarschuwde Jaap van der Hiele heeft de volgende dag de zeehond - een jong vrouwtje - geborgen. Het beestje is met twee elders aangespoelde bruinvissen naar Utrecht gegaan voor nader onderzoek van maagin houd enz. Het verdrinken van zeehonden in fuiken is een bekend probleem, waarbij vooral jonge dieren het slacht offer zijn. Uit onderzoek van Alterra op Texel bleek dat jonge zeehonden worden tegengehouden door gaas met een maaswijdte van 10 cm of een fuik met een doorgang kleiner dan 14 cm. Daarom moeten sinds 1994 alle fuiken in het Nederlandse kustgebied uitgerust zijn met een zo genaamd keerwant, een grofmazig net voor de opening. In de Oosterschelde en Westerschelde bij onderwater staande schietfuiken is dit beleid later nietig verklaard omdat er werd gezegd dat in dit gebied nooit zeehonden gevangen werden. Het argument dat er hier geen zeehonden in schietfuiken komen klopt sowieso niet en vissers proberen verdrinking van zeehonden in fuiken altijd stil te houden. Bij gebruik van een keerwant zouden de vangsten van kreeft en zeebaars afnemen. Omdat er geleidelijk wat meer jongen geboren worden is de kans toegenomen dat er jonge dieren in de fuiken verdrinken. Aan die uitzonderingsregel voor schietfuiken in de Zeeuwse wateren, allemaal Natura 2000-gebieden, zou dan ook een eind gemaakt moeten worden. Kreukels Langs het strand in de Mattenhaven liggen kleurige schelpen. Wanneer we een handvol van deze gele, groene en oranje schelpjes beter bekijken, blijken het allemaal alikruiken te zijn. Niet de gewone 'kreukels' waarvan we de gekookte slak jes vroeger met een speld uit het huisje visten, maar de ruwe alikruik (spits en met ribbels) en de stompe alikruik. Deze kleine slakjes leven tussen de grote bruinwieren als blaas wier, knotswier en gezaagde zee-eik. Hier in de luwte van de Mattenhaven spoelen de lege schelpen aan. Met die stompe alikruik is het overigens opletten, het kan ook gaan om de sterk daarop lijkende vlakke alikruik. De stompe alikruik heeft enigszins bolle windingen, is bruinrood, groen of gelig gekleurd en bij de andere soort zijn de windingen vlak en is het schelpje altijd geel. Voor wie er meer over wil weten is de kloeke atlas "Schelpdieren van het Nederlands Noordzeege bied" een geweldig naslagwerk. De kinderen vermaken zich door op de ijzeren pijpen te klimmen die hier uit het strand omhoog steken. Heel lang zal dat niet meer kunnen want het ijzer roest weg en brokkelt af. Altijd mooi om dit soort afta kelingsprocessen te volgen. Zo lost het verleden op in de tijd, als een zandkasteel dat wegzakt in de golven bij opkomend water. Schaalhoren mei

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 16