Door Gerard Ouweneel Naar verwachting volgt eind 2015 vaststelling van het definitieve Beheerplan Deltawateren 2015-2021. Daarna volgt een beroepsprocedure waarbij men attent moet zijn dat hierop alleen diegenen kunnen inhaken die een visie indienden tegen het ontwerpbeheerplan en die hun ingediende bezwaren niet of onvoldoende terugvonden in het definitieve Beheerplan. Met andere woorden, indien men om wat voor reden ook (bijvoor beeld vakantie) niet vóór 30 juli jl. reageerde, dan is men voor de rest van de procedure toeschouwer. En dat geldt al helemaal voor de 'doelen'. Die procedures waren de afgelopen zomer al een gepasseerd agenda punt. Dat wekt argwaan. Zoet of zout Is het 'zoet of zout' argument van RWS om het KV en het Zoommeer te ontkoppelen geen drogreden? Want zoet of zout, beide bekkens behoren vanzelfsprekend deel uit te maken van het Natura 2000 project Deltawa teren. RWS kondigde aan met één beheerplan voor alle Deltawateren op de proppen te komen, dus zowel voor de zoute als de zoete. Waarom dan voor uitsluiting van het KV als motief aangevoerd dat de definitieve status zout of zoet thans onbekend is? Immers, de Grevelin- gen doet wel mee, ondanks dat er een Rijksstructuurvi- sie ligt met plannen om in dit bekken een beperkt getij te introduceren, een ingreep die evenzeer beheerscon sequenties zal hebben. De vraag rijst of niet andere zaken aan die ontkoppeling bijdroegen, bijvoorbeeld de voorgenomen plaatsing van megawindturbines op de Philipsdam en langs het KV tussen Ooltgensplaat en Galatheese Haven. En de 'zoutlekkage' via de Krammer sluizen? Natura 2000 respecteert 'bestaand gebruik'. Bij windturbines is het dan gemakkelijker te wachten tot die dingen er staan dan ze bij een eenmaal bereikte Natura 2000 status alsnog in te lepelen. Bovendien, het KV ontwikkelt zich thans bij haar zoete status zo veelbelovend dat bij een transfer naar een zout milieu wellicht veel ingeleverd moet worden. Want of de wil gen op de voor Oude Tonge gelegen archipel het alsdan zullen bolwerken valt te bezien. Daar broeden grote zilverreigers en, zoals het ernaar uitziet, binnen afzien bare tijd zeearenden, geheide 2000 doelsoorten. Indien die, eenmaal beland onder de Natura 2000 paraplu, zouden verdwijnen door het afsterven van de broed- bomen als gevolg van de zoet naar zout transfer, zou dat linke soep kunnen worden. Dus laten we de handen voorlopig vrij houden, bedacht RWS. Want reken maar dat Natura 2000 autoriteiten ook leren. Ben ik te achterdochtig? Mogelijk. Maar neem dat eens kwalijk na een paar decennia toezien wat de door de politiek aangestuurde beleidsbedenkers ervan kunnen bakken. Quaggamossels Bij de beslissing zoet of zout voor het KV speelt een rol wat de quaggamossels er gaan doen, vertrouwde een RWS-functionaris mij toe. Dit weekdier met zijn enorme waterfilterende capaciteiten werd in Nederland voor het eerst aangetroffen in 2006 in het Hollandsch Diep. Vandaar heeft deze uit het Kaspische gebied afkomstige mossel zich met een snelheid van 120 km per jaar over de natie verspreid, een spoor van zienderogen helderder wordend water achterlatend, ook in het KV. De mos sel dankt zijn naam aan de Quagga, een door de Boe ren in Zuid-Afrika in de negentiende eeuw uitgeroeide zebrasoort, eentje die net als de bewuste mossel met een naar één zijde toe vervagend strepenpatroon was gedecoreerd. Het fenomeen quaggamossels houdt de vaderlandse waterbeheerders dusdanig bezig dat het tot een Kennisdag Quaggamosselen kwam. Met rond de 100 aanwezigen had deze plaats op 23 april 2015. Omdat het te ver gaat alle interessante zaken die toen naar voren kwamen te vermelden, raad ik belangstel lenden aan bij de Werkgroep Ecologisch Waterbeheer de notulen van de lezingen op te vragen. Hoewel de deelnemers er niet omheen konden en zich ook in hun sas toonden met het gegeven dat na de komst van de quagga's het water onmiskenbaar helderder werd, waren er ook reserves. De mossels leiden tot een onevenwich tige opbouw van de aquatische levensgemeenschap. Gesignaleerd is dat door de concurrentie om plankton tussen de quagga's en vissenjongbroed, de overleving van de laatste achteruitgaat. Ook viel te beluisteren dat vogelpopulaties als gevolg van de komst van de quagga's geen toename laten zien. Dat is, althans in het KV, onjuist. Integendeel. Daar is sinds 2009 voor wat de omvang betreft van de concentraties pleisterende wa tervogels een renaissance aan de gang. Trouwens, op de bewuste Lelystadse quagga-themadag viel te beluisteren dat in het Volkerak de eerste tekenen van een terugval in de quaggapopulatie te zien zijn. De door het Ecologisch Adviesbureau Sandivicensis ver richte vogeltellingen in de Krammer geven prima inzicht hoezeer het milieu veranderde. De tellingen vinden al plaats sinds 1996/97 en wel in de Sovon-telgebieden BR 5152 en BR 5151, twee aaneensluitende blokken gelegen in de driehoek tussen de zogenaamde Nieuwkooper Ei landen, de Grevelingendam en de Philipsdam. Weliswaar beslaan deze door Kees de Kraker uitgevoerde tellingen slechts een deel van de Krammer, maar de resultaten zijn illustratief voor de ontwikkeling in het hele KV. Hoe het de waterkwaliteit in het KV en het Zoommeer verging is bekend. Na in 1987 van het zoute circuit te zijn afgesloten, vertroebelde aan het einde van de vorige eeuw het water en verdwenen de ondergedoken water planten en daarbij o.a. ook de ruiende knobbelzwanen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 5