Krammer- Volkerak
1950
jjgSSSfi
Uit: De Uitvreter door Nescio
Een paar dagen daarna kwam Bavink van Rotterdam. Af en toe had hij behoefte om veel menschen om zich
heen te zien. Hij had enkele dagen in Rotterdam langs de havens gesjouwd en had er meer dan genoeg van. Aan boord
van de boot tusschen Numansdorp en de Zijpe, daar zat i weer. Het woei nog al, dien ochtend; er stond een flink koudje
wind en het water liep met witte koppen. Af en toe spatte 't op 't voorschip over de verschansing. De glazen tochtdeu
ren op 't voordek waren dicht; op 't voorschip zat niemand. Alleen Japi zat daar, tuurde over de verschansing en werd
deerlijk nat. 'Kijk', dacht Bavink, 'daar heb je waarachtig diezelfde kerel.' Hij ging bij hem staan. De boot rolde en
steigerde.
't Gesprek hokte wat. Japi keek in de golven, Bavink keek naar de grijze pet van Japi en dacht wat dat toch
voor een kerel zou zijn. In eens zei Japi: 'kijk eens, een regenboog in 't water.' Je kon in 't water een eindje regenboog
zien, aan de lucht stond niets. Nog eens keek Japi Bavink met z'n groote blauwe oogen aan en werd plotseling spraak
zaam. 'Ik vind 't hier verdomd leuk', zei-i, 't is jammer, dat 't zoo niet altijd blijft.
Twee fragmenten van Nescio uit "De uitvreter", die voor het eerst gepubliceerd werden in De Gids, jaargang 75, 1911
3'Jpe
Tramhaven der R. T, M.
Vanaf 1900 werd de veerdienst over het Krammer/Volkerak tussen Zijpe op Schouwen-Duiveland en Numansdorp
(met tussenstop bij Ooltgensplaat) onderhouden door de RTM met de veerboten Minister Ph. van der Sleijden en
Minister C. Lely. De eerstgenoemde boot werd in 1910 ingezet op het traject tussen Middelharnis en Hellevoetsluis
hoewel op bovenstaande ansicht van P.J.Ochtman uit 1930 die boot vertrekt uit de haven van Zijpe. Het boek De tram-
boten van de RTM uit 1983, auteur W.J.J. Boot, biedt uitvoerige informatie over de veerdienst die uiteindelijk in 1964
werd opgeheven.