td Volkerak
Tekst en foto: Dirk van Straalen
In de winter stuiten we op kuifduikers, grote zee-een
den, zwarte zee-eenden en ijsduiker. De laatste jaren
kan het allemaal.
Richting Oude Tonge de Nieuwkooper Eilanden of de
Archipel. Bomen vol met nesten van aalscholvers, maar
ook een enkele buidelmees en vele nachtegalen. De oe
vers bomvol met nestelende ganzen en eenden. Tussen
de eilanden is de laatste jaren een waar plakkaat aan wa
terplanten ontstaan. De eenden in de ruiperiode rusten
er zelfs bovenop. Honderden slobeenden, overzomeren-
de brilduikers, smienten en in de winter kleine en wilde
zwanen. In de avondschemering loopt de slaapplaats
langzaam vol met de ganzen vanuit de polders van Flak-
kee. Middelste zaagbekken trekken massaal vanaf de
Grevelingen om hier een verfrissend zoet bad te nemen
en de nacht veilig tussen de vele vogels door te brengen.
Een waar spektakel, met aantallen die kunnen oplopen
tot boven de 3000 exemplaren.
We koersen richting het laatste gebied dat aandacht
verdient, de Krammersche Slikken Oost. Op de eilanden
vestigde zich in 2014 een kleine kolonie grote zilver
reigers. Ze broeden hier samen met aalscholvers, blauwe
reigers en kleine zilverreigers. Beelden die we kennen uit
buitenlandse delta's. De bomen zitten vol met de nesten.
De viseters hebben het naar hun zin op het Volkerak.
Dankzij de veranderingen werd het visbestand rijker. De
ondiepe zones vol waterplanten vormen een geweldige
kraamkamer voor vis. De Krammersche Slikken zelf lijkt
als enige gebied in het Volkerak stil te hebben gestaan
in de tijd. De vegetatie is kort en op veel plekken zelfs
nog zilt. Slik is er in overvloed en van bosverjonging nog
geen spoor te bekennen. Als één van de weinige tekenen
van het zoete milieu zien we langs de oevers moerasan-
dijvie toenemen. Wanneer we in het Volkerak steltlo
pers willen zien, moeten we hier zijn. Goudplevieren,
kieviten, bonte strandlopers en kleine strandlopers zijn
talrijk tijdens de trek en in de winterperiode. Wanneer
een slechtvalk, smelleken of zeearend overvliegt zien
we pas hoe vol de slikken zitten. Zwarte wolken vormen
ze boven het uitgestrekte gebied. Het is er zeker niet zo
doods als sommige bezoekers soms denken.
andacfot. Het systeem kreeg met enorme veranderingen te
oblematiek, zoet of zout en quaggamossels zijn de termen
ken met deze afgesloten zeearm. Maar gedurende deze dis-
mg de ze discussies nog niet zijn omgevormd tot daadkrach
wikkelingen blijven volgen. Het is tijd voor een nieuwe kijk
Doods en vol plagen is het Volkerak allang niet meer.
Het Volkerak leeft! Al deze relatief recente ontwik
kelingen, daar kan nog veel over geschreven worden.
Elk gebied met zijn eigen specifieke soorten. Een bonte
verzameling van gebieden met een rijke diversiteit en
duizelingwekkende aantallen vogels. Geen eb en vloed,
maar net als toen staat het Volkerak niet stil. Natuur
staat nooit stil. De natuur gaat zijn eigen gang. Zolang
mensen het lef hebben om hun invloed te minimaliseren
zal dat ook overal zo blijven. Het Volkerak is het bewijs
dat in de natuur het onmogelijke mogelijk is.
Het is wachten op nieuwe soorten en onverwachtse ont
wikkelingen. Geen negativisme meer, maar stille verba
zing en genieten van
Een dynamisch geheel vol met droogvallende slikplaten.
Nu zien we groene eilanden vol met bomen en enorme
groepen zoetwatervogels. Achter ons ligt de Ooster-
schelde, daar zien we nog iets van hoe het ooit moet
zijn geweest terug. Maar zo op de scheiding van zoet
en zout zijn we getuige van een unieke situatie. Min of
meer gecreëerd door de mens. Bijna niemand zag toen
tertijd de ecologische gevolgen, maar al helemaal niet
dat dit het beeld zou kunnen worden. Groene eilandjes
met zilverreigers, lepelaars, zeearenden en ijsvogels.
In de meest westelijke hoek van het Krammer-Volkerak
komen we aan op het Noorder-Krammer. Het ligt er
grote delen van het jaar stampvol met watervogels. Kuif-
eenden, smienten, tafeleenden, geoorde futen, futen,
meerkoeten en knobbelzwanen. Duizenden, ja soms wel
tienduizenden bij elkaar. Al twee jaar lang is er een ter
ritorium van een roodhalsfuut. Een soort die we kennen
van schone, heldere, waterplantrijke wateren in Oost-
Nederland.
9