Dagvlinders in 2015
Dagvlinders
Schouwen-Duiveland
HHi
In mijn beleving was 2015 een bijzonder
matig dagvlinderjaar. Plaatselijke weersom
standigheden blijken in sterke mate het voor
komen te bepalen. Om maar met de zachte
herfst te beginnen: om de haverklap meldde
de Vlinderstichting dat het najaar van 2015
een recordaantal aan waargenomen vlinder
soorten opleverde. Op klimop en herfstaster
zou het nog wemelen van de vlinders. Op de
klimop aan mijn huis, die juist dit jaar uit
bundig bloeide, zag ik geen enkele keer een
vlinder.
Door Kees de Kraker
Wel zag ik veel honingbijen, (zweef)vliegen en wespen.
De wespen hadden een nest in de klimop en vlogen op
het moment van schrijven, 9 november, nog druk in en
uit. De herfstasters waren al een poos uitgebloeid, maar
hadden in de laatste weken van de bloei nauwelijks
nog vlinders getrokken. Meer dan af en toe een klein
koolwitje of een doodenkele atalanta, zag ik de laatste
weken niet.
Het koude en winderige voorjaar, de extreme droogte
tot half de zomer en vervolgens hevige regenbuien,
hebben veel vlindersoorten in diverse stadia vermoe
delijk zwaar getroffen. Gelukkig zijn er altijd wel een
paar lichtpuntjes en waren er ook soorten die het juist
wat beter deden dan gewoonlijk, maar veel waren dat
er niet. Er gaan wel jaren voorbij zonder dat er oranje
luzernevlinders gezien worden, maar 2015 was in dat
opzicht geen slecht jaar.
In de open buitengebieden, met name daar waar veel
rolklavers voorkomen, werd deze trekvlinder gedu
rende zomer en herfst regelmatig gezien. Het was zeker
geen topjaar met grote aantallen per gebied, de meeste
waarnemingen betreffen een enkel exemplaar. Dat op
bijzonder gunstige locaties toch grotere aantallen zaten,
blijkt uit de 70 exemplaren die Maarten Sluijter op een
luzerneveld bij Haamstede telde. Distelvlinders werden
vanaf half mei tot de herfst op veel plaatsen gezien,
maar zelden kwam het tot grotere aantallen.
Het bruin blauwtje werd vooral van de zuidkust van
Schouwen veel gemeld, maar ook elders is het vlindertje
geregeld gezien.
De citroenvlinder was opvallend meer te zien. Elders
in Nederland doorgaans een zeer algemene soort, is
deze vlinder bij ons toch wat minder algemeen. Dit jaar
waren citroenvlinders vaak en over een lange periode
te zien, van overwinteraars in het voorjaar tot zelfs een
derde generatie in het najaar.
De kleine vos, die de afgelopen jaren een aardige come
back maakte, liet het nu behoorlijk afweten. Nergens
grote aantallen, het hele jaar door weinig. Een structu
rele verbetering lijkt er op die manier niet in te zitten
en geldt het adagio: zo gewonnen, zo geronnen.
Soorten die sterk aan een bepaald habitat gebonden
zijn, zoals heivlinder, kleine parelmoervlinder, bruine
eikenpage, werden slechts weinig waargenomen. Be
nieuwd of al dat kap- en plagwerk in de Kop van Schou
wen in dat opzicht nog wat gaat opleveren.
Geen dagvlinder maar wel overdag actief, is de kolibrie
vlinder, waarvan er in Nederland een grote invasie was.
Die ging gelukkig niet aan onze neus voorbij. Heel veel
mensen hebben kunnen genieten van dit vlindertje dat
zo sterk aan een kolibrie doet denken.
14
Citroenvlinder. Foto: Kees de Kraker.
Een late waarneming van het bruin blauwtje in de
Westenschouwse Inlaag op 17 oktober. Foto: Johan Staelens.