Een belangrijk doel van die begrazing is het in stand
houden van de aanwezige vochtige duinvalleivegetaties
die op de Stampersplaat tot de meest soortenrijke van
Nederland behoren. De schrale zandbodem, lage ligging,
en de invloed van het nabije zoute Grevelingenwater zijn
factoren die hierbij van groot belang zijn. Tot die bijzon
dere soorten hoort onder andere de armbloemige water
bies waar het eiland vol mee staat, maar die slechts weinig
mensen zal opvallen. Het is dan ook een klein plantje
met een grasachtig uiterlijk, vaak lastig van de eveneens
veel voorkomende zilte rus te onderscheiden. Dankzij de
betreding en begrazing door de pony's doet dat zeldzame
biesje het hier bijzonder goed. Hoewel het korthouden
van de begroeiing ook gunstig is voor de eveneens zeld
zame groenknolorchis, pakt begrazing van de orchidee
tjes zelf wat minder gunstig uit voor de soort. Deze lijdt
hier dan ook een enigszins kwijnend bestaan. Met enkele
honderden planten is de Stampersplaat als groeiplaats
voor groenknolorchis zeker niet onbelangrijk, maar valt
in het niet bij de tienduizenden exemplaren op de Veer
mansplaat die momenteel driekwart van de Nederlandse
populatie herbergt.
De opwekkende geur van watermunt is nooit ver weg en in
de zomer hangt in het met paadjes doorsneden struweel
aan de noordkant de sterke jodiumgeur van rond winter
groen dat hier een zee aan witte klokjesachtige bloemen
voortbrengt. Wit zijn ook de bloemen van parnassia die
eveneens talrijk voorkomt. Bijzonder voor Zeeland is de
aanwezigheid van knopbies en moeraskartelblad, soorten
die elders in de provincie niet te vinden zijn.
Lopend langs de noordoever is er 's zomers ook een
redelijke kans om zeehonden te zien, die daar een vaste
ligplaats op de vooroeververdediging hebben. Vanaf de
kant op zo'n honderd meter afstand, kun je er dikwijls
langslopen zonder dat ze zich veel van je aantrekken, al
glijdt er wel eens eentje het water in. De verschillende
kleuren van zo'n groep zeehonden hebben te maken met
hoe lang de dieren op het droge liggen. Nat zijn ze donker
en droog zijn ze licht gekleurd.
Het is vooral dankzij de zeehonden, bruinvissen, aalschol
vers, lepelaars en zilverreigers, dat je als natuurliefheb
ber toch geregeld een rijk gevoel krijgt en de indruk dat
het allemaal nog niet zo slecht gaat met de natuur in
Nederland; dat was veertig jaar geleden wel anders! Veel
vogelaars beleven vooral plezier aan het zien van soorten
die zeldzaam zijn. Wanneer een soort dan vaker te zien is,
gaat de spanning er een beetje af.
Daarom wordt wel gezegd: wat zeldzaam is moet zeld
zaam blijven! De lepelaar is zo'n soort die dankzij een
toegenomen broedbestand tegenwoordig vaak te zien
is. Mooi blijven ze wel, vind ik. Altijd fascinerend hoe
ze met grote passen al zigzaggend met de snavel door
het water gaan en af en toe stoppen om een prooi door
te slikken. Leuk om jezelf af te vragen wat ze dan zoal
vangen. Meestal is dat niet goed te zien, maar door hier en
daar zelf met een schepnetje te vissen kun je een aardige
indruk krijgen waar het om gaat.
De Kleine Stampersplaat is al vele jaren een locatie waar
in de nazomer een groep lepelaars te vinden is. Voor een
belangrijk deel foerageren deze vogels 's nachts en staan
ze overdag een beetje te slapen of te poetsen. Niet alleen
voor lepelaars is die locatie belangrijk, het is ook een plek
waar tal van andere vogels komen rusten, foerageren en
slapen. Daarbij gaat het om steltlopers, meeuwen, eenden
en ganzen. De functie als broedgebied voor kustvogels
staat al jaren onder druk omdat het plaatje steeds verder
afkalft. Nog steeds broeden er noordse sterns, dwerg
sterns en kluten, maar het aantal is afgenomen. Een soort
die hier toeneemt is de grote mantelmeeuw, waarnaast je
als meer kwetsbare soort ook niet graag zit te broeden.
Soms biedt zo'n meeuw dan wel weer enige bescherming
tegen de havik die zo nu en dan komt kijken of er wat te
halen valt, zoals uit de restanten van geplukte visdiefjes
valt op te maken.
Het bos van de Stampersplaat waarin ook de havik broedt,
ziet er uit als een natuurlijke wildernis met omgevallen
bomen, varens en heel veel mossen en korstmossen. Een
inventarisatie leverde hier in 2010 meer dan 130 soorten
paddenstoelen op. Vanwege de ligging aan het water en
de vochtige bodem is er een hoge luchtvochtigheid, wat
gunstig is voor paddenstoelen. Spannend om een eindje
in zo'n natuurlijk bos, dat vooral uit berken en wilgen be
staat, door te dringen. Voelt alsof je op ontdekkingstocht
gaat.
Er leeft ook een populatie reeën die hier in eerste instan
tie vanaf de kant naar toe zijn komen zwemmen. Ook op
andere eilanden in de Grevelingen is dat het geval. Altijd
verrassend zo hard die dieren kunnen blaffen en in zo'n
donker bos komt dat best dreigend over. Het is dat je
weet dat het een ree is, maar anders
Tegen donker langsvarend, steekt een lange rij silhouetten
van aalscholvers af op de dam aan de oostkant van het
eiland. Het is een van de slaapplaatsen in de Grevelingen
waar ook vogels uit de Voordelta komen overnachten. Veel
weten we al, maar nog altijd valt er veel te ontdekken.
iMpÉ
rV.y----