Op stap met
MM
■<r
Tekst en foto's: Gerard Ouweneel
In mei 2015 reisden we voor een dag of tien naar Oost-Polen. Daar was ik in
1992 voor het laatst, toen als begeleider van de expeditie die Artists for Nature
Foundation ondernam naar de Biebzra-vallei. Dat ging per auto, een rit die ge
rieflijk verliep. Drieëntwintig jaar later niet.
Tussen Osnabrück en Hannover stonden we na een
ongeval vier uur stil tot de Polizei de Autobahn vrijgaf.
Overkomende rode wouwen en kraanvogels vermochten
niet de moed erin te houden. Toen ik later in de Biebzra
twee Duitse vogelaars enigszins verwijtend over de stag
natie inlichtte, reageerde eentje met een air van dat weet
toch iedereen: 'om op te schieten moet je tegenwoordig
alleen 's nachts of op zondagochtend van onze Auto-
bahnen gebruikmaken'. Dit advies heb ik opgeslagen. De
man voegde er nog iets aan toe dat ik hier weglaat.
Meer misère volgde. Wat later, op de Autobahn ten zui
den van Berlijn, gaven eensklaps alle elektrische func
ties van de Touran de geest. En, na reparatie en weer op
weg, later opnieuw. In tegenstelling tot de Touran kre
gen de VW Mobiliteitsgarantie en de Duitse VW-dealers
achteraf wel ons applaus. Want die slaagden erin ons
diep in de kleine uurtjes van de Autobahn te plukken
en het voertuig naar een garage en ons naar een hotel
in Potsdam te regisseren. Daar lagen we uiteindelijk om
drie uur op bed met twijfels in het gemoed wat te doen:
of de volgende dag verder of terug naar Maasdam.
Want het woord 'ramprit' was gevallen en de lol er
aardig af, ook al omdat het voornemen bij Brandenburg
voor een paar uur af te slaan om grote trappen te zien
er door de gebeurtenissen sowieso al bij ingeschoten
was.
De volgende ochtend brachten zon, een uitbundig
opgesmukt ontbijt en een met Deutsche Gründlichkeit
herstelde Touran enig optimisme. We gingen door.
Eenmaal in Polen bleek er tot Warschau een autosnelweg
te zijn gekomen. Op het traject telden we 23 ecoduc
ten, hetgeen Els deed concluderen dat ieder konijn zijn
eigen ecoduct gekregen had. Eerst ver voorbij Warschau
kwamen er wat taferelen die congruent waren met des
tijds opgeslagen indrukken van het oude Polen, beelden
die zich een kwarteeuw terug op het netvlies hadden
genesteld. Maar ook daar waren nijvere Polen in de weer
die plekken weg te schoffelen. Dat is het volk gegund
nietwaar? Maar toch! Nog niet lang geleden ging ik, aan
gekomen in den vreemde voor de vogels, direct ijverig
aan de slag met het afwerken van het soortenlijstje van
de lokale specialiteiten.
30