Door Gijs van den Ende en Leo Tromper De Maire Het natuurgebied de Maire bij Oosterland bevindt zich toevallig bijna geheel in 2 kilometerhokken van het zogenaamde "gouden grid" van atlasblok 43-41 (Oos terland en omgeving) in de kilometerhokken 32 en 43 (zie figuur 2). Het bestaat uit een aantal met rietkragen omzoomde kreken, grasland, bosschages en een eenden kooi met kooibos. Het gebied werd vlak na de Tweede Wereldoorlog ingericht door natuurliefhebber en vogel kenner Baron F.A.L.C.O. Schimmelpenninck van der Oye (1909-2001) en is nu het eigendom van de Stichting der Heerlijkheden Oosterland, Sirjansland en Oosterstein. Deze baron liet het ca. 100 ha. grote gebied, waarin het in de Tweede Wereldoorlog door de Geallieerden gebom bardeerde jachtslot "het Heerenhof" stond, omdijken, zodat het een autonome waterhuishouding kreeg en moeilijk toegankelijk werd. Na de watersnoodramp van 1953 werd in het zuidelijk deel, als vervanging van de verloren gegane kooi aan de Lage Rampertseweg, een nieuwe eendenkooi aangelegd, waaraan de Maire mede zijn beschermde status ontleent. De Maire is niet toe gankelijk voor het publiek. Veldwerk 2000 en 2014 Het gebied werd van december 2013 tot en met juni 2014 door auteurs op het voorkomen van winter- en broedvogels onderzocht. Dat betekende o.a. dat in het terrein acht uur veldonderzoek moest worden verricht. Gelukkig werd Jacob Capelle, namens de Stichting, be reid gevonden om beide onderzoekers te begeleiden tij dens de vier inventarisaties in het gebied. Twee daarvan werden in de winterperiode uitgevoerd op 04-01-2014 en op 22-02-2014. Tijdens de broedperiode werd voor de andere twee inventarisaties het gebied op 05-04-2014 en op 05-06-2014 bezocht. Fig. 2. Atlasblok 43-41: Oosterland en omgeving. Alle bezoeken werden 's morgens bij het eerste licht afgelegd, behalve het laatste bezoek, dat 's avonds om 19:00 uur begon. Ook tijdens het veldwerk voor de derde landelijke vogelatlas (1998-2000) werd het gebied volgens bijna dezelfde methodiek onderzocht. Toen ging het echter alleen om broedvogels en daarvoor werden onder begeleiding van de toenmalige beheerder, wijlen Dhr. Van der Laan, beide atlasblokken in het Mai- regebied ook door beide auteurs ieder 2 maal een uur onderzocht tijdens de broedperiode (maart t/m juni). Helaas konden toen alle bezoeken alleen in de avond uren plaatsvinden. De veldkaarten en lijsten van dat on derzoek zijn gelukkig bewaard gebleven en deze werden uit de archieven opgediept om als vergelijkingsmateriaal te dienen bij het huidige onderzoek. Aantalsklassen en broedzekerheid Volgens de handleiding voor het werk aan de Vogelatlas 2012-2015 moet er in ieder atlasblok na het onderzoek van de wintervogels en dat van de broedvogels per soort een aantalschatting gemaakt worden op basis van de in het veld verzamelde gegevens. Die aantallen worden onderverdeeld in de volgende klassen: A=l-3 D=26-50 G=251-500 B=4-10 E=51-100 H=501-1000 C=11-25 F=101-250 I=>1000 Voor het bepalen van de aantallen winter- en broedvo gels in de kilometerhokken van het Mairegebied hebben we dezelfde aantalsklassen aangehouden. Daarbij zijn ook de waarnemingen meegenomen uit kilometerhok 42, dat buiten het "gouden grid" valt, maar waarin zich ook een deel van de Maire bevindt. Om een reëel beeld van de aantallen te krijgen, zal van veel soorten (gezien het oppervlak van het onderzoeksgebied 2 km2) hun absolute aantal vrij dicht bij de laagste waarde van de opgegeven aantalsklasse liggen. Bij de aantallen broed- vogelterritoria moet volgens de handleiding ook de mate van broedzekerheid worden vermeld door middel van een code die we hieronder met omschrijving weergeven. 43-41 Code Omschrijving 0 Waarneming van een volwassen mdMdu but weg van het nest Aftekkngsgedrag komt voor ler de datumgrenzen m mogekjke broedbao- al voor t»| aoorton dm ei open terra men broe- toop. zonder wwpng omtrent broeden den. zoals eenden, steMopers en t «n enkele 1 Waarneming van een volwassen individu tus zangvogel, zoets fbelQort een de detumgrenzen m mogaffw broedbw- 11 Pas gebnekt nest of eierschalen toop. zonder aanwuzmg omtrent broeden 12 Pas uRgavtogan jongen van nasfckjvare of ui- 2 Cenmeige waarneming tueeen de detumgren- gelopen donsjongen van nestvked era Deze zen van zmgend of bakeend mdnndu m ge □ode moet uiterst zorgvukfcg word. sn gehan- schiet broedbioloop teerd Soorten als slems, meeuwi m. zwalu- 3 Waamenang tussen de detumgrenzen van een won. Roek. Spreeuw Kruisbek. Sgs en Klems paar ai geschikt broodbiotoop Barmsf* kunnen mei hun vkegvtugge jongen 4 Temtonumgedrag (zang. gevechten e.d.) op grote afstanden afleggen De jongt m worden dan soms nog door da oudera ge voerd Lat dagen die minimaal 10 dagen ur elkaar hg- daarom uRtkstand op jongen dw n et of neu- gen wHt»ks kunnen vkegen 5 Baltsend paar (ook paring) tussen de datum- 13 GebruM nest met onbekende mhou d Bezoek grenzen m geschikte broedtxotoop Met voeren door ouders aan een nest waarvan de mhoud van een wijfje door het mannetje moet even mat kan worden vastgesteld, of •amemng eens met code 5 worden aangegeven van broedende vogel Oaze code i ia onder 6 Bezoek van vogel aan een waarschijnfc^e meer bedoeld voor In kolomes broe dende vo- nestpiaats. zoats Huismus dw onder dakpan gsfs zoals Roek en Oeverzwaluw nen kruipt 14 Transport voedsel of ontesbng Tranaport 7 Angstkreten of ander gedrag (alarmeren), dat van onSastmgpekketjet van of vc* Kteel voor wijst op aanwezigheid van een nest of jongen de jongen M voor de meeste zangvogels aen Houd er echter rekervng mee dat alarmeren bnakbare code Bedenk echter dal meeuwen lang raat afcjd duidt op aan broedgeval Veel roofvogels en sommige andere so orten hun vogels alarmeren ook wanneer ze met broe jongen nog lang na het uHvkegen v oeran (zw den Let daarom speciaal op of de vogel aan ook code 12 terwijl slems en Usv ogef soms een bepaalde plaats ie gebonden lange voadseMuchten maken en dus best 8 Vogel met broedvtekken (mei albfd een be met voedsel buien het broedgetow ld kunnen trouwbare aanwijzing voor aen broedgevai tar worden waargenomen Hel voer er i van een plaatse) wijfje door hel mannetje moet met O 9de 5 wor 9 Transport van nestmatenaai nestbouw of uÉ- den aangegeven hakkerVgraven van nestholle 15 Nest mei eieren 10 MwUngtQedng O* vogel doel aloof N ver 16 Nest met Jongen gezwn. of de Jon gen In het tamd of gewond en lokt zo de waarnemer nest gehoord

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 7