Hoe hoger de broedzekerheidscode des te groter de broedzekerheid is. Per soort wordt de hoogste in de onderzoeks periode vastgestelde code vermeld. Die kan in sommige gevallen dus alleen maar gelden voor slechts één van alle territoria. Broedcodes worden in tabel 2 vermeld in de kolommen Brc. Resultaten In Tabel 1 worden de in de winterperiode 2014 in het Mairegebied waargenomen soorten en hun geschatte aantallen gepresenteerd. De met gemerkte soorten komen voor op de Rode Lijst van het ministerie van LNV van 2004. Tabel 1. Wintervogels in het Mairegebied in 2014. 8 Nr Soort Aantal Nr Soort Aantal 1 Dodaars 4-10 27 Houtduif 4-10 2 Aalscholver 4-10 28 Turkse Tortel 4-10 3 Grote Zilverreiger* 1-3 29 Groene Specht* 1-3 4 Kleine Zilverreiger* 1-3 30 Grote Bonte Specht 1-3 5 Blauwe Reiger 1-10 31 Veldleeuwerik* 1-3 6 Grauwe Gans 51-100 32 Winterkoning 4-10 7 Soepgans 11-25 33 Heggenmus 1-3 8 Nijlgans 1-3 34 Rood borst 1-3 9 Brandgans 26-60 35 Merel 4-10 10 Bergeend 11-25 36 Kramsvogel 26-50 11 Smient 51-100 37 Zanglijster 4-10 12 Wintertaling* 4-10 38 Koperwiek 1-3 13 Wilde Eend 251-500 39 Grote Lijster 1-3 14 Soepeend 1-3 40 Tjiftjaf 1-3 15 Pijlstaart* 4-10 41 Pimpelmees 4-10 16 Slobeend* 4-10 42 Koolmees 4-10 17 Kuifeend 4-10 43 Baardman 1-3 18 Bruine Kiekendief 1-3 44 Boomkruiper 1-3 19 Havik 1-3 45 Kauw 4-10 20 Buizerd 4-10 46 Zwarte Kraai 1-3 21 Slechtvalk* 1-3 47 Spreeuw 1-3 22 Waterral 1-3 48 Huismus* 4-10 23 Watersnip* 1-3 49 Vink 4-10 24 Waterhoen 1-3 50 Groenling 4-10 25 Zilvermeeuw 4-10 51 Putter 4-10 26 Holenduïf 1-3 52 Rietgors 4-10 Grutto. Foto: Leo Tromper.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2015 | | pagina 8