.^erc-cA Vcuv
lUJieji
Heden Verleden
iï:
In de nieuwe rubriek Heden Ver
leden verkent Kees de Kraker ter
plaatse de omgeving van een door
hem gekozen plek op of rond Schou-
wen-Duiveland of Goeree-Overflakkee
mede aan de hand van twee foto's op
de middenpagina. Het heden krijgt
daarbij meer kleur en betekenis door
het verleden.
Honderd jaar geleden had men op de Kop van Schouwen heel wat te stellen met de dui
nen, die in feite in één heel groot stuifgebied waren veranderd. Volgens Frans Beekman
in zijn boek "Kop van Schouwen onder het zand, 1000 jaar duinvorming en gebruik op
een Zeeuws eiland", was de oorzaak daarvan in belangrijke mate gelegen in jarenlange
verwaarlozing van het duinonderhoud door onenigheid over wie er voor de kosten
moest opdraaien. Na een orkaan in 1911 kwam het bevoegd gezag langzaam in actie en
werd besloten tot het vastleggen en bebossen van de duinen. Zo zou er een eind komen
aan de verstuivingen door "het herscheppen van een woeste streek in een aangenaam
en bosrijk oord".
Toen in 1930 het pompstation voor de waterleiding op
Schouwen-Duiveland werd geopend, was men inmiddels
met de bebossing begonnen, maar op de luchtfoto uit
dat jaar ziet het duingebied tot ver in het Zeepe er nog
blinkend wit uit. Dankzij de werkgelegenheidsprojec
ten kwam er in de dertiger jaren flink de vaart in en we
kunnen vaststellen dat het bosrijke oord er tenslotte
toch gekomen is. Tegenwoordig komen de bezoekers
van heinde en verre om er te wandelen en er wat al niet
aan buitensporten te beoefenen. Gelukkig kan zo'n bos,
als een spons, heel wat volk opslurpen zonder dat je
meteen ondersteboven wordt gelopen.
In de beleving van de natuur is wel wat veranderd. Het
beeld van een aangenaam bosrijk oord met een herde
rinnetje en een jager met een voet op een boomstomp,
zoals dat bij mijn opa aan de muur hing, is niet meer
het ideaal van de huidige natuurbeschermer. De roman
tiek van de hedendaagse natuurbeleving is juist meer
gericht op de ongerepte wildernis. Nu is iets in Neder
land al vlug een wildernis wanneer het geen geploegde
akker, veld met in rijtjes geplante bomen of keurig
afgezet weiland is. Het kan gaan om een ruig bosje waar
je als kind kon spelen of op avontuur kon gaan.
Zo was er De Wildernis bij Brouwershaven, een
binnendijkse kreekrest met wat moerassig gras
land, waar de eerste Schouwse NJN-ers de natuur
verkenden en bijzondere planten vonden. Voor
velen aansprekend is de Nieuwe Wildernis van de
Oostvaardersplassen, een inpoldering waar men
met paarden, runderen en herten de illusie wekt
van een natuurlijke wildernis, wat het beslist niet
is.
Toch had men in het verleden ook wel oog voor
de schoonheid van de wilde woestenij die de ver
stuivende duinen vormden. Een gedeelte van de
Meeuwenduinen werd dan ook bestemd als stuif-
reservaat. Daarbinnen hielden een paar parabool
duinen met diep uitgeblazen sleuven het lang vol,
maar onvoldoende dynamiek vanuit de zeereep
en enkele natte jaren legden met toenemende
plantengroei de verstuiving stil. Gelukkig waren
er elders in de Meeuwenduinen altijd wèl plekken
te vinden waar het stoof. Momenteel zijn er in het
kader van dynamisch duinbeheer vergevorderde
plannen om de verstuiving een handje te helpen,
en wel zodanig dat het een langdurig zichzelf in
stand houdend proces wordt.
17