Het was een nieuwe vestiging, maar wel de enige reste rende broedkolonie van de grote stern in het Deltage bied. Interessant allemaal. Net als ik is de lezer van Sterna ongetwijfeld geïnteresseerd in de problematiek van de grote stern, maar we dwalen af. Misschien moet je voor Sterna nog eens die zaak op een rij zetten en dan met het vergrootglas op Schouwen en Goeree. Best. In 1971 werd ik bewaker van de grote sternko lonie op de Hompelvoet. Tien broedvogelseizoenen heb ik die functie uitgeoefend, in het begin natuurlijk nog als student. Ik heb er veel geleerd en genoten. In 1974 betrok ik een woninkje in de polder bij Dreischor en ging ik vanaf Bommenede naar de Hompelvoet. De Hompelvoet, die jij zo treffend in een van je verhalen in Sterna beschreef als trait d'union tussen Schouwen en Goeree. Begin 1979 rondde ik mijn studie af en dat was mijn laatste jaar als vogelwachter. Kees de Kraker nam het stokje over. Ik was toen al bestuurslid van de Vogel wacht en Frans Jansen tipte me dat er een interessante baan vrijkwam bij de Provincie Zeeland. Ik solliciteerde en had een heerlijk jaar met alle vrijheid, want pas per 1 september trad ik in dienst bij de Provinciale Waterstaat Zeeland. In dat jaar heb ik de kop van Schouwen hele maal verkend en met Arie van den Berg het Grevelingen- boek geschreven. Dit lijkt me een mooi momenl om nog even terug te gaan naar het devies van Frans... Ja, precies, want dat devies is zo logisch dat het nau welijks nog een devies is. Het is natuurlijk al lang geen nieuws meer. Er komt wel wat meer bij kijken. Wat is er de afgelopen jaren niet allemaal gerealiseerd in Zeeland! Vertel eens! In 1990 is het Natuurbeleidsplan vastgesteld, waarbij de provincies van het Rijk een quotum naar rato kregen om nieuwe natuur te begrenzen en te ontwikkelen op de daarvoor meest kansrijke plaatsen. Dat zijn meestal de slechte landbouwgronden. In Zeeland was zo'n 7000 ha daarvoor bestemd en daarvan hebben we in de peri ode van 1996 tot 2011 meer dan 3000 ha gerealiseerd, verdeeld over bijna 70 gebieden. Dus meer dan 3000 ha landbouwgrond omgevormd en ingericht als natuur, met oog voor de historische ontwikkeling en de waarden van het gebied of wat daar nog van over was. Natuurontwik keling is niet simpel maakbare nepnatuur zoals je soms hoort zeggen, maar restauratie van een landschap met inachtneming van de ontstaansgeschiedenis na de jaren van egalisatie en bewerking door de landbouw, waar door er zich weer natuur kan ontwikkelen. Wij mensen maken geen natuur, dat moet de natuur zelf doen, wij geven alleen de ruimte terug aan de na tuur door processen als bodemvorming, zoute kwel en peilverhoging toe te staan, waardoor zich in het gebied gevarieerde natuur kan ontwikkelen. Doel van het Natuurbeleidsplan is de achteruitgang van de natuur te stoppen door meer natuur te ontwikkelen én te verbinden en dat is door de voortvarende aanpak van vooral de provincie Zeeland aardig gelukt. Je bent al die tijd onafgebroken bestuurslid geweest, waarvan ook nog een groot deel als voorzitter of plaats vervangend voorzitter. Je hebt vaak je nek uitgestoken wanneer natuur en landschap werden bedreigd. Heeft dat nooit problemen opgeleverd binnen je werkkring, per slot van rekening toch een overheidsfunctie? Nooit. Kijk, Frans Jansen was zelfstandig ondernemer en daarmee een vrij mens om te zeggen en te vinden wat hij wilde. Op de Hooge Platen: van linksaf Fred Schenk, Krijn Tanis, John Beijersbergen, Bram Coomans, Ron Brouwer, René Beijersbergen, Peter Meiniger, Hans Schelderman en Chiel Jacobusse, 23 juni 1989. Foto: Kees de Kraker. Hij heeft zichzelf, voor zover ik weet, nooit beperkingen opgelegd. Voor mij geldt hetzelfde. Een vrije geest con formeert niet! Ik werkte bij de Provincie Zeeland binnen een kleine groep mensen. We kenden elkaar goed, er was een uitstekende samenwerking onderling, ook met de Dienst Landelijk gebied (DLG), Nieuwe Natuur, Plan Tu reluur, ze laten de uitwerking ervan zien. In de provincie zijn er talrijke bestemmingen gerealiseerd nadat de plan nen waren gemaakt. In Zeeland kan nog 1000 hectare worden ingevuld v oor nieuwe natuur. Bij al die zaken ben ik betrokken geweest en aangezien ik niet graag niets doe, heb ik na mijn pensioen in 2011 een bureau opgericht; zo help ik nog steeds mee. Staatssecretaris Henk Bleker heeft helaas veel stopgezet en het tempo uit de voortgang gehaald. Dat is algemeen bekend voor wat betreft de Hedwige polder, maar dat was niet alles. Mijn collega Roel Mooij en ik zeiden vaak tegen elkaar dat we moesten opschieten en het tempo erin moesten houden. We hadden de tijd en de financiële situatie mee en ook de publieke opinie enzovoorts ...veel is te danken aan gedeputeerden als Gert de Kok, Greet de Vries en last but not least Thijs Kramer. De politiek zou nu niet meer tot voor de natuur zo gunstige besluiten komen, dat beseft iedereen wel. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2016 | | pagina 8