Vogels van 5 tot 6 gram zijn windgevoelig en het kan dus zo zijn, dat meer noordoostelijke en oostelijke populaties door aanhoudende oostelijke stromingen eerst westelijk gestuwd worden in plaats van zuidelijk. Dit verklaart dan ook gelijk de aantallen die we in het najaar hebben gevangen. Een geringde goudhaan bleek uit Matsula in Estland te komen. Een door ons in de eerste dagen van oktober geringde goudhaan werd kort daarna terug gemeld uit Kent, Engeland. Een andere goudhaan vloog binnen 5 dagen naar de baai van de Somme in Frankrijk, hemelsbreed 217 kilo meter. Tijdens de vangsten in oktober viel het op dat een aantal vogels een afwijkend kleed had. Ze vertoonden meer grijs op de kop en de mantel. Verder was de mantel groener en meer contrastvol, de buik lichter en minder bult. Ook in Engeland zijn een paar vogels gefotografeerd die erg opvielen in kleed. Op Westenschouwen zagen we ook een aantal vogels met opvallend meer grijs in de nek en op hun mantel. Deze grijsnekken passen op de ondersoort Regulus R. Coatsi. Zij komen uit centraal Siberië. Het zou zo maar kunnen dat deze vogels, die meer oostelijk broeden, meege- waaid zijn richting West-Europa. Voor de ondersoorten Regulus R. tristis en Regulus R. Japponensis is het vanwege hun geografische afkomst, Centraal- en Oost- Azië, veel minder aannemelijk dat ze hier tijdens de najaarstrek te rechtkomen. Regulus R. tristis trekt zuidwaarts naar Turkmenistan en Afghanistan. De meest oostelijke Aziatische ondersoort Japponensis trekt naar Korea, Oost-China en Taiwan (3). Grafiek 3 Vleugellengte van goudhanen gedurende de doortrek in 2015 Van 1639 goudhanen werd de vleugelmaat gemeten. De lengten varieerden van 49 tot 61 mm. Dat is niets nieuws, zoveel is wel bekend van goudhanen. Gedurende de doortrek werd echter een kleine verandering in de lengte van de vleugel zichtbaar: later in het najaar namen de vleugellengtes van deze kleine zangertjes iets toe. Zowel bij de vrouw tjes (n= 653) als bij mannetjes (n =986) is dit in grafiek 3 zichtbaar gemaakt. Dat scheelt voor beide seksen iets meer dan 1 Als het oostelijk broedende goudhanen zijn, dan hebben ze inderdaad iets langere vleugels. Het gewicht varieerde van 4,9 gram bij vet 0, tot 7,2 gram bij vet 5, bij een vleugellengte van 54 mm. Dat betekent, dat goudhanen 35 in lichaamsgewicht kunnen verschillen. In de ochtend werden doorgaans vetgehaltes van 1 en 2 (volgens Bussee) genoteerd. In de namiddag en vroege avond was dat, na een aantal uren druk foerageren, doorgaans duidelijk hoger. We noteerden dan vaker 4 of 5. 1) Winkelman J. E. et al. f975, Herkomst en trek van het goudhaantje op Schiermonnikoog, Vogeljaar 1977 2) Hagemeijer Ward J.M. et al. 1997, The EBCC Atlas of European breeding birds 3) Del Hayo, J. et al. 2006, HBW. Volume 11 Goudhaan, Coats type, 1-11-2015 Westenschouwen. Foto: Cor Oskam Drie goudhanen met verschillende gradaties grijs in de nek en 32 op de mantel, 26-10-2015. Foto: Cor Oskam

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2016 | | pagina 32