Tekst en foto's: Jan Baks
En zoals uit het artikel elders in dit blad blijkt, vormen zij de belangrijkste voedselbron van deze nachtvogel. Ook de
bescherming van de Noordse woelmuis betekent een verbetering van het voedselaanbod, want: gaat het goed met de
muizen, dan gaat het ook goed met de uilen. De werkgroep inspecteert de kasten, maakt ze schoon èn ringt en weegt
de jongen. Dat ringen mag niet iedereen zomaar doen, daar heb je een vergunning voor nodig. Sinds drie jaar heeft
Ger deze vergunning in handen. Om de twee jaar moet je een proef doen om de vergunning te behouden. Doordat alle
uilenkasten geïnspecteerd worden kan men ook op al die plaatsen braakballen verzamelen. In die braakballen kun je
de schedeltjes van allerlei muizen vinden en soms ook van kleine vogels. Die braakballen worden door de zoogdieren
werkgroep van de KNNV afdeling Voorne allemaal onderzocht en er wordt gekeken wat het voedsel is geweest van die
kerkuil. Deze bijeenkomsten vinden plaats in het bezoekerscentrum Tenellaplas in Oostvoorne. Daar komen interes
sante gegevens uit, zie het andere artikel in dit blad. De rosse woelmuis kwam tot voor kort niet voor op ons eiland,
maar heeft zich zo sterk uitgebreid dat hij intussen het hele eiland bevolkt. Ook de aardmuis, tot voor kort niet
bekend, is onlangs gevonden in een braakbal.
Is dit belangrijk?
Dat is het zeker, want beide soorten zijn een bedreiging voor de Noordse woelmuis. Deze laatste muis wordt extra be
schermd, want hij komt alleen in Nederland voor, een zogenaamd endemische soort. Hij houdt van natte graslanden.
Rondom de Grevelingen worden speciale maatregelen getroffen om zijn biotoop te beschermen. Hij leeft van scheuten
van waterplanten en bies en is een goede zwemmer en duiker. Hij lijkt op de aardmuis, maar als deze in zijn gebied
komt, verdringt hij de Noordse woelmuis.
Ger is ook beschikbaar voor scholen. Hij kan een gastles geven van 1,5 uur. Hij vertelt dan over uilen en muizen en de
kinderen mogen een braakbal uitpluizen. Dit pluizen is een spannende en wat bijzondere aangelegenheid. Met pincet
en tandenborstel worden botjes, schedeltjes en tandjes uit de braakbal geplozen. Na afloop worden de vondsten op
een papier geplakt en kunnen de kinderen dit mee naar huis nemen. Dat is altijd een groot succes.
De locatie van de meeste uilenkasten is geheim. Dat is deels op verzoek van de eigenaren van de broedlocatie, want
men wil geen ongewenste aanloop. Ook zijn er de laatste jaren wat vervelende dingen gebeurd in Brabant: jonge kerk
uilen werden vastgebonden aan de kast en er later uitgehaald en verkocht. Als dus de locatie uiteindelijk om één of
andere reden toch bekend is geworden, dan komt dat niet door de leden van de kerkuilenwerkgroep! Kerkuilen en al
les daar omheen zijn de grote hobby van Ger, dus hij zal zeker zijn afspraken met eigenaren van boerderijen, gebou
wen waar nestkasten zijn geplaatst, nakomen.
Ger Maatkamp haalt de jongen uit de kast om te inspecteren, te wegen en te ringen.