In Bijlage 3 komen 37 van deze selectiesoorten terug met een beknopte toelichting en een verspreidings kaartje per soort. Zo is bijvoorbeeld duidelijk te zien dat hertshoornweegbree verreweg het meest voorkomt langs de noordoever van de OS. Opmerkelijk is ook dat gele hoornpapaver en knikkende distel niet langs de WS werden aangetroffen, planten als kruisdistel en zeevet- muur weinig. Een overzicht van alle soorten (niet minder dan 367!) die zijn geïnventariseerd op de steenglooiin gen, in alfabetische volgorde, is opgenomen in Bijlage 2, met vermelding van hun voorkomen langs OS (noord- en zuidoever) en WS (idem). Van strandbiet wordt hiernaast het voorkomen per km-hok op dijktaluds langs de Oos- ter- en Westerschelde getoond en kort beschreven. Voor floristen staat er een schat aan gegevens in dit rapport. Daarbij is het interessant om de verschillen in de mate van begroeiing en het voorkomen van planten soorten te zien tussen OS- en WS-oevers èn tussen de taluds van west naar oost. Bovendien is het door de zeer verzorgde teksten prettig leesbaar en dragen de talrijke kaarten bij aan een duidelijk overzicht van de aangetrof fen soorten. Vaatplanten op verharde dijkglooiingen langs Ooster- en Westerschelde 2015, J.M.Reitsma, P.Meininger J.de Jong, 2016. Bureau Waardenburg Rapportnr. 16-027. Strandbiet Strandbiet - Beta vulgaris subsp. maritima Strandbiet Beta vulgaris subsp. maritima Strandbiet is in Nederland zeldzaam in vrijwel het gehele kustgebied. In Zeeland was de soort tot het midden van de 20e eeuw een zeldzaamheid. In de tweede helft van de 20e eeuw vond een duidelijke toename plaats, zowel in het aantal vindplaatsen als in de aantallen. Tegenwoordig is Strandbiet in Zeeland vrij algemeen, vooral op vloedmerken, in aanspoelhoeken, op strandjes, strekdammen, nollen en zeedijken langs de westelijke delen van Oosterschelde en Westerschelde. In beide gebieden lijkt de soort vergeleken met de situatie vóór 1990 te zijn toegenomen. Vele honderden Strandbieten op de zeedijken langs de Oosterschelde gingen verloren door de vervanging van de dijkbekleding in 2000-2015, maar de oude groeiplaatsen lijken snel gerekoloniseerd te worden. Op de zeedijken staat Strandbiet niet alleen op de steenglooiing, maar vaak ook hoger op het talud: op de overgang van verharding naar het grazige deel van de dijk (vaak tegen afrasteringen).

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2016 | | pagina 13