Meestal bestaan de plassen dan ook uit zoet water dat direct van neerslag afkomstig is, of uit het aan
grenzend duingebied sijpelt. Alleen bij harde wind tijdens springvloed loopt de vlakte nog onder en
komen de valleitjes achter en tussen de duintjes vol zeewater te staan.
De strandrug in het verlengde van de noordoost verlopende Verklikkerduinen wordt geleidelijk hoger.
In de luwte daar ten zuiden van, verschijnen er steeds meer pollen biestarwegras op de strandvlakte.
Aan de westkant zijn deze het afgelopen jaar tot duintjes uitgegroeid, het begin van al weer een nieuwe
duinenrij. Op de strandvlakte rusten graag meeuwen en laatst zat er zelfs een slechtvalk in de beschut
ting van een duintje. Bij de laagwaterlijn tegenover de zandplaat ligt doorgaans veel aanspoelsel van
krabben, wormen, schelpdieren enz. Meeuwen en drieteentjes vinden hier altijd wel wat van hun gading.
Tijdens laag water levert het oeverlandschap van ruggen, slenken en kolkgaten een grote variatie aan
ribbelpatronen en prachtige beelden op. Gekneed door getij, golfwerking en stroming is het beeld iedere
keer weer anders en vervelen doet het nooit.
In het kader van de aanwijzing van de Voordelta als Natura2000-gebied werd de Verklikkerplaat in
eerste instantie gereserveerd als rustgebied voor zeehonden. Door de verplaatsing richting strand en de
mogelijkheid voor recreanten om bij laag water op de plaat te komen, nam het aantal rustende zee
honden hier af. De beschermingsfunctie van de Verklikkerplaat is daarom overgeheveld naar de meer
oostelijk gelegen Middelplaat die eerst niet beschermd was en steeds belangrijker is geworden voor de
zeehonden. Wanneer het een beetje rustig is zijn er in de omgeving van de Verklikkerplaat gelukkig nog
zeehonden te zien. Het gaat daarbij zowel om de gewone als de grijze zeehond. Bij de strandovergan-
gen is een bord geplaatst waarop in twee talen wordt uitgelegd dat het levensgevaarlijk kan zijn om bij
laag water de Verklikkerplaat op te lopen. Dat kan inderdaad tot riskante situaties leiden en wellicht
komt zo'n waarschuwing ook de rust voor de zeehonden ten goede. Van andere dieren zien we vooral de
sporen. Naast de onvermijdelijke afdrukken van honden, treffen we in de jonge duintjes talrijke sporen
van damherten en konijnen die graag knabbelen aan het voedzame biestarwegras. Ook vonden we hier
eens een dode bunzing. Vanwege de schelprijke vlaktes is het gebied nu ook weer in trek bij de sterk
bedreigde strandplevier, zodat in 2016 twee broedgevallen genoteerd werden. Wellicht dat de tijdelijke
afzetting van delen van het gebied hierbij geholpen heeft.
Omdat de jonge duintjes dicht tegen de oude duinrichel liggen is de ruimte voor duinvalleiplanten
beperkt. Dat zou kunnen veranderen, want met de komst van nieuwe duintjes langs de strandrug is de
kans op het ontstaan van een grote vallei of een groen strand flink toegenomen. Toch sta je versteld
wat er aan plantensoorten nu al in die kleine valleitjes te vinden is. Daarbij gaat het nog niet om zoete
soorten als parnassia, vleeskleurige orchis of groenknolorchis zoals in de aangrenzende vallei van de
Buitenverklikker, maar vooral om planten van meer brakke omstandigheden. Hiervoor kenmerkend zijn
ondermeer melkkruid, fraai duizendguldenkruid, zilte rus, zilte zegge en kwelderzegge. Op meer zoete
invloed wijzen dwergzegge, geelhartje en zeewolfsmelk. Wat hogerop waar de bodem verrijkt wordt met
aanspoelsel gaat het om middelste teunisbloem en uiteraard bezemskruiskruid. Waar eenmaal duin
doorn is gevestigd breidt deze zich snel uit en het sluftertje ter hoogte van de Oude Hoeve is al hele
maal dichtgegroeid met zeebies en riet, zeewater komt hier vrijwel nooit meer. Telkens sta je versteld
met welke snelheid dit soort processen zich voltrekken.
Nu kwaakt hier al de boomkikker. De mannetjes roepen niet alleen in de paartijd (april-juli) maar laten
zich daarbuiten ook veelvuldig horen. Toen ik eind september op een warme avond de steile helling van
het Duinhoevepad op liep, was het aan weerskanten een gekwaak van jewelste. De bij Haamstede uit
gezette boomkikkertjes uit Kroatië, hebben zich vermenigvuldigd tot vele duizenden. Ze komen tegen
woordig verspreid voor in de hele Kop van Schouwen en hier en daar ook al daarbuiten.
Bovenaan de helling kijk ik uit op het wijde strand. Garnalenkotters vissen vlak onder de kust en verder
weg het scheepvaartverkeer, de vuurtoren van Ouddorp en op het strand gelukkig niet meer dan een
paar eenzame wandelaars.
Info
Geoweb provincie Zeeland: http://zldgwb.zeeland.nl/gwbh5/?Viewer=Luchtfotos
Voor een beeld over de verplaatsing van de Verklikkerplaat: zoom in tot gebiedsniveau; klik op luchtfo
to's 2009 en op juni 2015, verplaats de schuifknop achter 2015 naar links en schuif vervolgens lang
zaam terug naar rechts.
Frans Beekman, 2007. De Kop van Schouwen onder het zand.
site: zeeweringenwiki.nl/wiki/index.php/Schouwen_-_Morfologie.-_Kustsegment_2_Verklikkerstrand
site: duinenenmensen Zandmannetje