Naar mening van Jaap Wiebrens, vrijwilliger bij het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, heeft dit beeld waarschijnlijk betrek king op de scheepvaart op het Zijpe, tussen Duiveland en Sint Philipsland. Voor zijn bezoeken aan Schouwen-Duiveland placht Frans Kooijmans de veerboot tussen Numansdorp en Zijpe te nemen. Daar fotografeerde hij de transporten met sleepboten en beurtschippers met hun aken. De foto dateert waarschijnlijk van omstreeks 1930 Verder kwam Schouwen er die zomer niet aan te pas, mede omdat Pelk en Kooij in juli hun legendarische tocht naar Groenland ondernamen, maar in 1935 was het weer prijs. In de Derde Inlaag huisde een zwartkopmeeuw. Deze toen regelrechte sensatie moest natuurlijk worden gefotografeerd. Bij latere bezoeken in 1935 trokken Vijverberg en Kooij steeds meer met elkaar op, waarbij ze niet zelden tot diep in de kleine uurtjes in de weer waren met geknutsel aan hun camera's, lenzen en toebehoren. In die tijd moet de vriendschap tussen de twee zijn ontstaan. Toen Kooij in WO II door de Duitsers in het kader van hun Arbeitseinsatz te werk werd gesteld bij de Junkers vlieg tuigfabrieken in Aschersleben, bleven de twee corresponderen. Na de oorlog ontmoetten ze elkaar opnieuw en kon Kooij in 1948 zijn vriend Vijverberg van fotomateriaal voorzien. Vijverberg overleed in 1965, Kooij in 1997. Een Haagse vogelaar Kooijs biografie kon alleen tot stand komen dankzij de verbluffende klus die Kooijs oudste zoon Roald klaarde. Deze ontcijferde en bewerkte zijn vaders belevenissen van bijna 80 jaar eerder. Senior schreef zijn aantekeningen op in jaaragenda's, boekjes die hij cadeau kreeg bij de aankoop van Ilford-films. Ze beslaan vooral de periode 1930-1950, zodat dit tijdvak in de biografie het meest aan bod komt. De meeste aandacht gaat uit naar de vogels, de fotografie en Kooijs zwerftochten door Nederland. Daarnaast bieden de dagboeken inzicht in Kooijs privébestaan, waaronder de gebeurtenissen in de meidagen van 1940 toen hij betrokken raakte bij de Slag op de Grebbeberg. Ook komt de periode 1943-1945 in Aschersleben in Duitsland aan bod. Zo goed en zo kwaad als het ging bleef onze vriend daar naar vogels kijken. Een apart hoofdstuk beschrijft de reis naar Groenland met Pelk: eerst op de fiets naar Kopenhagen en vandaar de oversteek. De afvaart van het schip misten de heren, maar na een taxirit konden ze nog net via een loodsbootje inschepen. Vogels kijken en fotograferen waren Kooijs passies. Hij was bevriend met kopstukken uit de Nederlandse ornithologie uit de eerste helft van de vorige eeuw, waaronder de gebroeders Tinbergen. Hij trok met hen op en ontleende veel aan die kameraadschap. Een Haagse vogelaar is verschenen bij Uitgeverij Liverse in Dordrecht. Het boek kost 17.95 en is verkrijgbaar via de boekhandel, ISBN 10 9491034954. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2016 | | pagina 32