De Nederlandse Delta:
de grote stern kan niet zonder
Grote stern
1
v t
ry v
V.
r f
V
Gerrit van den Hoek, pachter van de inlagen (links op de foto) verzamelt eieren op de eerste hil van de Flaauwersinlaag, 1934.
Foto: Rykel ten Kate, collectie Frans Beekman.
Zeevogeleiland bij uitnemendheid
Frans Beekman vertelde mij eens dat je in het midden van
de negentiende eeuw in Zierikzee bij de borrel een ge
kookt sterneitje kon krijgen. Nu acht ik Frans zeer hoog,
dus ik ga ervan uit dat hij het niet uit zijn duim heeft ge
zogen. Blijkbaar waren er toen eieren te over. En bij Zie-
rikzee denken we dan ook al gauw aan de nabij gelegen
inlagen op Schouwen als bron van de eieren, want daar
werd immers vanouds vogelarij bedreven. Schouwen-Dui-
veland kent een aantal inlagen, maar als broedgebied van
de grote stern waren vooral de Flaauwers-, de Wevers- en
de Heertjesinlaag bekend.
Van Oordt beschreef in 1912 de aanblik: 'We reden den
zeedijk op en daar zagen we, ingesloten tusschen hooge
dijken een plas, waarin enkele kleine eilandjes. Deze ei
landjes zagen letterlijk wit van de vogels: Kapmeeuw (La-
rus ridibundus L.), Groote stern (Sterna cantiaca L.), Visch-
diefje (Sterna hirundo L.) en misschien ook de Noordsche
zeezwaluw (Sterna macrura Naum.).' Deze eilandjes in de
inlagen, de hillen, vormden mogelijk al sinds 1650 broed
plaatsen voor meeuwen en sterns. Een mededeling van
bestuurders van het Waterschap Schouwen uit 1916 geeft
hierover enige informatie: 'Het Waterschap Schouwen bezit
sinds onheugelijke tijden zoogenaamde vogelarijen.(...)
10