r/~y—P
ItMiH
mi
De Hooge Platen in de monding van de Westerschelde beslaan bij laag water een gebied van 1800 hectare met slikken en zandplaten.
In het boek over de ondergang van De Beer was het al uitge
breid ter sprake gebracht. Toch bleek er nog iets nieuws te
ontdekken. Bekend was al dat Wabe Korfmaker, de opzichter
van De Beer, reeds in mei 1957 melding maakte van merk
waardige ziekteverschijnselen bij de grote sterns. Maar nieuw
voor mij was dat John Beijersbergen en Peter Meininger in
een artikel in Sterna in 1980 schreven: 'Het geeft te denken
dat al in 1959 door de leden van de Schouwense vogelwacht
werd gemeld dat er bij de inlagen grote sterns "zomaar dood
uit de lucht vallen'. De uitspraak bleek gebaseerd op een kort
berichtje in de Sterna van september 1959. Hierin is onder
ander sprake van een 'geheimzinnige ziekte' onder de grote
sterns. Verder wordt een schaapherder opgevoerd die grote
sterns uit de lucht had zien vallen. En ook niet onbelangrijk:
dit was dus al in 1958! Van grote waarde is ook de toevoe
ging: 'Na enige stuiptrekkingen waren de dieren dood.' Het
zijn karakteristieke symptomen van vergiftiging door drins,
zoals die later bekend zouden worden. En dan is er nog de
informatie van Jan Jonker, die een kleine hoeve tegenover de
Heerenkeet bij de Flaauwersinlaag bewoonde en die eveneens
sprak van stervende sterns. Op het dieptepunt van de vergif
tiging, zo rond 1965, was de grote stern in Nederland bijna
uitgeroeid. Tegen deze tijd was zijn aantal al gedecimeerd en
lag het rond de duizend broedparen. In het zuidwesten zaten
slechts tweehonderd broedparen op de Kwade Hoek en, zoals
onlangs uit dagboeken van Tom Lebret is gebleken, nog een
armzalige twintig stuks op de Hompelvoet.
Nieuwe tijden, nieuwe kansen
Shell stopte in 1965 met de productie van telodrin, de meest
schadelijke drin, nadat de samenhang tussen de sterfte van de
vogels en telodrin onder andere door Koeman onder de aan
dacht van Shell was gebracht. Overigens bleek bescherming
tegen telodrin voor de productiemedewerkers in de fabriek
en bij degenen die het toepasten in het veld ook een pro
bleem. Reden te meer om de productie ervan te beëindigen.
De resterende drins bleven vooralsnog in productie. Wel werd
in 1967 een nieuwe zuiveringsinstallatie in gebruik genomen,
waardoor de belasting van het oppervlaktewater sterk afnam.
De vogelstand herstelde zich daarna langzaam.
De aanleg van de Deltawerken was nog een andere factor waar
de grote stern last van had. In een groot deel van het Deltage
bied viel de dynamiek weg. Oorspronkelijk aanwezige en min
of meer natuurlijke broedbiotopen werden daardoor minder
aantrekkelijk. Toch bleef, met menselijke hulp in de vorm van
onderhoud, de grote stern in het Deltagebied komen. In de
Grevelingen was de Hompelvoet, die als compensatie voor het
verlies van De Beer was 'aangewezen', vanaf de jaren zestig
tot het begin van deze eeuw favoriet. Andere locaties in de
Grevelingen waren Markenje en de Stampersplaten. In de ja
ren tachtig deed ook Markenje het goed, daarna een tijd niet
en toen opeens weer wel in het begin van de jaren tien van
deze eeuw; in het begin van deze eeuw een aantal jaren de
Stampersplaten. In deze eeuw waren opeens de inlagen van
Schouwen weer in trek. De Hooge Platen in de Westerschel
de zijn, sinds de grote stern deze in 1987 voor het eerst als
broedplaats uitkoos, de meest betrouwbare locatie voor de
grote stern in het Deltagebied gebleken. Bijna alle jaren zijn
zij sindsdien bezet geweest, meestal met duizenden broed
paren. En dan nogmaals de Grevelingen. Van 2005 tot en met
2009 was de grote stern er een aantal jaren geheel afwezig.
Daarna is het beeld wisselend, met mooie uitschieters in 2011
en 2013. Het is de afgelopen jaren toch een beetje met sa
mengeknepen billen dat de leden van de Contactgroep Grote
Stern uitkijken naar waar deze vogel zich in de Grevelingen
zal vestigen.
De grote stern verkast in het Deltagebied nogal eens en de
aantallen broedparen kunnen van jaar tot jaar sterk fluctu
eren. Wat dat betreft doet de vogel zijn erratische karakter
eer aan. Toch blijft over langere termijn gezien het Deltage
bied als geheel nog steeds een belangrijk gebied voor hem.
En natuurlijk, de afname in de afgelopen jaren veroorzaakt
onrustige gevoelens. Of deze tijdelijk of structureel is, zullen
we moeten afwachten: het is spannend, maar dat is altijd zo
geweest. En als we iets van de tweehonderdjarige geschiede
nis van de grote stern in Nederland kunnen leren is het wel,
dat hij niet voor een kleintje vervaard is. Dat stemt positief
en we kunnen de grote stern dan ook nog steeds als een van
de iconen van de Nederlandse kustbroedvogels beschouwen.
12