Wmm
:l" .'-
- -
-
ludé,. -' -
Bij de picknicktafel op de Zonnemairse dijk spreek ik
met de heer Meuldijk uit Zonnemaire over de levendba-
rende hagedis die daar onder de tegels in een holletje
leeft. Hij heeft dat ook al aan William van der Hulle van
Staatsbosbeheer doorgegeven. William volgt de levend-
barende hagedis op de oostelijke havendijk en heeft
daar een aantal stenen uitgelegd die het waarnemen
van de soort wat vergemakkelijkt. Zo'n hagedis heeft
behoefte aan een zonnig plekje om zich op te warmen,
aan ruigte om in weg te kruipen en aan een geschikt
plekje onder wat hout, stenen of in dichte graspollen
om te schuilen en een winterslaap te houden. Helaas
valt er nogal eens een verkeersslachtoffer, ook nabij de
picknickplaats en wat verderop naar Zonnemaire. Op
zich is het voorkomen van de levendbarende hagedis op
een aantal Schouwse dijken heel bijzonder. Meuldijk is
zo iemand die hier bijna dagelijks komt, op de fiets van
uit Zonnemaire. Vroeger altijd met zijn vrouw en zijn
hondje. Beiden zijn er niet meer. Zo verandert je wereld.
Ook het uitzicht op de slikken van Bommenede is in de
loop der jaren flink veranderd, maar
wat je ter plekke niet ziet en op luchtfoto's van het
gebied wel, dat zijn de sporen van een vroegere verkave
ling. In feite gaat het hier om verdronken land, want van
1415 tot 1682 lag op deze plek de Nataerspolder. Grap
pig dat zoiets 335 jaar later zichtbaar wordt in vegeta
tiepatronen en verkleuring van het gewas door verschil
len in vochtvoorziening die het gevolg zijn van een iets
andere bodemsamenstelling.
In dit geval veroorzaakt door de latere opvulling van
de oude poldersloten en greppels. Omgekeerd is op
luchtfoto's van binnendijks gebied vaak het patroon van
vroegere schorren met geulen en kreken te herkennen.
Bij de aanleg van een veerhaventje in 1839 werd er een
geul naar dieper water gegraven. Daarbij kwam men
niet alleen de resten van geknotte elzen tegen, maar
werd ook "op zekere diepte ene laag korenaarde
kleigrond) gevonden die tot den ouden polder Natairs
heeft behoord", aldus de 'Zeeuwsche Volksalmanak voor
het schrikkeljaar 1840'. Dit haventje werd aan het eind
van de negentiende eeuw nog vergroot voor de aan- en
afvoer van landbouwproducten. Zoals vrijwel alle land-
bouwhaventjes is het later een stille dood gestorven.
Ten westen van de vroegere veerhaven is de huidige
Haven van Bommenede gegraven in het kader van
de Deltawerken. Daarvoor is een strook van de slik
ken ingepolderd door aanleg van een ringdijk. In dat
minipoldertje zijn de caissons voor de Brouwersdam
gebouwd. Door het noordelijk deel van de dijk weg te
baggeren ontstond een haven van waaruit de caissons
werden versleept naar hun afzinklocatie. Nog jarenlang
was de nieuwe haven bij de plaatselijke bevolking dan
ook beter bekend als de caissonhaven. Voor het vervoer
van de caissons werden enkele drempels weggebaggerd,
waarmee mogelijk ook resten van het verdronken Bom
menede verdwenen zijn. Duikers vinden daar nu maar
bar weinig meer van terug. Het huidige Bommenede
valt voor nogal wat mensen samen met het kantoor van
Staatsbosbeheer ter plaatse.
as*t 1
•«r iir^.'i
mptBssP^ss
20