Door Dirk van Straalen Chileense Flamingo Phoenicopterus chilensis Grote Flamingo Caribische Flamingo Phoenicopterus ruber Kleine Flamingo Phoeniconaias minor Foto links: Ingrit Raven. Gemengde groep van Chilenen, Europeanen (met name rechts) en de nodige hybriden (rode nekken) Tabel 1: Determinatie van de vier flamingosoorten (bron: www.flamingosinnederland.info) Phoenicopterus antiquorum/roseus kleur poten grijsgroen (in broedtijd geel), rode hielgewrichten en zwemvliezen donkerroze, gelijkgekleurde hielgewrichten en zwemvliezen lichtroze-rood, donkerder hielgewrichten en zwemvliezen helder rood, gelijkgekleurde hielgewrichten en zwemvliezen kleur snavel crèmewit, zwart vanaf de knik donkerroze met kleine zwarte punt bleek oranjerood met grote zwarte punt zeer donkerrood met kleine zwarte punt postuur ten opzichte van Grote Flamingo kortere dikkere hals en kortere poten lange dunne hals en lange poten gelijk aan Grote Flamingo in zijn geheel duidelijk veel kleiner dan de andere soorten kleur veren lichtroze, onderste deel hals donkerder, enige felrode dekveren overwegend wit met heel lichtroze waas, hals wat meer roze overwegend vermiljoenrood roze, met felle rode veren als vlekjes op de rug kleur vleugels rood in de vleugels is aan flanken en als vlag steeds zichtbaar rood in de vleugels is aan flanken soms zicht baar, donkerroze vlag rood in de vleugel is als staartvlag steeds zichtbaar vlekkerig rood in de vleugels is aan flanken gedeeltelijk te zien Zwillbrock - Veluwemeer - Grevelingen De groep flamingo's uit de Grevelingen broedt voorna melijk in de Lachmöwensee in het Zwillbrocker Venn in Duitsland. Hier kruipen sinds 1983 bijna jaarlijks jongen uit het ei. Ieder broedpaar legt slechts één ei. Door predatie van onder andere de vos zijn de broed- gevallen niet altijd succesvol. Flamingo's kunnen echter tientallen jaren oud worden en een gemiddelde van 5 a 6 opgroeiende jongen per jaar is voldoende om de groep in stand te houden (flamingosinnederland.info). De jonge flamingo's in de broedkolonie worden geringd, elk met een rode ring voorzien van een unieke code om ze in hun verdere leven individueel te kunnen volgen. Die code begint met ZV, gevolgd door twee cijfers (bijvoor beeld ZV56). De groep volgt meestal een soort driehoekige trekroute. In het voorjaar vliegen de vogels naar het Veluwemeer, daarna broeden ze in het Zwillbrocker Venn en overwin teren ze in de Grevelingen. Tot ongeveer vijf jaar terug maakten de vogels meestal nog een tussenstop in het Krammer-Volkerak. Dit zien we echter steeds minder. Oorzaken zijn niet geheel duidelijk, maar verbetering van de waterkwaliteit en toename van zeearenden kun nen twee oorzaken zijn. Regelmatig is er blinde paniek bij flamingo's waargenomen bij het zien van een zee arend. Ook de tussenstop op het Veluwemeer lijkt de laatste jaren steeds minder in trek. Door aflezingen is vastgesteld dat de vogels vanuit de broedkolonie voed sel zoeken in o.a. het Haringvliet. Dat is ruim 180 kilo meter vliegen om voedsel te verzamelen voor het jong. Vier soorten flamingo's op de Hellegatsplaten 2009. Van links naar rechts: Chileen, Caribische, Europese, twee Chileense en een kleine flamingo. Foto: Nick Janssen 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2017 | | pagina 11