De individuele namen van de verschillende grasgorzen
die samen dat lint vanaf het Dirklandse Sas tot aan de
Ventjagersplaat vormen, zijn naar mijn smaak een uit
daging om meer te weten over de achtergronden van die
al lang geleden gegeven benamingen. Zo'n beschouwing
valt echter buiten het bestek van dit verhaal. Wanneer
we weer onze nationale vogel de grutto als boegbeeld
nemen van de vier courante soorten weidevogels, kun
nen de ontwikkelingen op de Westplaat Buitengronden
min of meer model staan voor de gang van zaken langs
de gehele Overflakkeese noordkust. In 1969 herbergde
de Westplaat circa 25 paren grutto's. Dat niveau bleef
overeind tot rond 1990. Daarna begon de neergang tot
19 paren bij de eeuwwisseling. Een aparte vermelding
verdient de kemphaan, die tot begin jaren negentig met
maximaal 11 paren de Westplaat bezette. Deze heeft,
althans als broedvogel, de delta de rug toegekeerd.
Voor meer informatie en een beschouwing over het vele
cijfermateriaal dat Rob Strucker bij elkaar bracht, zij
verwezen naar diens verhaal in Tussen Haringvliet en
Grevelingen.
Bij een weidevogelrondje Haringvliet kunnen we niet
heen om de Sint Antoniegorzen, het grote grasland
gebied in Noordwest-Brabant, direct grenzend aan de
samenkomst van Volkerak, Haringvliet en Hollandsch
Diep. Tot de eind jaren zestig voltooide Volkerakdam
deze Sint Antoniegorzen amputeerde, strekten dezen
zich uit tot aan Willemstad. Bij andere (vogel)kwaliteiten
waren ze ook een rijk weidevogelgebied. In de alles
zins geslaagde in 2007 verschenen Atlas van de West-
Brabantse broedvogels lezen we: "Het graslandreservaat
St. Antoniegorzen is nog steeds een klein paradijs voor
de grutto." Of dat nu, ruim tien jaar later, nog steeds
opgaat is mij onbekend.
15
en ook is links te zien het graven van het nieuwe zoetwaterkanaal voor de landbouw. Foto: Jan Baks