I
Grutto. Foto: Huib van Dam
Ik heb me voorgenomen voorjaar 2018 eens pools
hoogte te gaan nemen hoe het er daar met de grutto
en diens collega-weidevogels voorstaat. Over het reilen
en zeilen van de weidevogels langs de noordoever
van het Haringvliet was al eerder in dit tijdschrift te
lezen. Daarin bleef Tiengemeten buiten beeld. Op dat
eiland was de aan de oostkant tegenover de Ventja
gersplaat gelegen buitendijkse Griendweipolder een
klassiek weidevogeleldorado. In de periode 1987 tot
en met 1991 huisden er maximaal 23 paren grutto's.
Broedende kemphanen trof ik er nog aan in 1975. De
ontwikkeling op de Korendijkse Slikken (KD), het in de
Hoeksche Waard gelegen deel van de Spuimond, kan in
menig opzicht model staan voor het gehele weidevo-
gelgebeuren rond het Haringvliet. Wanneer we weder
om Nederlands nationale vogel de grutto als boeg
beeld nemen, dan zien we dat deze op de KD terugliep
van 139 paren in 1987 via circa 100 rond de eeuwwis
seling tot 37 paren in 2013. De tureluur duikelde van
69 paren in 2001 naar 23 stuks in 2013. Nadien zette
de teruggang dusdanig door dat de telploeg die jaar
lijks de KD inventariseerde er geen brood meer in zag
en stopte. Daarmee kwam een einde aan een inventari
satiecyclus van ruim veertig jaar!
Zomer 2017 greep de verruiging op de KD verder om
zich heen met uitgestrekte arealen van guldenroede.
Droomfonds
In Het Vogeljaar was onlangs te lezen hoe de ver
wording van de KD zich voltrok en welke moge
lijke ontwikkelingen met funeste consequenties
voor weidevogels dat proces beïnvloedden. De
geleidelijke uitdroging van de buitengronden zal
de belangrijkste oorzaak zijn. En spelen de het
jaarrond dominant aanwezige brandganzen een
rol? Er broeden inmiddels zo'n 2000 paren op de
KD, waartussen dan ogenschijnlijk displaced nog
wat weidevogels rondstappen. Er zijn nog enkele
andere omstandigheden die elkaar kunnen accele
reren. Maar hoe dan ook, is het geen hoog tijd dat
vanuit de grote terreinbeherende organisaties een
opdracht uitgaat om een grondig onderzoek uit te
voeren naar de (mogelijke) effecten op populaties
van een jaarronde ganzenbezetting in weidevogel-
gebieden? Ganzen en weidevogels zijn overal rond
het Haringvliet buren, dus bij een financiering van
zo'n onderzoek door het Droomfonds zou niets
mis zijn.
16