4 J IÉ Tegenwoordig biedt het havenplateau uitzicht op een recente nieuwbouwwoning, die vanwege het ontwerp en een hekwerk met bewakingscamera's de sfeer van vroe ger volledig verpest. De welstandscommissie was ver moedelijk al opgeheven. Rest niets dan de andere kant op te kijken waar de Oosterschelde glinsterend de ogen streelt. In de verte de Zeelandbrug en levendig scheep vaartverkeer. Bij laag water een zee van vogelgeluiden, het uitgestrekte slik vol wulpen, tureluurs, meeuwen en bijna altijd wel een paar kleine zilverreigers. Aan de bo venkant van het steile schelpenstrandje achter de muralt- muur bloeit de hoornpapaver met exotisch gele bloemen. 3# fyi Slikken Bij de inpoldering van de Oosterlandpolder in 1354 bleef er van de brede geul die door het schor liep een kreekrest over die simpelweg (De) Geul(e) werd ge noemd. Op zijn Zeeuws uitgesproken de Heule en wan neer je niet beter weet wordt die h ook nog eens stom, zodat het d'eule wordt. Op sommige kaarten staat dan weer Guil, waarschijnlijk afkomstig van een edele heer met een Haagse tongval. De Geule kreeg een functie in de afwatering van de pol der, bij laag water werd het overtollige polderwater via een sluis door de dijk geloosd op de Oosterschelde. Aan het eind van de 14e eeuw werd bij de monding van de kreek nog wat land gewonnen met het bedijken van de Groot en Klein Beijeren Polder, ondanks de naam waren het allebei twee hele kleine poldertjes. Heeft ook niets met "beiers" te maken zoals ik wel eens dacht. Beiers is Zeeuws voor (kruis)bessen, maar met bessen heeft de naam niets van doen. In dit geval is het een verwijzing naar de landsheer (graaf van Beijeren, een voorvader van Jacoba van Beijeren) die toestemming tot bedijking gaf. De sluis in de Oosterlandpolder ging Oude Sluis heten en bij de sluis in de nieuwe zeedijk werd een haventje gemaakt waarbij de buurtschap Viane ontstond, ook wel geschreven als Vianen. Eeuwenlang vormde het gehucht een onderdeel van de postroute tussen Schouwen-Duiveland en Tholen vanwege de hier aanwezige veerverbinding. In latere instantie werden vooral landbouwproducten als suikerbieten verscheept. Een jaar nadat op Schouwen een stoomgemaal bij Flaau- wers werd gebouwd om het laag gelegen land droog te malen, verrees bij Viane in 1878 net zo'n gemaal, in dezelfde neoclassicistische stijl. Hiermee werd het water uit de Geule opgepompt in een tijdelijke boezem die bij laag water geleegd kon worden. De spuikom die uit 1797 dateert is er nog steeds, maar is na het in gebruik nemen van een nieuw gemaal dich ter bij Ouwerkerk, in 1959 verondiept met baggerspecie. Aanleiding voor dit stukje vormde mijn onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis langs de Oosterschelde. Die spuiboezem van Viane, met ruig brak grasland en al jaren geen begrazing, leek mij bijzonder geschikt voor deze soort. De hoge verwachtingen die ik van het gebiedje had kwamen helaas niet uit. De veertig uitgezette inloopvallen bleven tijdens de drie controle rondes heel erg leeg. Buiten enkele bosmuizen en een gewone bosspitsmuis werd helemaal niets gevangen. Er was ook geen spoor van aanwezigheid van woelmui- zen zoals pootafdrukken, loopgangetjes of keutels te vinden. Overigens waren er hier tien jaar geleden door de Zoogdiervereniging ook al geen noordse woelmuizen gevangen, maar Jan-Willem Vergeer vermeldt bij een inventarisatie in verband met dijkversterking de vangst van 1 noordse woelmuis in 2006. Waarom het gebied zo weinig in trek is bij noordse woelmuizen blijft voorlopig een raadsel. De zilte begroeiing zag er overigens prachtig uit. De zeekraal had alle mogelijke kleuren van geel tot paars rood en maakte de omgeving sprookjesachtig mooi. Dat viel trouwens lastig te rijmen met de stank die uit de modder rondom het ondiepe plasje opsteeg wanneer ik daar liep. yw -0.9 Librahjoeve root Beijeren polder jr Klein yy Beijeren Zuiddijk polder iane PI 320

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2017 | | pagina 23