W.1 mmm- ,/-< nvö», wmv 'kIMP V-• V 'WBSmw- v- v/tI m 'ieI- -i Met zoute kwel uit de ondergrond wordt zwavel aangevoerd en zuurstofloze omzetting door bacteriën zorgt voor het ontstaan van kwalijke dampen met de bekende geur van rotte eieren, die Zeeland lang geleden al een slechte naam bezorgden omdat hieraan ten onrechte veel ziekten en sterfgevallen werden toegeschreven. Het is vanwege de zilte begroeiing dat de spuiboezem van Viane in de kring van vegetatiekundigen landelijke bekend heid kreeg. Voor, tijdens en na de afsluiting van de Delta wateren werd er veel onderzoek gedaan door wetenschappe lijke instituten naar de samenstelling van zoute en brakke vegetaties en de condities waaronder deze voorkwamen. Een autoriteit op dit gebied was W.G. (Wim) Beeftink, ver bonden aan het toenmalig Delta Instituut voor Hydrobiolo- gisch Onderzoek te Yerseke, een voorloper van het huidige NIOZ. In de spuikom hadden ze in 1971 een serie permanente proefvlakken uitgezet om daar op geregelde tijden de sa menstelling van de verschillende soorten op te nemen, iets wat ze veertien jaar lang hebben volgehouden. Dit resulteer de onder andere in de karakterisering van de Zeegerst-asso ciatie. Een gezelschap van eenjarige zilte pioniersoorten en enkele grassen dat grote variaties vertoont in de mate van voorkomen vanwege sterke wisselingen in de waterstand en het zoutgehalte van de bodem. De associatie heeft dan ook, zoals dat heet, een efemeer karakter. Efemeer komt uit het Frans en betekent vluchtig, vergankelijk: 'un éphé- mère' is een eendagsvlieg. Zeegerst gedijt vooral op plekken met intensieve schapenbeweiding waarbij de bodem wordt opengetrapt en de zaden met hun lange kafnaalden door de schapen worden verspreid. Wellicht omdat er al jaren geen schapen hebben gelopen bleek zeegerst nu niet meer aanwezig, het is mij in elk geval niet opgevallen. Wel stond er opmerkelijk veel schorrenzoutgras, een plant waarvan je doorgaans alleen wat onopvallende stoppels ziet omdat bijna alle grazers er verzot op zijn. Ook bijzonder was de aanwezigheid van enkele velden Engels slijkgras dat flink uit de kluiten was gewassen. Binnendijks is deze soort maar zelden te vinden en het voorkomen op zo'n locatie wijst op veel zoute kwel en een kleiige bodem. Door het grootste veld kon je niet lopen vanwege een dikke laag zachte modder. Het moet dan ook op die plek geweest zijn dat er een man in de modder is weggezakt. Hierover vond ik een bericht in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 11 juni 1981: een 78-jarige man uit Zierik- zee die eieren aan het zoeken was in de spuiboezem zakte daar steeds dieper in de modder weg, zodat de snel ge alarmeerde brandweer van Oosterland er aan te pas moest komen om hem met behulp van ladders en touwen te red den. Nadat de man, die onherkenbaar onder de modder zat, door de brandweer was schoon gespoten werd hij door een politieman naar huis gebracht. Zulke gebeurtenissen maken het wel spannender om daar rond te lopen. Welke eieren zou die man gezocht hebben? De spuiboezem was lange tijd bekend als broed- en foerageergebied voor kluten. Zo deed de Vogelwacht in het voorjaar van 1966 een rondje Schouwen-Duiveland met een bus langs de bekende broedgebieden. 26 ,V V m' 't 'Y '.-'W s - .ju - Wfp- -f. V"' i >'J 4 4?' I :1\ "->■'(« -• 2$ yf-W v.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2017 | | pagina 26