Jonge gierzwaluw vlak voordat hij een handje werd geholpen bij de herstart voor zijn eerste vlucht op 12 juli 2016. Foto's: Tien
Heestermans
Nachtzwaluw
De nachtzwaluw Caprimulgus europaeus) is net zo min
een zwaluw als de gierzwaluw, de vale gierzwaluw of
bijvoorbeeld de onlangs voor het eerst in Nederland
waargenomen Siberische gierzwaluw. De nachtzwaluw
is een nachtdier, maar geen uil. Binnen het doelgebied
van onze verenigingen heb ik zelf slechts één keer een
nachtzwaluw waargenomen. Die vogel rustte overdag
liggend op de richel van een informatiebord bij de vo-
gelkijkhut op de voormalige strandvlakte van de Punt,
die ik vóórdat het aangeplante bos en omgeving werd
'aangepakt' regelmatig bezocht.
In Frankrijk zag en hoorde ik vooral in de duinen van
Les Landes regelmatig nachtzwaluwen. Informeerde ik
in het verleden in Frankrijk naar het voorkomen van
die engoulevent, dan werd ik doorgaans aangekeken
of ik een grapje maakte. Meestal kende men dat woord
niet en had men geen idee dat het om een vogel ging.
Zijn wetenschappelijke naam caprimulgus leidde in het
Nederlands tot zijn bijnaam geitenmelker en verwijst
naar een onterecht verondersteld gedrag. De Franse
bijnaam, crapaud volant vliegende pad), dankt hij aan
het geluid dat hij maakt. De mysterieuze nachtzwaluw
is een voor velen onbekende nooit geziene vogel. Hans
Warren schreef in Nachtvogels: "Honderden mensen die
nimmer een nachtzwaluw hebben gezien, kennen niet
temin zijn gezang. Alleen hebben zij het mogelijk voor
kikkergeronk gehouden, of voor zo'n onbestemd zomer-
geluid, dat men hoort, maar dat nimmer doordringt tot
het bewustzijn, de vraag wekkend: wat zou het zijn"?
Warren vermeldde ook dat "de nachtzwaluw wonderlijk
genoeg op de Zeeuwse Eilanden ontbreekt.
Toen ik jarenlang het kenmerkende roepen van de
nachtzwaluw niet meer had gehoord en ik op een avond
langs de begraafplaats in Noordgouwe liep, meende ik
plotseling het aanhoudende eentonige geluid van een
nachtzwaluw te horen. Het bleek laag bij de grond te
worden geproduceerd. Het was geen vogel, geen pad oi
kikker, maar een veenmol. Over zwaluwen sprekend die
geen zwaluwen zijn: de veenmol is geen mol, maar een
insect.
Geluiden
Om meer dan één reden breng ik de gierzwaluw en de
nachtzwaluw in dit verhaal samen. De nachtzwaluw
heeft met de gierzwaluw gemeen dat de naam eindigt op
zwaluw. Het woord zwaluw verwijst naar een manier van
vliegen, zwenken of zwalken. Het geluid van de nacht
zwaluw is een andere reden om een verhaal te schrijven
over zwaluwen die geen zwaluwen zijn.
Onlangs kreeg ik een duizend-en-enige bladzijden tel
lend boek cadeau met de titel De Frankrijk Trilogie.
Met genoegen las ik dat boek van Bart van Loo, waarin
hij o.a. een hoofdstuk opnam over schrijfster George
Sand. Daarin citeert hij de vertaalde beschrijving van
een kasteel, "waaruit in de schemering nachtzwaluwen
uit de schietgaten gieren." Vogelaars zullen bij het als
"gieren" omschreven geluid van een nachtzwaluw de
wenkbrauwen fronsen. Gierzwaluwen komen in te
genstelling tot nachtzwaluwen nu juist niet pas in de
schemering tevoorschijn. Het geluid dat nachtzwaluwen
produceren zou met wat goede wil en in lijn met hun
Nederlandse bijnaam nog wel geitengemekker genoemd
kunnen worden, maar het gieren had de vertaalster toch
maar moeten overlaten aan Apus apus.
In het overigens voortreffelijke eerste deel van zijn
boek schotelt Van Loo de lezer in een hoofdstuk over
Alphonse Daudet een wulp voor "die tussen de lavendel
ritselt." Courlis is de Franse benaming voor wulp, maar
hier heeft Daudet in zijn Lettres de mon Moulin onge
twijfeld een courlis de terre bedoeld, oftewel een griel.
Die vogel is met nachtzwaluwen helemaal op zijn plaats
in de Provengaalse schemering, maar dat is weer een
ander verhaal.
Geraadpleegde bronnen:
Bart Van Loo, De Frankrijk TrilogieDe Bezige Bij, 2016.
George Sand, Mauprat, Uitgeverij De Geus BV, 2004.
Alphonse Daudet, Installation uit Lettres de mon Moulin
Livre de Poche 1976.
Hans Warren, Nachtvogels, Erven Thomas Rap, herdruk
1978.
Waarneming.nl, internetsite.
37