Imkerij op Goeree-Overflakkee jto: Mart Groot ito: Mart Groot Door Tom Groot De vereniging "Imkers van GOEREE- OVERFLAKKEE" IS OPGERICHT IN 1924 EN BE STAAT DUS AL BIJNA 100 JAAR. DE VERENIGING WORDT GEVORMD DOOR LEDEN DIE ALS HOBBY BIJEN HOUDEN, ER ZIJN GEEN IMKERS DIE HIER VOLLEDIG HUN BROODWINNING UIT HALEN. OP DIT MOMENT ZIJN ER ONGEVEER 35 OFFICI ËLE LEDEN, MAAR HIER KAN GEMAKKELIJK EEN GROOT AANTAL PARTNERS EN ANDERE GEZINS LEDEN BIJ OPGETELD WORDEN. Zij WONEN VERSPREID OVER HET GEHELE EILAND EN DE MEESTEN HEBBEN HUN VOLKEN, IN HET ALGE MEEN TUSSEN DE 5 EN 10, AAN HUIS OF OP EEN VOLKSTUIN. Dit jaar wordt er voor het eerst sinds lange tijd weer een basiscursus imkeren georganiseerd op Goeree Overflakkee. Hierin worden de beginselen van het im keren aan 14 enthousiaste cursisten bijgebracht. Het valt te hopen dat hiermee de basis wordt gelegd voor meer imkers op het eiland en daarmee ook voor meer aandacht voor de honingbij. Het bijenseizoen begint tegenwoordig in maart. Hier bij speelt de klimaatverandering zeker een rol. De honingbijen beginnen te vliegen vanaf een tempera tuur van 13 graden. Tegen het einde van de winter zullen ze de meeste bloemen vinden in tuinen in de verschillende dorpen. Belangrijke waardplanten zijn dan helleborus, crocus en sneeuwklokje. Het seizoen begint echt wanneer de wilgenkatjes in bloei komen. Zij vormen een rijke bron van nectar maar vooral ook van pollen en dit kan een heel belangrijke start van het seizoen zijn. Wordt de temperatuur van 13 graden een paar weken weinig gehaald, dan is het weer spel breker en gaat deze kans aan de bijen voorbij. Na de wilgen volgt in april een scala aan bloemen in tuinen, bermen en slootranden. Een voorname rol is daarbij weggelegd voor paardenbloem en koolzaad. Dit is ook de periode dat de fruitbomen bloeien. Er wordt al bijna 100 jaar in verenigingsverband geïm- kerd op Goeree-Overflakkee en er is genoeg reden om er vanuit te gaan dat dat nog lang zo zal blijven. Het is positief dat er meer aandacht komt voor insecten in het algemeen en onze bijen in het bijzonder, maar er is ook nog veel te verbeteren om het eiland een nog betere plek voor de bijen te maken. Foto: Rob Vroom Omdat de bijen een belangrijke taak hebben in de bestuiving om tot een goede vruchtzetting te komen, verplaatst een aantal imkers dan volken naar boom gaarden om de bestuiving te bevorderen. Het grondgebruik op Goeree-Overflakkee wordt geken merkt door akkerbouw met gewassen waar helaas voor de bijen weinig te halen is. Zij zijn dus aangewezen op tuintjes in de dorpen, natuurgebieden en bermen. Gelukkig is merkbaar dat het beheer van bermen en dijken de laatste jaren wordt aangepast waardoor er meer bloemen groeien. Ook het inzaaien van bloem rijke akkerranden door akkerbouwers moet als een positieve ontwikkeling genoemd worden. In mei kunnen de meidoorns, die op sommige plekken vrij talrijk op de dijken staan, voor een goede dracht zorgen en in juni bloeien de linden, misschien wel de belangrijkste honingdracht van het jaar. Op veel plek ken staan lindes in grote aantallen, al worden er jam- mergenoeg juist de laatste jaren minder aangeplant. In hun plaats worden steeds meer iepen geplant, maar deze hebben voor de bijen helaas niets te bieden. Zoals gezegd is er in de akkerbouw weinig te halen voor de bijen. Een uitzondering op deze regel vor men de pompoenen en sierkalebassen. Hier vinden de bijen zowel nectar als goede hoeveelheden pollen. Tegen het einde van de zomer bloeien een aantal in teressante drachtplanten in de natuurgebieden, zoals op de Slikken en de Hellegatsplaten. Het zijn wilgen roosje, koninginnekruid en guldenroede. Als het weer goed is en we kunnen spreken van een nazomer, dan wordt het akkerbouwland opeens toch interessant. De vroeg ingezaaide groenbemesters kunnen dan in bloei komen, zoals bladrammenas, mosterd en phacelia. De prima nazomer van 2016 resulteerde zo in een mooie honingopbrengst, terwijl 2017 teleurstellend werd. Foto: Mart Groot

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2018 | | pagina 14