Overpeinzingen bij de Vogelbalans 2017
A
per
Kuifleeuwerik J^orboen Ransuil Wufj5£Steenuil Wielewaal
Door Gerard Ouweneel
Lezers van Sterna die niet de Vogelba
lans 2017 in bezit kregen, maar wel zijn
geïnteresseerd in het wel en wee van de
Nederlandse broedvogels, doortrekkers
en overwinteraars, doen er goed aan die
Sovon-publicatie te pakken te krijgen.
Die twintig pagina's tellende uitgave
geeft namelijk een waardevol inzicht in
de meest recente stand van zaken en is
een opmaat voor de in de steigers staan
de nieuwe Rode Lijst.
Verdeeld over de vier categorieën 'gevoelig', 'kwetsbaar',
'bedreigd' en 'ernstig bedreigd' komen er 87 soorten
broedvogels op die Rode Lijst te staan, ofwel 44% van
het totale aantal in dit land nestelende soorten. Als cri
teria voor opname op die lijst gold de mate van afname
sinds 1950. Sedertdien verloor ons land negen broedvo
gels, waaronder lachstern, griel, ortolaan, hop en klap
ekster. Overigens verwelkomden wij wat meer nieuwko
mers, waarbij wilde zwaan, oehoe, zeearend, kraanvogel,
grote mantelmeeuw en kleine zilverreiger, soorten waar
voor de Sovon-rekenmeesters stuk voor stuk een plaats
je inruimden op de aanstaande Rode Lijst. Die keuze zal
menigeen verbazen. Immers, het gaat om soorten die
het in Europees verband dusdanig voor de wind gaat dat
wij hun annexatie van Nederland in een breder verband
kunnen plaatsen. Desalniettemin achtte Sovon argumen
ten aanwezig die zes toch op htm Rode Lijst te plaatsen.
Bij andere nieuwkomers als bijeneter, witwangstern,
grote zilverreiger en rode en zwarte wouw sloeg men
die fase over. In de in die Vogelbalans 2017 staande
lijst van Nederlandse broedvogels keek ik tevergeefs uit
naar de hier sinds 2016 broedende visarend, een van de
glansnummers van de Nieuwe Biesbosch. Voor opname
hanteert Sovon echter het criterium dat een soort ten
minste tien jaar aaneen in de natie moet hebben ge
broed. Enfin, reken er op dat in het Sovon-hoofdkwartier
in Nijmegen wat werd afgediscussieerd eer alle soorten
een positie hadden gekregen. Zowel bij de broedvogels
als bij de doortrekkers en wintergasten kende het Rode
Lijst Sovon-team iedere soort een van de vier begrippen
'toename', 'afname', 'stabiel' of 'onzeker' toe. Van de
doortrekkers en/of wintergasten kwamen 23 soorten op
de lijst, waaronder blauwe kiekendief, nonnetje, kneu,
dwerggans, frater, torenvalk, waterhoen en ook weer de
zeearend. Deze laatste is trouwens niet de enige die op
zowel de broedvogellijst als de lijst van doortrekkers/
wintergasten in het rood gaat.
Sovon
Mystiek aura
Bij de acht soorten die naar oordeel van Sovon een
dusdanig fors herstel te zien gaven dat men het verant
woord achtte ze van de vorige Rode Lijst af te voeren
zien we purperreiger en kerkuil. De vogelbeschermers in
het noordelijk Deltagebied zullen er niet van opkijken
dat voor die laatste het licht op groen ging. Drie an
dere uilen, nl. velduil, steenuil en ransuil blijven echter
onverminderd in het rood. Het schrijverteam dat de
Vogelbalans 2017 verzorgde kwam tot treffende teksten.
Fred Hustings beschouwing over de verdwenen ortolaan,
getiteld Verdwenen, maar niet in het hart, vangt aan
met:
Broedvogels die zich in ons land vestigen lopen de kans,
tenminste, als ze algemener worden, om wat van hun
mythische proporties kwijt te raken. Omgekeerd lijken
verdwenen broedvogelsoorten steeds meer omgeven door
een mystiek aura. Dat ligt misschien deels aan de roman
tische inborst van ons, vogelaars. Maar niet alleen, want
verdwenen vogelsoorten staan ergens voor.
Hoe raak is dit sentiment en ook het vervolg van die
tekst verwoord! Ik kijk bijna zeventig jaar naar vogels,
een tijdvak waarin onze avifauna danig veranderde.
iMU.Ul
Zo kreeg de lachstern, ooit broedvogel van De Beer, bij
een inmiddels aardig geslonken groepje vogelaars dat
zestig jaar geleden daarvan getuige was een dusdanig
aura dat het iedere nazomer een pelgrimage naar Noord
Holland respectievelijk Oude Pekela onderneemt. Daar
vergaapt het zich dan aan het handjevol daar pleisteren
de exemplaren dat afkomstig is uit Sleeswijk-Holstein.
Zo kan ik nog wel doorgaan: lang geleden op vrijwel
iedere plek met in het riet zingende grote karekieten;
woudaapjes bij de vleet in mijn eerste excursiegebied de
Overwaard bij Kinderdijk. Eind jaren zestig waren huis
zwaluwen in Maasdam zo talrijk, dat ze toen aan nog in
aanbouw zijnde huizen hun nesten begonnen te met
selen. Bij heel wat bewoners, veelal Rotterdammers die
hun bestaan op het toen bewierookte platteland ideali
seerden, ging de huiszwaluwromantiek te ver zodat men
gramstorig aan de slag ging om de metselwerkjes te
verwijderen. Sovon becijferde dat sinds rond 1970 in dit
land de huiszwaluwstand met 70% is geduikeld. Prompt
werd 2018 'het jaar van de huiszwaluw'. In Nijmegen
vlast men erop dat ze er, met hulp van vrijwilligers, een
vinger achter krijgen met wat er met de huiszwaluw
misging. Het is een Rode Lijstsoort, maar in het over
zicht kreeg ze het icoontje voor 'toename' mee.
Deltagebied
Sovon stelt vast dat Drenthe en Noordwest-Overijssel
aan kop gaan inzake concentraties van Rode Lijstsoor-
ten. Met atlasblokken die 13 tot 22 Rode Lijstbroedvo-
gels herbergen springt ook het Deltagebied eruit. Die
dichtheid verbaast niet. Alle sterns, ook de visdief,
staan op de lijst en voorts bontbek- en strandplevier.
Voor die laatste is de Grevelingen zoals deze er nu
bijligt twijfelloos het Nederlandse bolwerk. In de Sovon-
uitgave doet Maarten Sluijter over de strandplevier
het woord, staande op het Verklikkerstrand bij Burgh-
Haamstede. Hij vertelt hoe er in april en mei territoriale
strandplevieren roepend rondvlogen. Aanvankelijk ver
liep alles naar wens, tot een zuidwesterstorm het terrein
overspoelde. Strandplevieren foetsie.
Ook verbaast het niet dat met uitzondering van kievit en
scholekster alle weide- en akkervogels rood scoren: gele
kwikstaart, graspieper, veldleeuwerik, tureluur, grutto
en natuurlijk de patrijs, allemaal. Kievit en scholek
ster staan nog niet rood, evenals de kluut, zij het dat
de beide laatsten wel het icoontje 'afname' toebedeeld
kregen. De boerenzwaluw kleurt wel rood, ondanks het
feit dat Sovon het bestand van deze soort beschouwt
als 'stabiel'. Bij het doornemen van de Vogelbalans
2017 speelde het reilen en zeilen van de avifauna van
Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee steeds door
het hoofd. Leg het alweer dertig jaar oude De vogels
van Schouwen-Duiveland naast de balans en we stellen
vast dat soorten als paapje, grauwe klauwier, velduil en
grauwe kiekendief er het veld ruimden. Bij een kampeer-
partij op de Duinhoeve in juni 1964 kreeg ik deze vier
langs de binnenduinrand alle te zien (de velduil alleen
te horen).
Op die camping vertoonde zich standaard een steenuil
en er vloog zowaar een hop.
Met een halve eeuw geleden nog broedende grauwe
kiekendieven is het op Goeree-Overflakkee niet anders.
Op sjouw met Krijn Tanis door het Ouddorpse zandwal-
lengebied kan Krijn, niet vrij van emoties, precies de
plek aanwijzen vanwaar hij de laatste broedende grauwe
klauwier observeerde. Het droefenisrijtje is te verlen
gen, onder andere met de uit de buitendijkse graslanden
langs het Haringvliet verdwenen weidevogels.
Gelukkig is het niet alleen misère. Er kwamen broed
vogels bij, soorten waarvan we rond 1950 en nog veel
recenter nooit durfden vermoeden dat ze de inheemse
broedavifauna zouden gaan verrijken. Mocht de nationa
le, maar ook de Goereese en Schouwse avifauna blijven
veranderen in het tempo zoals ze dat ruwweg vanaf
1980 deed, dan zullen op de broedvogellijst van om
streeks 2050 namen staan waarvan we ons dan opnieuw
in de ogen zullen wrijven. Waarschijnlijk zullen er ook
come-backs zijn, zoals hopelijk van de grauwe klauwier
op onze eilanden. Deze kleurt nu nog rood, maar Sovon
voorzag hem wel van de optimistisch groen gekleurde
icoontjes voor 'toename'.
Het grote aandeel van zomervogels onder de Rode Lijst-
soorten baart zorgen. Ook, nog meer zelfs, het aantal
soorten dat valt onder de categorie die weliswaar nog
niet rood staat maar wel het icoontje 'afname' toegewe
zen kreeg.
Ik weet niet hoe het leeftijdgenoten collega-vogelaars
vergaat, maar ik weet zeker dat ik anno heden aanzien
lijk minder vaak grauwe vliegenvangers, spotvogels,
fitissen en braamsluipers zie en/of hoor dan vroeger. De
dagboeken bevestigen dat. Voor andere zomersoorten
geldt dat overigens niet. Op internet circuleren horror
foto's van de volgens BirdLife 25 miljoen slachtoffers
onder onze zomervogels die hun passage over de killing
fields rond de Middellandse Zee jaarlijks met de dood
moeten bekopen. Het is treurig. Natuurlijk, er zijn meer
factoren waaraan onze trekvogels het hoofd moeten
bieden, omstandigheden met een nog grotere impact op
de populaties. Maar toch!
Literatuur
Ouweneel, G.L. 2018. Jaarlijks 25 miljoen vogelslachtof
fers rond de Middellandse Zee. In press.
Sovon Vogelonderzoek Nederland 2017. Vogelbalans
2017, Sovon. Nijmegen.
Werkgroep Avifauna Natuur- en Vogelwacht Schouwen-
Duiveland. 1986. De vogels van Schouwen-Duiveland.
Zierikzee.
29
Kfl/lAI