25 jaar huiszwaluwtellingen
op Schouwen-Duiveland
Huiszwaluw
Schouwen-Duiveland
Tekst en foto's: Gijs van den Ende
Huiszwaluwen Delichon urbicumzijn van nature vogels die nestelen aan kliffen en rots
wanden. Later zijn ze dat ook gaan doen aan gebouwen, daardoor zijn het cultuurvolgers
geworden en werd hun broedareaal enorm uitgebreid. Huiszwaluwen broeden in grote delen
van Europa, Azië en Noord-Afrika. Zoals alle zwaluwen zijn zij insecteneters met een voor
keur voor vliegen, muggen en bladluizen die in de lucht worden gevangen. De Nederlandse
huiszwaluwpopulatie broedt voornamelijk aan huizen, boerderijen, schuren, gemalen, slui
zen etc. en overwintert ten zuiden van de evenaar in Afrika.
Onderzoek in Nederland
In Nederland werd pas eind jaren 60 van de vorige eeuw begonnen met onderzoek naar voorkomen en verspreiding
van huiszwaluwen. Toen (1967-'70) werd de landelijke populatie, veel te laag, geschat op 70.000-103.000 broedparen.
Na herberekening zou blijken dat dit wellicht 400.000-500.000 paren moeten zijn geweest. De Atlas van de Neder
landse Broedvogels (1979) vermeldt dat de resultaten uit de onderzoeksperiode daarvoor, van 1973-1977, wat betreft
de huiszwaluw toen uitkwamen op een broedpopulatie van 77.000 paar. Later onderzoek Broedvogelatlas 1998-2000)
wees uit dat ook dit aantal veel te laag was en moest worden bijgesteld naar 250.000-450.000 paar. In 1998-2000
werd de populatie geschat op 110.000-125.000 paren. In 2009 werd de totale Nederlandse huiszwaluwpopulatie ge
schat op 65.000-90.000 broedparen. De huidige broedpopulatie wordt, gezien de gunstige trend van de laatste jaren,
geschat op ongeveer 75.000 paar. Inmiddels wordt algemeen aangenomen dat de Nederlandse huiszwaluwpopulatie,
gerekend vanaf begin van de jaren 60 van de vorige eeuw, met ruim 80% is afgenomen. Sinds 2004 staat de huiszwa
luw op de Rode Lijst van de Nederlandse broedvogels met de status 'gevoelig'.
Jaar van de Huiszwaluw
2018 werd door Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de
Huiszwaluw. De hierboven genoemde dramatische afname van de Nederlandse populatie is aanleiding om meer aan
dacht voor deze soort te vragen en er meer over te weten te komen.
In dit artikel geeft Gijs van den Ende inzicht in de ontwik
keling van de Nederlandse huiszwaluwpopulatie en gaat hij
uitgebreid in op 25 jaar huiszwaluwtellingen op Schouwen-
Duiveland.
Zo wordt o.a. gedacht dat het aantal broedparen dat nog een tweede legsel begint bepalend zou kunnen zijn voor het
op peil houden van de populatie. Hoeveel paren dat werkelijk doen zou afhankelijk kunnen zijn van het plaatselijke
voedselaanbod. Daarvoor moet het verloop van het broedproces in een kolonie beter onderzocht worden. Het volgens
een vrij simpel protocol wekelijks observeren van nesten kan daar waardevolle gegevens voor opleveren. In Engeland
zijn vrijwilligers daar al mee begonnen en men heeft er na twee jaar onderzoek al positieve ervaringen mee. Sovon
hoopt dat er in 2018 veel huiszwaluwliefhebbers aan zo'n onderzoek mee gaan doen. Vogelbescherming Nederland
komt met een flyer voor huiseigenaren en vogelwerkgroepen. Hierin komen tips te staan over hoe je nestelende huis
zwaluwen een handje kunt helpen met bijvoorbeeld kunstnesten en met de aanleg van een modderpoeltje in de buurt
van een kolonie. Bij de aftrap van het Jaar van de Huiszwaluw tijdens de Landelijke Dag van Sovon op 2 december
2017 in Ede besprak Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie in Groningen, de grote achteruitgang van de huis-
zwaluwstand in Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw. Volgens hem is de bijna onvoorstelbare afname van
het aantal (vliegende) insecten in/boven ons land daar de oorzaak van. Door de intensivering van de landbouw in Ne
derland na de Tweede Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande herverkavelingen verdwenen bijna alle bloemrijke
graslanden uit ons land. In en boven grasland waarin alleen nog maar gras groeit en bijna geen bloem meer bloeit,
komen maar heel weinig insecten voor. Hij liet aan de hand van kaartjes met huidige huiszwaluwopulatiedichtheden
van de huiszwaluw zien dat oeverzones met rietvegetatie aantrekkelijk zijn als broedlocatie voor o.a. huiszwaluwen.
In deze gebieden, denk aan het rivierengebied, het IJsselmeer en de randmeren, broeden opvallend meer hufszwalu-
wen dan elders. Dit is te danken aan de hier nog wél volop aanwezige vliegende insecten.
Onderzoek op Schouwen-Duiveland
Naar het voorkomen van de huiszwaluw op Schouwen-Duiveland werd pas eind jaren 60 van de vorige eeuw pnig
onderzoek gedaan. In een landelijk onderzoek (1966-1969) van J. Philippona werden ook huiszwaluwtellingen uit
de kernen Zonnemaire, Dreischor, Nieuwerkerk, Ouwerkerk en Zierikzee betrokken. Deze tellingen waren op die van
Zierikzee na allemaal vrij oppervlakkig. In 1974 telde Peter Meininger, als medewerker aan de eerste broedvogelatlas
van Sovon Vogelonderzoek Nederland, een zestal atlasblokken op ons eiland. In de Topografische Atlas van Nederland
wordt ons land bedekt door atlasblokken van elk 5x5 25 km2. In deze zes blokken bevinden zich Serooskerke, Kerk-
werve, Dreischor, Nieuwerkerk, Sirjansland, Brouwershaven en Bommenede. In 1986 en 1987 werden door leden van
de toen pas opgerichte vogelwerkgroep van de NVSD de eerste eiland-dekkende huiszwaluwtellingen uitgevoerd. Uit
de resultaten hiervan bleek dat vergeleken met de tellingen van Meininger uit 1974 er een afname van 49% was! Ook
landelijk werd een dramatische achteruitgang van de huiszwaluwpopulatie vastgesteld in de periode 1960-2000; al
gemeen wordt aangenomen dat die minstens 80% bedraagt. Deze achteruitgang werd toen o.a. verklaard door afname
van de hoeveelheid vliegende insecten, weersomstandigheden, gebruik van pesticiden, verandering van bebouwing
met daardoor gebrek aan geschikte nestplaatsen en gebrek aan nestmateriaal. Huiszwaluwen 'metselen' hun nesten
helemaal van klei die dicht in de buurt van de nestplaats aanwezig moet zijn.
Integrale eilandelijke tellingen
In 1990 werd ik lid van de vogelwerkgroep Schouwen-Duiveland en in 1993 werd besloten om jaarlijks de huiszwa
luwpopulatie op ons eiland volgens een door Sovon Vogelonderzoek Nederland voorgeschreven methode te tellen.
In de Topografische Atlas van Nederland wordt Schouwen-Duiveland deels door 17 atlasblokken van 25 km2 bedekt.
Voor huiszwaluwtellingen zijn deze atlasblokken onderverdeeld in 68 kwartblokken van elk 6,25 km2. Niet in al die
blokken wordt door huiszwaluwen gebroed, maar in 33 ervan werden wel bewoonde nesten gevonden. Deze kwart-
blokken worden in ieder geval jaarlijks onderzocht. Ik nam vanaf de eerste telling de coördinatie van dit project op
me en bleef dat tot op heden doen. Ieder jaar gaat van half juli tot begin augustus een aantal werkgroepleden op pad
om in de toegewezen kwartblokken de bewoonde nesten te tellen. Altijd wordt er bij de bewoners van huizen waaraan
zich nesten bevinden een folder achtergelaten waarin te lezen staat waarom huiszwaluwen geteld worden en wat de
resultaten van eerdere tellingen waren. Vooral in de jaren dat er sprake was van sterke afname van de populatie op
het eiland, werden kunstnesten gemaakt door werkgroepleden. Deze werden gratis verstrekt aan mensen die wilden
meehelpen met het verbeteren van de huiszwaluwstand. Die nesten konden ze op daarvoor geschikte plaatsen aan
hun woning ophangen.
13